Commentaar van Roos op het stuk van John (“Beginnetje” d.d. 26-11-’08)
Bij de eerste zin:
Ik heb enige moeite mij het begrip ‘wetenschap’ voor te stellen als ‘een persoonlijke instelling van de onderzoeker’. Gelet op wat je aan het eind van het stuk schrijft, nl. “…dat er evenveel ‘werelden’ als individuen (…zouden kunnen) bestaan” zou dit impliceren, dat er evenveel wetenschappen als onderzoekers kunnen bestaan. Een interessante gedachte, maar één die mij persoonlijk wat te ver gaat!
Bij punt 1, over de waarschijnlijkheidsleer:
Ik denk dat er t.z.t. een onderscheid gemaakt moet worden tussen wetenschappelijk psychologisch onderzoek, dat al heel lang gebruikt maakt van waarschijnlijkheidsleer / statistiek enerzijds, en de waarschijnlijkheidsleer en de onzekerheidsrelaties als jouw inspiratiebron voor verklaring van menselijk gedrag (want daar gaat het je toch om?).
Bij de snaartheorie kan ik mij weinig voorstellen, ik vind het erg abstract. Ik denk dat dit nog uitgebreid toegelicht en uitgewerkt moet worden.
Wat betreft ‘onderlinge uitwisselbaarheid van wetenschappelijke kennis’en ‘solipsisme’:
Er bestaan vast evenveel ‘werelden’ als individuen! De kwestie is: hoe ga je daar verder in je theorie mee om? De nadruk zou kunnen liggen op de overeenkomsten, de onderlinge verschillen en/of de relaties tussen die werelden.
Roos de Klerk
02-12-‘08
|