Fifi, het kleine muisje.
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
"Wat is dit leuk!" dacht moeder. "Een muis die ik zelf kan maken. Dat is iets voor mijn kleine Nina, die houdt zo veel van muisjes. Leuk voor haar verjaardag". En zo gingen moeders vaardige handen aan het werk. "Eerst het patroontje uitknippen" mompelde ze. "En kijk, zo moet ik het naaien". Vlug de naaimachine op tafel. En na een poosje begon het al echt op een muis te lijken. "Nu zijn buik opvullen met watten en dan de oortjes er aan".
Verbaasd keek moeder op, het leek wel of ze iets hoorde. "Hallo. Ben ik nu nog niet klaar? Je zit maar in mijn buik te steken, daar voel ik echt wel iets van hoor". Aandachtig bekeek moeder de muis. Nee, ze had zich vergist, muizen kunnen toch niet praten. Zo nu even mooi inpakken en morgen krijgt Nina hem bij het ontbijt.
Wat was dat een feest toen Nina haar cadeautjes uitpakte. Het mooist vond ze de muis. "Kijk eens mama wat leuk, hij heeft een broekje aan. En oh, die oogjes en een mooi lang staartje. Ik noem hem Fifi, mag hij mee naar school?" "Ja, vooruit maar, omdat je jarig bent".
En zo zat Nina op school op haar stoeltje. Fifi zat voor haar op de tafel. Nina kon haar ogen niet van hem afhouden. Het kleine muizensnoetje zag er zo vrolijk uit. Het was net of zijn kleine oogjes haar toe lachten. Fifi had ook plezier, hij had nu een klein vrouwtje dat veel van hem hield.
Toen Nina ‘s avonds naar bed ging zette ze Fifi naast haar bed op het kastje. Toen ze een paar uur had geslapen werd ze wakker. ‘Ga eens een beetje opzij, ik heb het koud.’ Verbaasd keek Nina naar de muis. Het was Fifi die praatte. Gehoorzaam schikte ze wat op. Kom maar in mijn bed, hier is het lekker warm.Vlug kroop Fifi tegen haar aan. ‘Waarom heb ik geen bed?’ ‘Ja, dat weet ik ook niet. Maar ik kan er morgen wel een voor je maken.’ ‘Dat is goed’, snufte Fifi en zijn oogjes vielen dicht.
De andere morgen waren ze al vroeg wakker. ‘Ik ga nu eten’, zei Nina, ‘en dan ga ik naar school.’ ‘Goed hoor’, zei Fifi, en zo liet Nina Fifi alleen. Die keek eens de kamer rond. ‘Wat is dat voor grote kast, daar ga ik eens in kijken. Wat mooi allemaal: grote blokken. Daar ga ik mee spelen.’ Wel een uur was Fifi ingespannen bezig. Opeens zag hij een grote doos. Wat zou daar nu in zitten?
Voorzichtig maakte hij de doos open. "Wat leuk, ik kan mij verkleden, alles past mij". Trots keek hij in de spiegel: "Ik lijk wel een piraat". Daar ging de deur open. Nina kwam binnen. ‘Wat ben je nu aan het doen?’ ‘Ik ben een piraat’, zei Fifi. ‘Wel nee, je bent Zorro.’ "Ja, die ken ik niet" zei Fifi. ‘Kom doe die kleren nu maar uit, ik wil gaan eten.’ ‘Ik heb ook honger’, zei Fifi. ‘Kan ik ook wat te eten krijgen?’ ‘Natuurlijk’, antwoordde Nina.
Zo gingen ze samen naar de keuken. Nina zette Fifi voor zich op tafel. ‘Wat staat daar een grote kom. Daar kan ik zeker in zitten?’ ‘Nee' schaterde Nina. "Mallerd. Daar moet je uit eten." ‘Ik heb het erg koud’, zei Fifi. ‘Ik wil ook zo’n trui als jij hebt’.’Goed, ik zal gaan zoeken.’ Even later kwam Nina met een mooie gele trui. Snel trok Fifi hem aan. Zo, lekker warm. ‘En nu ga ik eten.’
En zo ging de dag snel voorbij. ‘s Avonds kroop Fifi in het lekkere bedje dat Nina gemaakt had in een lade van de kast. Maar Fifi kon niet slapen. Telkens keek hij met zijn kleine muizenkopje om een hoekje of Nina al sliep. Hij wilde zo graag nog eens spelen met de blokken. Ja hoor, daar sprong hij uit de la. "Ik ga een mooie bloembak maken voor Nina. Ik doe er dan een mooie plant in uit de tuin".
Even later liep hij naar beneden. Maar wat een schrik. Daar liep hij tegen een grote kooi aan. Een groot fladderend beest keek hem boos aan. ‘Zeg kun je niet uitkijken. Ik zit heerlijk te slapen en dan gebeurt er dit.’ ‘Neem mij niet kwalijk’, stotterde Fifi. ‘Ik had u niet gezien’. ‘Wie ben je’, vroeg de vogel boos. ‘Ik ben Fifi en Nina is mijn vriendje.’ ‘O, dan is het goed. Zij is ook mijn vriendje. Maar wat ga je doen?’ ’Ik haal een plant voor Nina.’ ‘Oké, maar schiet een beetje op want ik wil slapen.’
En zo klom Fifi een poosje later weer in het warme bedje. Zijn neusje kriebelde van genot, en even later sliep hij. De volgende ochtend was er een grote verrassing voor Fifi. Moeder had nog twee muizen gemaakt. Fifi sprong van blijdschap rond. ‘Wat fijn, nu kan ik met jullie spelen als Nina naar school is.’ ‘Ja’, zei moeder, ‘en het mooiste is nog dat andere kinderen ook zo’n muisje kunnen hebben.
Kijk, hier staat hoe ik Fifi heb gemaakt. ‘Ja’, zei Fifi stoer, ‘het prikt wel in je buik’. ‘Dat moet wel’, zei mama, ‘maar dat is maar heel even’. ‘Ik ben toch heel blij dat ik bij jullie ben, want ik vind het heel fijn' zei Fifi. 'Ja' zei Nina met een ernstig snoetje 'dat vind ik ook!’
|