‘Sinterklaas’ zei Zwarte Piet ‘we krijgen het de komende dagen erg druk’. ‘Ja dat is zeker, maar we vinden het ook erg leuk om mijn verjaardag zo met de kinderen te vieren.’ Ze zaten samen alle brieven na te kijken, die de kinderen gestuurd hadden. Sinterklaas had een groot boek op zijn schoot en daar schreef hij soms wat in. ‘Sinterklaas’ zei Piet,‘hier is een jongen die schrijft: “Lieve Sinterklaas ik wil graag dat u mijn moeder een kookboek geeft. Wij hebben niet veel centjes. Ik heb nog twee broertjes. Wij willen graag iets eten en snoepen wat onze moeder gemaakt heeft. Als het te duur wordt heb ik afgesproken met mijn broertjes dat u ons dan niets hoeft te geven.”’ ‘Hoe heet die jongen?’ vroeg Sinterklaas. ‘Peter’ zei Piet. ‘Dat schrijf ik even in het boek’ zei Sinterklaas. ‘Ik heb hier ook nog een brief van een jongen, die Wim heet. Wat die allemaal vraagt! Een fiets, een schommel, een trein, veel snoep, dat is toch veel te veel. Dat schrijf ik ook maar eens even op. O, dit is een lieve brief. Johan vraagt voor zijn zusje een mooie pop en alsdatte duur is, dan mogen we hem over slaan!’ ‘Wat zijn er toch veel lieve kinderen.’ zei Piet. ‘Sinterklaas, ze zitten alle drie op dezelfde school, dat komt goed uit!’ En zo gingen Sinterklaas en Zwarte Piet op vijf December naar die school. De kinderen waren blij, ze zongen vrolijk...’Sinterklaasje kom maar binnen met je knecht.’ ‘Ja, ja’, zei Sinterklaas. ‘Lieve kinderen, ik ga eerst eens zitten en in mijn boek kijken! Ik wil graag dat er wat kinderen naar mij toe komen. Peter kom jij eens hier, ik heb je brief gelezen en weet wat jullie graag willen! Laat je mama haar schoen maar zetten, en jij en je broertjes ook!’ Met een kleur van plezier stapte Peter weer naar zijn plaats. ‘Wim wil jij ook even hier komen? Wat jij allemaal gevraagd hebt...dat kan niet’. Een beetje brutaal zei Wim: ‘Ik wil het toch allemaal hebben, u bent toch rijk’. Ernstig keek Sinterlaas hem aan. ‘Heb je er wel eens aan gedacht, dat er kinderen zijn die veel minder dan jij hebben ? Die krijgen ook graag een kadootje. Ik vind het eerlijker als alle kinderen wat krijgen!’ Ja knikte Piet, dat is zo. Wim dacht even na. Eigenlijk schaamde hij zich een beetje. ‘Ja, Sinterklaas, ik weet nu dat ik niet zo veel had mogen vragen’. ‘Je bent nu een brave jongen, ik denk dat je nu ook tevreden kan zijn met één kado’. ‘Ja Sinterklaas’ zei Wim verlegen. ‘En nu wil ik Johan hier hebben. Ik heb gelezen dat jij veel van je zusje houdt’. ‘Ja Sinterklaas, ze is heel lief en ze lacht altijd naar mij’. ‘Zet haar schoentje maar en jij ook hoor!’ Blij liep Johan naar zijn plaats. ‘Sinterklaas’ zei Piet, ‘we moeten verder naar de andere kinderen’. ‘Ja Piet, we moeten nog naar veel andere kinderen maar strooi eerst maar eens wat lekkers’. Met een grote boog gooide Piet pepernoten en lekkers de klas in, de kinderen lachten en zongen ‘Dag Sinterklaasje, dag Piet’. En zo was het feest op school weer voorbij. Maar allemaal dachten ze aan de verrassing die ze morgen in hun schoen zouden vinden.
|