De andere morgen schrok Ans wakker door een bel, die door de slaapzaal galmde. "We moeten opstaan" riep Ilze. "Ben je gek?" zei Ans "Het is nog veel te vroeg!" "Kom nu maar" zei Ilze "anders ben je niet op tijd klaar." Keurig waste en verzorgde Ilze zich en deed een schone jurk aan. Ans bekeek alles eens en dacht: "dat doe ik niet." En zo trok ze de kleren van gisteren weer aan, streek het haar glad en vond het zo wel best. "Ga je zó mee?" vroeg Ilze verbaasd. "Ja, ik vind het goed zo." "Nou ja, je moet het zelf weten" zei Ilze en haalde haar schouders op. Ze vond het wel vreemd, maar ja Ans was nu eenmaal een vreemd meisje. Al vlug liepen ze naar de eetzaal en gingen zitten. Daar klonk een stem: "Goede morgen meisjes. We gaan allemaal om de beurt eten halen." Langzaam ging Ans ook. Nee hoor, ze had het al gezien: boterhammen met worst en kaas! Heel anders dan thuis. Daarom liet ze alles staan en liep weer naar haar stoel. Een vriendelijke stem klonk naast haar: "Waarom heb je geen eten meegenomen?" "Ik wil dit eten niet" antwoordde Ans. "Ik vind dat niet lekker!" "Kom eens mee naar voren kind en laat mij jou eens goed bekijken." Traag stond Ans op en stond nu voor de lerares. Die bekeek haar eens aandachtig. "Vind jij nu dat je er netjes uit ziet?" Nors antwoordde Ans: "Dat weet ik niet en het kan mij ook niet schelen" zei ze. "Ja, dat kan. Maar ik vind dat je zo dus niet lekker kan eten. Dus ga maar naar de gang en wacht daar maar op ons!" "Ja maar..." zei Ans. "Schiet nu maar op!" zei de lerares. "Nou, best" dacht Ans "dan maar geen eten, wat kan mij dat schelen." Veel ogen keken haar na en zachtjes werd er gelachen. Ans keek naar een meisje dat zat te proesten van het lachen. Wat een naar kind met dat poppengezicht en die mooie krullen! Boos liep ze weg. En daar stond ze dan op de gang. Het verveelde haar eigenlijk al snel. "Ik ga naar buiten" dacht ze en vlug liep ze de lange gang door, maakte zachtjes de deur open en glipte naar buiten. Snel zette ze het op een rennen, vlugger en vlugger, tot ze geen adem meer over had. Toen stond ze stil, ze kon niet meer. Hijgend keek ze om. Nee, niets te zien. Snel liep ze door en kwam in een paar smalle stegen terecht. Een oude vrouw die daar liep keek eens aandachtig naar haar. Nu werd Ans toch een beetje bang. De vrouw kwam achter haar lopen. "Het is net een heks" dacht Ans. Ze probeerde nog sneller te lopen, maar de vrouw haalde haar toch in. "Wat doe jij hier? Waar kom je vandaan?" vroeg de vrouw. "Dat gaat je niets aan" antwoordde Ans bibberend. "Dat dacht je maar. Je moet hier niet lopen, dat is gevaarlijk." "Ga weg" riep Ans, "laat mij alleen!" "Nee" zei de vrouw, "meisjes als jij moeten hier niet alleen lopen. Ben je ergens van weggelopen? Kom liever met mij mee, dat is veiliger. Ik heb ook iets te eten voor je want je ziet er hongerig uit." Ja, dat voelde Ans nu ook, en o! het begon nog te regenen ook. Heel snel was ze doornat. "Kom nu maar onder mijn paraplu." Ans keek eens naar dat vieze oude ding, maar toch begon ze met de vrouw mee te lopen, die al snel voor een oud krot stil hield en daar de deur van opende. "Kom naar binnen, het is hier droog." Angstig keek Ans in het vieze huisje rond. "Ja, het zal niet zo mooi zijn als je gewend bent, maar daar geef je denk ik niet om, anders was je daar niet weggelopen." "Ik moet terug naar mijn school" stotterde Ans. "Nee hoor, je blijft maar hier, ik kan jou goed gebruiken. En als je niet luistert verkoop ik je misschien!" "Maar dat kan niet" huilde Ans. "Ik moet ook weer eens naar mijn ouders terug en in het internaat gaan ze mij toch zoeken." "Hier vinden ze je nooit" lachte de vrouw gemeen. "En nu je mond houden. Ga maar daar op die deken liggen. Ik roep de hond, die kan op je passen. Kom Bruno!" Een grote bruine hond kwam dichterbij. "Zit en oppassen!" zei de vrouw. Daar ging de hond voor Ans zitten. Die maakte zich klein, kroop in een hoekje en zei zachtjes: "O mama, ik ben zo bang!"
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Wordt vervolgd.
|