In het verre Lapland was het erg koud. Het sneeuwde en het waaide hard. In zijn kleine huisje keek de kerstman verdrietig naar buiten. Hij zuchtte diep, liep maar weer eens naar zijn stoeltje en pakte het grote boek. Hij bladerde er in en werd steeds verdrietiger. Hij wilde zo graag naar alle kinderen. Hij wist echt niet hoe dat gebeuren moest. Zo veel sneeuw, wel een meter hoog! De kadootjes moesten toch naar de kinderen die zaten te wachten. Hij kon zich het verdriet als ze niets kregen voorstellen. Treurig ging hij naar bed. De rendieren in het bos hadden wel gezien dat het niet zo goed ging met de kerstman. Zij begrepen wel dat het pakjes rond brengen zo niet ging. “Weet je wat?” zei het grootste rendier “We gaan een vergadering houden”. “Wat is dat?” vroegen de kleine dieren. “Ja, dat zal ik vertellen. We gaan allemaal naar een open plaats in het bos. Dan gaan we praten hoe we de kerstman kunnen helpen. Dat heet dan vergaderen.” Ja, dat wilden ze allemaal wel. Want iedereen hield van de Kerstman. En zo gebeurde het ook die nacht. Wat een drukte was dat, al die rendieren bij elkaar. Iedereen riep wat ze wilden gaan doen. “Stilte!” riep het grootste rendier. “Zo kan dat niet. We gaan vragen of de toverreus ons kan helpen.” Bom, bom, stampte de reus. “Ik heb gehoord dat jullie mij nodig hebben. Daar ben ik dan. Ik heb ook al iets bedacht. We gaan een hele grote slee maken. Iedereen moet mee helpen. Het wordt geen gewone slee, maar een die kan vliegen. Dit wordt een verassing voor de Kerstman. We halen zachtjes alle kadootjes uit zijn huis. Die doen we dan in de slee en als het klaar is zetten we hem voor zijn raam! De verrassing is ook dat de rendieren voor één keer kunnen vliegen. We moeten alles heel stil doen, zo dat de kerstman niets hoort”. Na hard werken: daar stond hij dan! Een prachtige slee vol met kadootjes. De rendieren mooi opgepoetst er voor. In het huisje werd de Kerstman wakker. Hij liep naar het raam. Nee maar, wat zag hij daar? Hij kon zijn ogen niet geloven! Een slee vol met kadootjes. “We hebben ook voor de grote mensen wat. Die vergeten we echt niet” zei de reus. “Ja kom maar even kijken Kerstman, je kan met de slee en rendieren gaan vliegen. Dit is onze verrassing voor je”. “Lieve vrienden, wat ben ik daar blij mee. Ik heb er tranen van in mijn ogen. Maar als jullie het goed vinden ga ik nu snel aan mijn reis beginnen. Bedankt allemaal!” Vlug liep de Kerstman naar binnen. Hij trok zijn mooiste jas aan, kamde zijn mooie witte baard en zette zijn muts op. Iedereen moest toch lachen, zo snel zat de Kerstman op de slee en hop, hop, daar vloog hij door de lucht. Op weg naar de kinderen. Vrolijk lachend zwaaide hij naar iedereen die hem nakeek. En zo kreeg iedereen nog op Kerstmorgen zijn kadootje!
|