Klik op het plaatje om een gedicht te lezen.
Wat zet mensen ertoe aan om mensen te verraden? Welk profijt halen ze eruit, wat is hun doelstelling? Zo vraag ik mij af.
In oorlogstijden kan ik het nog enigzins begrijpen. Men doet het omdat men scheel ziet van de honger, om de naasten te sparen of gewoon uit pure angst voor de bezetter. In die oorlogsgebieden die er nu nog zijn, en waar men diverse folterpraktijken hanteert, kan ik het ook begrijpen. Ikzelf zou ook vlug doorslaan vermoed ik, alhoewel ik een hoge pijngrens meen te bezitten. Maar wanneer men zijn geraffineerde pijntechnieken op mij zou toepassen zou ik niet lang weerstand kunnen bieden. Hoewel je dit nooit echt kan weten zolang je niet in die situatie vertoeft. In het verleden is gebleken dat vermeende dwergen in zulke omstandigheden zich manifesteerden als reuzen.
Maar wat zet mensen ertoe aan verraderswerk te verrichten in ons oorlogsvrije landje. Alleszins niet om het eigen vege lijf te redden. En al zeker niet om het leven van anderen te vrijwaren, integendeel. Het is pure naijver die hun beweegt. Want rijker worden ze er alvast niet van. Het zijn mensen die de zon niet kunnen zien schijnen in andermans ogen. Zij zijn gevaarlijk! Want ze winnen je vertrouwen door slijmerige neerbuigendheid, om dan op het gepaste moment een mes in je rug te steken.
Ik schrijf dit naar aanleiding op iets dat ik las bij een medeblogster die ik regelmatig een bezoekje breng. Hoewel het fenomeen mij ook niet helemaal vreemd is, daar ik er in het verleden ook mee te maken kreeg. Ik las op haar blogje dat ze verdriet had, maar dat ze er niet kon, niet mocht over schrijven. Wel wou ze de uitleg doen via een prive mailtje, hetgeen ze mij dan ook deed. Ik was ontsteld toen ik het las. En ik bedank haar via deze weg voor het vertrouwen. Een vertrouwen dat mij des temeer waard is, daar ze net die nare ervaring heeft gehad, en het mij toch maar vertelde. Mij,een wildvreemde die ze enkel kent van het bloggen.
Mijn eigen ervaring heeft raakpunten met die van haar, hoewel in een gans andere situatie. Maar de resultaten blijven vrijwel hetzelfde. En de verbijstering die je overvalt ook.
Zo werd ik in 1996 op invaliditeit gezet. Voor de werkgever zou ik met mijn medisch verleden en huidige toestand niet meer voldoen aan de gestelde eisen. Maar ik deed al jaren vrijwilligerswerk. Zo diende ik op bij feesten bij de "vrijzinnige jeugd", alsook op feestjes van notabelen en schepenen. Dit echter sporadisch wanneer de gelegenheid zich voordeed. En het enige loon bestond uit het oppeuzelen van de overgelaten garni op de rijk gevulde schotels. Vooral peterselie bleef over. Wanneer ik de vaak hoog opgelopen rode gezichten van de notabelen en schepenen bekeek, kon ik niet nalaten op te merken dat ze misschien beter die peterselie mee hadden opgepeuzeld, het is tenslotte goed voor de bloeddruk. En zo te zien had menige feestvierder last van hoge bloeddruk, toch dit volledig terzijde.
Tevens ging ik 2X per week opdienen in een gaarkeuken voor de armen. Oòk volledig onbezoldigd. Zelfs voor kilometervergoeding kwam ik niet in aanmerking daar ik geen auto bezat, geen auto kan besturen wegens een visuele handicap, en wegens de percentage van mijn invaliditeit gratis met het openbaar vervoer mag rijden. Daar ik dat werk al vele jaren deed, hetgeen in het verlengde lag van mijn stiel, vroeg men mij op een moment om een deel van de verantwoordelijkheid op mij te nemen. Het kwam er vooral op neer dat ik de inkoop van de goederen zou verzorgen en organiseren. En toen kwam de kat op de koord. Want er was nog iemand die die taak ambieerde.
Op een dag kreeg ik bericht van de invaliditeit dat ik met mijn vrijwilligerswerk moest stoppen, of dat ik anders 37% van mijn vergoeding zou verliezen. Nu is de invaliditeitsuitkering voor een zelfstandige sowieso al laag, neem daar 37% van af, en er blijft niet genoeg over om van te eten, laat staan dat je er je maandelijkse lasten van kan betalen. Dus, ik heb het vrijwilligerswerk adieu moeten zeggen, met veel pijn in mijn hart. Het enige dat ik nog mag doen (althans tot nader order vermoed ik) is een aalmoes geven aan de dakloze op de straat.
Via via kwam ik later te weten dat het verraderswerk was geweest. De collega, en naar mijn inziens goede vriendin, had zogezegd in mijn naam inlichtingen gevraagd omtrent het vrijwilligerswerk en de invloed die het kon hebben op mijn invaliditeitsuitkering. Uiteraard kwam er dan ook een onderzoek met bovengenoemd resultaat. Invaliden en gehandicapten mogen geen vrijwilligerswerk doen. Mogen zich niet ten dienste stelen van de gemeenschap. Zij moeten eenzaam zitten verzieken in hun zetel.
Wat heeft haar ertoe aangezet om zulks te doen? Zij kwam niet in aanmerking voor de aan mij toegewezen taak. Twee maanden na mijn vertrek is ook zij gestopt met het werk. Het bracht haar naar eigen zeggen geen voldoening meer op. Wat was haar drijfsveer? Waarom was zij een verraadster geworden? En bovenal de vragen die ik mij nog steeds stel:
Hoe kan je leven met jezelf als je mensen gaat verraden voor het eigen gewin? Wat heb je erbij gewonnen? Hoe voelt het om een verrader te zijn?
|