Bruno
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
"Wat hoor ik toch?" zei de vrouw van de boswachter. "Ik ga eens even kijken. Dat is vast het meisje met de hond, die wakker geworden is." Maar nee, het was de hond. Wat is er Bruno? Waarom huil je zo?" Zachtjes aaide zij hem over zijn kop. O, wat voelde dat warm aan en wat een droge neus. "Je bent ziek, arm dier. Ik ga vlug mijn man roepen," dacht ze. Daar werd Ans ook wakker. "Wat is er?" vroeg ze nog half slaperig. "Bruno is ziek, ik ga vlug even de boswachter roepen." Wat schrok Ans! Vlug boog ze zich naar Bruno toe. Die keek haar zielig aan en rilde van de koorts. "O Bruno je mag niet zo ziek zijn, dat wil ik niet!" Daar kwam de boswachter al aan. "Ga eens wat opzij meisje, zodat ik eens goed naar de hond kan kijken. Ik zie het al, daar moet een dokter bij komen. De hond is erg ziek. Wacht, even een deken over hem heen en dan ga ik snel de dierenarts halen." Huilend en vol angst keek Ans de vrouw aan. "Het is mijn schuld, ik had niet weg moeten lopen. Wat moet ik beginnen als er iets met Bruno gebeurt?". "Ach kind toch, huil niet zo. Vertel mij nu eens wat er allemaal gebeurd is," vroeg de vrouw vriendelijk. En toen begon Ans alles te vertellen, over mama en papa en hoe lastig zij altijd geweest was. En hoe zij weer weggelopen was uit het internaat. "Ja" antwoordde de vrouw "er is heel wat gebeurd." En na enig nadenken zei ze: "We gaan eerst je ouders en de school waarschuwen dat je veilig hier bent. Dan wachten we de dierenarts af. We drinken een kopje thee, dan wordt je weer een beetje rustig. "Ja, maar Bruno" snikte Ans "Hij is zo lief en ik vind het zo zielig!" Daar hoorde ze de auto al en daar kwam de boswachter met de dokter al binnen. Snel werd Bruno bekeken. "Ja, dat is een longontsteking. Hij heeft een fikse kou gepakt. Ik moet hem mee nemen. Het beste is hij nu bij mij, dan neem ik fotoÂ’s van zijn longen en krijgt hij de nodige medicijnen." "Kan ik dan mee?" vroeg Ans. "Nee, kinderen kunnen wij daar niet bij gebruiken. Is de hond van jou?" En toen vertelde zij ook hoe Bruno met haar meegelopen was, en hoe hij haar gered en beschermd had. "Ja, zo zie je maar hoe een beest zijn eigen baas kiest. En waar hij geweest is heeft hij het ook niet al te best gehad. Ja, ik merk wel dat jullie veel van elkaar houden. Ik neem hem nu snel mee en morgen moeten jullie maar komen om te kijken hoe het gaat. Ik denk dat hij na een week al weer aardig opgeknapt is." Daar ging de telefoon. "Kom eens meisje, hier zijn je ouders, die willen je graag horen" zei de boswachter. Ja dat wilde Ans ook. Veel traantjes kwamen er nog, maar mama wilde dolgraag dat zij weer naar huis kwam. En Bruno mocht mee komen en bij hen wonen. "Ik ben veranderd" zei Ans "Jullie zullen het zien." En gelukkig was Bruno na een week weer zover opgeknapt dat hij ook mee kon toen haar ouders haar kwamen halen. En Ans was het meisje geworden zoals haar ouders dat zo graag wilden. En als je Ans zag, dan was Bruno er ook: twee trouwe kameraden.
|