DE REGEN.
IK ZIE DE STRAALTJES LANGS DE RUITEN
IK GA NU LIEVER NIET NAAR BUITEN
MAAR STRAKS KOMT DE ZON WEER DOOR
IK BLIJF DAN VAST NIET BINNEN HOOR
RIKKE TIKKE TIK
ER VALLEN DRUPPELS, O ZO DIK
PLASSEN VROLIJK OP DE STENEN
SPATTEN ALLE KANTEN HEEN
MAKEN ALLES NAT
WAT EEN WEERTJE IS ME DAT.
Uit het boekje van ot en sien.
JANCHA.
03-07-2011 om 11:54
geschreven door janny
|