De andere morgen werd Ans wakker. Ze voelde iets wat erg zwaar en warm was en tegen haar aanlag. Slaperig keek ze er naar. Dat was Bruno de hond, die haar de hele nacht warm gehouden had. "Zo" klonk een krakende stem, "ben je eindelijk wakker?" Ans keek naar de oude vrouw die in een hoekje op een stoel zat. "Ik heb honger" zei Ans. "Ja, en je denkt zeker dat ik het eten zo kan oprapen. Nou, mooi niet! Hier heb je een stuk brood." Ze gooide het naar Ans. Vlug pakte Ans het en gaf de helft aan Bruno, die het smakkend op at. "Je komt maar eens uit bed" zei de oude vrouw. "Ik ga wat water halen en jij kan beginnen om eens wat op te ruimen." En ze ging de deur uit. Maar ze had er geen erg in dat de deur een beetje open stond. "Ik loop hier ook weg" dacht Ans. En snel stond zij op en griste haar schoenen van de grond. Zonder nog ergens naar te kijken rende zij de deur uit. Bruno, die alles gezien had, rende mee. Zo hard zij kon liep ze. Net zo lang tot ze niet meer kon en hijgend stil stond en omkeek. Nee, niemand had haar gevolgd. "O Bruno! Dat je met mij meegegaan bent, dat vind ik lief van je. Maar wat moeten we nu? We zitten midden in een bos. Ik weet hier de weg niet." Met zijn kop scheef keek Bruno haar aan en blafte zacht. "We gaan maar weer wat verder lopen. We moeten zo ver mogelijk bij die oude vrouw vandaan zijn." En zo liepen ze samen door, Bruno vlak naast haar als of hij op haar moest passen. Na lang lopen konden ze niet meer. "We gaan daar bij die boom zitten." Het duurde niet lang of ze vielen in slaap. Het was al donker toen ze wakker schrokken van een zware stem. "Wat moeten jullie hier in de nacht?" Verbaasd keken ze op. "Het is de boom die begint te praten, Bruno. Kijk maar." De haren van Bruno stonden recht op zijn rug van schrik. De boom schudde zijn bladeren eens. "Ja, ik vraag mij af wat jullie hier om deze tijd in het bos doen. Het is gevaarlijk. Ik voel aan mijn wortels dat er een orkaan aan komt." "Dat kan niet" zei Ans,"die komen hier niet." "Zo, denk jij dat je het beter weet? Jij bent nog een kind. Ik ben oud, dus ik weet het beter." Nors keek Ans naar de boom. "Ik geloof dat jij heel eigenwijs bent. Je moet nog leren goed na te denken en naar ouderen te luisteren" mopperde de boom. "Ja hoor eens" zei Ans "het is nog veel te donker. Ik ga nog wat slapen." Woest schudde de boom zijn bladeren, wat een dom kind was dat! Maar toch kon de boom het niet laten om er steeds maar aan te denken hoe dat tweetal veilig uit bos te krijgen.
Wordt vervolgd.
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
.
|