“Micha,” zei Mama “we krijgen vandaag visite. Oma komt met Charlotte en Erik. We gaan een lekkere taart kopen en jij mag hem uitzoeken.” “Wat fijn!” riep Micha. “En krijgen we dan ook lekker drinken?” “Ja hoor,” zei mama “dat gaan we allemaal kopen.” En zo gingen ze samen op weg, naar de winkels. Daar kwamen ze bij de bakker aan. Wat stonden er mooie taarten in de etalage en wat zagen ze er lekker uit! Daar zag Micha een hele mooie, met aardbeien en slagroom er op. “Die kopen we” zei mama. Voorzichtig droegen ze hem naar huis. Nu gaan we onze mooie kleren aan doen, want ze kunnen zo komen. Een half uurtje later ging de bel. Micha ging vlug open doen. “Mama dat is Maaike. Mag zij ook blijven?“ “Ja hoor, dat is gezellig” zei Papa. En al vlug kwamen Oma, Charlotte en Erik ook. “Nu moeten jullie ook eerst netjes gedag zeggen kinderen”. Maaike werd er verlegen van. “Kom maar met mij mee, dan gaan we samen” zei Micha. Mama had al koffie gezet, en voor Maaike en Micha lekkere limonade ingeschonken. Daar kwam Mama met de taart binnen. Wat vonden ze de taart er allemaal lekker uit zien! “Ik zal eens een mooie punt voor Oma snijden. Die is de oudste, dus die krijgt het eerst”. Maar wat was dat nu? De taart vloog zo van de taartschaal bij Oma op schoot. “Mijn nieuwe jurk!” riep Oma “Kijk nu toch eens wat een vlekken”. “We gaan dat zo weer schoonmaken. We zetten de taart weer netjes op tafel en proberen het nog eens” zei Papa en nu zal ik eens een punt snijden”. Even ging het goed maar opeens: hopla! Daar vloog de taart weer en kwam boven op het hoofd van Charlotte terecht. “Kijk nu mijn haar eens” riep Charlotte. De slagroom liep langs haar neus. “Wat is dat toch?” zei Papa. Hij pakte de taart en zette hem weer neer. “Nu zal ik het eens voorzichtig proberen” zei Oma. Heel langzaam probeerde ze het. Daar vloog de taart weer, zo langs Erik. “Ik krijg hem wel” dacht die en probeerde de taart te pakken. Maar de taart vloog uit zichzelf weer op de tafel. Maaike en Micha keken elkaar aan en moesten toen zó lachen. Weldra lachte iedereen mee. “Maar ik breng de taart toch maar naar de keuken,” zei Papa “want dit is zo geen doen. We nemen maar een koekje bij de koffie.” Maaike en Micha wilden toch wel een likje van de taart nemen. Samen gingen ze naar de keuken. Toen hoorden ze opeens: “Psst! Hallo jullie twee!” Ze keken elkaar aan. “Dat is de taart” zei Maaike. “Wat is er?” vroeg Micha. “Kan jij praten?” “Ja, ik ben geen echte taart en ik wil niet dat jullie in mij snijden”. “Wat wil je dan?” “Ik wil terug naar de winkel”.”Goed” zei Micha “maar dan willen we wel wat van je slagroom likken en een aardbei eten”. “Vooruit dan maar,” zei de taart “maar morgen wil ik weer naar de winkel. Dan kan de bakker mij weer mooi maken en ga ik weer in de etalage”. De volgende dag gingen ze de taart terug brengen naar de bakker. “O gelukkig, daar zijn jullie!” riep de bakkersvrouw. “Ik heb de verkeerde taart verkocht. Deze hoort in de etalage. Jullie mogen een andere uitzoeken”. Dat deden ze dan ook graag! Een paar dagen later stond de aardbeientaart weer in de etalage te pronken.
|