“Kinderen,” zei moeder aap “jullie wilden gisteren zo graag bij het water spelen. Dat gaan we dan nu vandaag doen”. “Ha fijn!” riepen de drie aapjes. Maar één aapje dacht: “Dat wil ik niet, ik vind dat niet leuk”. Toen ze bij het water kwamen hadden moeder aap en vader aap het zo druk met op de twee kleinsten te passen en te kijken of er geen gevaar was, dat ze niet zagen dat hun oudste zoontje Bimbo vlug weg liep! Hij sprong vlug in een boom en zwiepte van de ene boom naar de andere. Wat had hij een plezier! Dan weer zag hij een eekhoorntje of een mooie paddestoel, kleine muisjes, of kleine boompjes waar hij heerlijk in kon slingeren. Zo had hij er geen erg in dat hij steeds verder bij zijn ouders en broertjes vandaan ging. Daar kwam opeens een giraf aan, Bimbo schrok wel even. De giraf boog zijn lange nek. Verbaasd keek hij. Zag hij dat nu goed? Een klein aapje en dan helemaal alleen! “Wat doe jij hier?” Bimbo viel van schrik om, krabbelde weer over eind. ”Niets” zei hij toch ook wel een beetje brutaal. “Weet je wel dat het gevaarlijk is zo helemaal alleen in het bos?” “Nee hoor” zei Bimbo “Ik ben al groot en ik kan alles alleen”. “Wat is dat een deugniet” dacht de giraf. Hij keek eens rond, strekte zijn lange nek uit en keek nog eens. O daar zag hij het al. Moeder aap die angstig zocht naar haar kind en vader die brulde: “Bimbo, waar ben je? Kom terug!” De giraf wandelde naar hun toe, fluisterde moeder en vader iets in het oor. Ze knikten beiden. De giraf liep terug en ging daar staan zo dat de kleine ondeugd hem niet zag. Het werd langzaam donker en Bimbo werd moe en hongerig en erg bang. Waar was zijn mama nu en zijn broertjes? Zachtjes begon hij te huilen. Hij wilde naar zijn mama toe. De giraf die alles gezien had liep naar hem toe. “Zo kleine rakker, nu heb je zeker spijt en wil je naar je mama en papa terug”. “Ja meneer de giraf” zei Bimbo huilend. “Nu ik zal je helpen. Klim maar tegen mijn poot omhoog”. “Nee, nee, dat kan ik niet, dat durf ik niet”. “Dan klim je maar in mijn staart. Die kun je goed vast houden.” Weldra zat hij op de rug van de giraf en zo wandelden ze door het bos. Bimbo werd wel een beetje bang. Wat zullen vader en moeder boos zijn dat hij zo maar weggelopen was! Daar zag hij vader al staan die keek wel boos. “Ik doe het nooit meer... ik loop nooit meer weg”. “Ja, ja” zei vader, “je hebt je lesje wel gehad denk ik”. Snel klom Bimbo weer langs de staart naar beneden, zag mama en sprong vlug in haar armen. Verlegen wilde hij wegkruipen. “Nee” zeiden moeder en vader “je moet eerst onze goede vriend de giraf bedanken”. “Het is wel goed zo” zei de giraf. “Dank u wel” zei Bimbo zachtjes. “Ik zal nooit meer weg lopen”. En zo is alles toch weer goed afgelopen.
04-11-2006 om 00:00
geschreven door janny
|