Een dom schaap.
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Hallo, ik ben een schaap. En ik vind: niet zo'n gewoon schaap. Nu vragen jullie: "Waarom ben je dat dan niet?" Heel eenvoudig: ik ben heel mooi. Dat vind ik zelf. Kijk nu eens naar mijn vacht, met prachtige zwarte glanzende krulletjes. En dan mijn oren. Hoe mooi rechtop staan die, met aan de puntjes kleine kwastjes met ook weer van die mooie krulletjes. O! Ook mijn ogen zijn groot en glanzend bruin. Ik ben eigenlijk verliefd op mezelf. En nu vragen jullie: "Hoe weet je dat allemaal?" Het is eigenlijk mijn geheim. Maar ik wil het jullie wel vertellen: ik kan dat zien. Naast het weiland is een water, en daar ga ik steeds in kijken en dan zie ik mij zelf. Slim hé? De andere schapen komen ook steeds kijken wat ik aan het doen ben, maar dat zeg ik niet. Ik jaag ze weg want ik vind, als je zo mooi bent als ik, mag ik dat gerust doen. De boer vindt het niet zo leuk als hij mij aan het water ziet. Dan moppert hij tegen de boerin: "Dat verdraaide beest zit steeds aan de waterkant! Straks valt hij er nog in." "Ach" zegt de boerin dan, "laat hem toch." Zij aait mij dan over mijn neus en zegt: "Je hebt een mooie fluwelen neus, beestje. Maar je kijkt niet zo vriendelijk." Ik vind dat ik dat ook niet hoef te doen. Ik kijk zoals ik zelf wil. Gisteren, het had dagen lang hard geregend en waren wij binnen gebleven, gingen we weer naar buiten. Ik was blij want ik had mezelf al zo lang niet meer gezien. Vlug rende ik naar de waterkant. Maar wat was dat glad! Daar ging ik onderuit! Wat was ik bang! Ik ging recht op het water af. Met een grote plons viel ik er in. Wat koud! Ik ging helemaal kopje onder. En wat is dat water vies! Door het lawaai kwam de boer aangerend. "Vrouw, kom gauw helpen. Dat schaap is in het water gevallen. We moeten hem zien te pakken. Ik ga de tractor halen, dan proberen we hem er uit te trekken." "Ja, breng een touw mee." Wat flink! De boerin kwam zo maar het water in. Ik was zo bang, maar de boerin riep: "Doe toch kalm beest! Zo kan ik niet bij je komen!" Daar kwam de boer al aan en vlug deed ze een touw om mijn nek. Dat bonden ze aan de tractor, en zo ben ik weer voorzichtig op het droge gebracht. Wat was ik blij, maar wat hoorde ik voor een gelach en geschreeuw! Ik keek en dat waren de andere schapen. Die zo moesten lachen als ze naar mij keken. Ik zag er natuurlijk heel vies en dom uit! Nu moesten de boer en boerin ook wel lachen. "Wacht, ik zal hem schoon spuiten." zei de boer. Dat vond ik ook niet leuk, maar gelukkig kon ik daarna in de zon liggen, en weer lekker warm worden! Maar naar het water ga ik niet meer, want ik weet nu wel dat ik dom aan het doen was. En het kan mij niets schelen of ik mooi of lelijk ben. Een ding weet ik zeker: ik wil nooit meer in dat vieze water vallen!
|