Ik ben Chris en hou van reizen, wandelen, een goed glas wijn, lekker eten, Status Quo, lezen (thrillers).
Ik ben geboren op 1 februari 1962.
Hier kun je meegenieten van onze wandelingen. Sinds ik in augustus 2009 een hartinfarct kreeg, ga ik er samen met mijn vrouw Annick dikwijls op uit om een gezonde wandeling te maken.
Beste bloggers, na een lange tijd van niet-wandelen hebben we opnieuw de wandelschoenen aangetrokken. We zijn gestart aan de pendelparking van het station van Denderleeuw.
Direct via een verkeersvrij baantje door de nieuwbouwwijk...
... en wat zien we al ? Een heel speciaal soort schapen, Barbados Black Belly. Deze schapen zijn afkomstig van de Caraïbische Eilanden (Barbados en Aruba). Het ras kenmerkt zich door de zwarte aftekening op de buik, vandaar de naam Black Belly.
We stappen verder en zien dat de boeren al lustig op het veld werken.
We stappen verder en zien links van ons de Vlamoven. Een open landbouwkouter, eigenlijk een plateau van leemgronden. Denderleeuw ligt immers in de Vlaamse Leemstreek, en dat weten ook de baksteenfirma's. De steenbakkerijen zelf zijn er niet meer, maar aan de rand van de kouter bevindt zich wel nog een groot ontginningsgebied, in de volksmond beter gekend als de Vlamoven'. De kouter bestaat in hoofdzaak uit vruchtbare gronden die uiterst geschikt zijn voor de traditionele teelten van het leemgebied (granen, wortelen, knolgewassen, groenvoedergewassen, nijverheidsteelten) en voor sommige vormen van tuinbouw en bos.
En zoals altijd komen we dieren tegen.
Ondertussen zijn we in Welle (deelgemeente van Denderleeuw) aangekomen en zien we de Sint-Jozefkapel, gebouwd in 1935.
De kerkstraat door komen we aan de Sint-Pietersbandenkerk van Welle. Slechts weinig parochies hebben Sint Pietersbanden als patroon. Het verwijst naar Petrus die zij vereren omdat hij zover gaat dat hij in de gevangenis terecht komt.
We vervolgen onze weg en komen een charmant caféetje tegen dat helaas gesloten was.
Terug richting Denderleeuw zien we aan een huisgevel een heel mooi en apart naamplaatje.
En zo komen we aan het laatste stuk van onze wandeling. Op de brug over de spoorweg zien we originele grafitti. Als eerste een schiptrekker, de spotnaam van de inwoners van Denderleeuw.
Vervolgens een verwijzing naar het treinverkeer in Denderleeuw. Denderleeuw is het tweede grootste station van Oost-Vlaanderen, na Gent-Sint-Pieters, maar nog voor Sint-Niklaas, Aalst en Dendermonde. Naar Belgische rangorde staat het 13de. De reden waarom een station in een kleine gemeente als Denderleeuw zoveel reizigers lokt heeft alles te maken met de strategische locatie: het bevindt zich langs de spoorlijk Brussel-Gent, maar van hier vertrekken tevens de lijnen Denderleeuw-Kortrijk en Denderleeuw-Geraardsbergen-Jurbise. Hierdoor is Denderleeuw een overstapstation bij uitstek.
Als laatste afbeelding zien het het Kasteeltje. Dit charmante gebouwtje aan het station van Denderleeuw is een van de zeldzame overgebleven voorbeelden van de neo-classicistische bouwstijl uit het eind van de 19de eeuw. Het Kasteeltje was gedurende bijna een eeuw in privaat bezit, tot de familie Van Roy het Kasteeltje in 1995 te koop aanboden aan het gemeentebestuur.
Om te voorkomen dat het gebouw zou opgeofferd worden aan nieuwbouw en verkaveling, of volledig ten onder zou gaan aan verval, besloot het bestuur om het pand met het aanpalende koetshuis en de omliggende tuin aan te kopen. Naast de heraanleg van het stationsplein, was de aankoop en renovatie van t Kasteeltje een belangrijke stimulans tot de herwaardering van de verloederde stationsbuurt.
Het gebouw werd volledig gerenoveerd en biedt sindsdien onderdak aan tal van gemeentelijke diensten zoals de jeugddienst, cultuurdienst, sportdienst en sociale dienst. Ook maken tal van verenigingen dankbaar gebruik van de binneninfrastructuur voor de organisatie van culturele en andere evenementen. De heraangelegde kasteeltuin leent zich eveneens uitstekend voor de organisatie van buitenevementen. Er kan dan ook met recht gesteld worden dat het Kasteeltje samen met het koetshuis momenteel hét kloppende hart vormt van het culturele en verenigingsleven in Denderleeuw.
En zo kwamen we aan het eind van onze wandeling.
Maar eerst toch een foto maken van een voorzichtig lentebeeld.
Zo, dat was het voor deze keer. We hopen dat jullie er ook van genoten hebben.
Deze keer op stap in Affligem, een gemeente in de Belgische provincie Vlaams-Brabant. De gemeente telt ruim 12.000 inwoners. Grensgemeenten zijn: Aalst (Noorden en Westen), Denderleeuw (Zuid-westen), Liedekerke (Zuiden), Ternat (Zuid-oosten) en Asse (Oosten).
Affligem weerklinkt bijna dagelijks op de radio als knelpunt waar de files op de E40 Oostende-Brussel ontstaan.
Onze tocht vertrok aan de abdij van Affligem.
De abdij van Affligem mag beschouwd worden als de meest imposante abdijstichting van de benedictijnen in de Lage Landen. Als huisabdij van de hertogen van Brabant werd ze Primaria Brabantiae (de voortreffelijkste van Brabant) betiteld. In de rijmkroniek van Sinte-Lugartde (circa 1200) wordt ze Spiegel voor alle abdijen genoemd.
De abdij is ontstaan uit een eremitische gemeenschap die vermoedelijk op 28 juni 1062 werd opgericht. Haar grote weldoener is paltsgraaf Herman II van Lotharingen ( 1085). Via zijn minderjarigheidsvoogd, aartsbisschop Anno II van Keulen (1056-1075), gaf hij toelating aan de eremieten om op zijn domein te Affligem een gemeenschap te stichten.
Wellicht is deze paltsgraaf ook de beschermheer van de eerste Sint-Pieterskerk geweest (1083). Op de dag van de kroning van de Duitse keizer Hendrik IV te Rome (31 maart 1084) schonk hij bovendien zijn eigengoed te Affligem voor de formele oprichting van de abdij met een reguliere orde. In 1086 werd de stichting nogmaals rijk begunstigd door de landsheerlijke opvolger van paltsgraaf Herman II van Lotharingen in Brabant, graaf Hendrik III van Leuven. Zodra deze inkomsten voorhanden waren, werd overgegaan tot de formele inwijding door bisschop Gerardus II van Kamerijk.
Rechtover de vroegere Bospoort van de abdij gaan we een bosje in.
Eens door het bosje zien we links een weiland met schapen...
... met in de verte de Abdij van Affligem...
... en rechts zien we een nieuw aangelegd hopveld als eerbetoon aan de teloorgegane hopteelt. Hier een draadveld...
... en hier een staakveld met kleine staakjes...
... en grotere staken.
We gaan verder tot aan de Weimeersbeek, die we oversteken. We zien grote planten aan de kant van de beek, maar helaas kennen we de naam niet.
Wat verder zien we het graan al staan.
Even stoppen voor een mooie roze bloemetjesfoto...
... en om even een mooie streepjespoes te begroeten.
We stappen verder voorbij de lokalen van de scouts.
WBE : Wildbeheer Eenheid.
De wildbeheereenheid Land van Aalst zet zich in voor een weidelijke jachtbeleving, met oog voor een verrijking van fauna en flora en met respect voor natuurliefhebbers, grondeigenaarsen aanbelangende verenigingen.
Meer dan 40 jachtgroepen beheren meer dan 12000 Ha bos, weilanden en velden in de regio van Aalst. 150 actieve leden streven naar een verbetering van het biotoop waarin wild en andere dieren zich thuis voelen.
Als je op dit bankje even wil rusten moet je eerst onkruid wieden :)
Een weiland met mooie geitjes en bokjes. Deze vooraan heeft een mooi frou-froutje.
Ook dit paard vroeg om wat aandacht, en dat kreeg het dus ook. Een wrijfje en een suikerklontje hadden we voor hem bij.
Wat verder zagen we allemaal stukjes bewerkt veld, en hier stonden hele mooie aardbeien.
En we gingen verder tot aan de Kluiskapel, gelegen in de Kluisdreef, die helaas gesloten was. Het huidige gebouw (koor van een verdwenen groter gebouw) werd gebouwd in 1758, maar haar geschiedenis loopt terug tot de eerste tijd van het Christendom in deze streek. In de kapel troont het beeld van Onze-Lieve-Vrouw tussen zwevende engelen; het wordt speciaal vereerd ijdens de begankenis (met Beloken Pasen) en in de meimaand. De Kluiskapel staat bij een geneeskrachtige bron, het "Kluizeputteken", dat hoogstwaarschijnlijk een Keltisch relict is. Hieraan bindt men de legende van de Affligemse monnik, Radulphus, die hier gestorven zou zijn in 1130. Zijn lichaam werd begraven in de kapel, waar zijn aandenken levendig is. Uit de bron spruit water waarvan een dronk de koortslijders genas. Dit water zou ook de vruchtbaarheid bevorderen. Deze bron noemt men ook de "Kinderbron", waaruit de Hekelgemse borelinkskens vandaan komen. Rond de bron liet het gemeentebestuur van Hekelgem in 1971 een sierlijke put metselen.
Sinds 1976 werd de Kluizekermis in ere hersteld en door "De vrienden van de Kluis" werd een actie ondernomen om de kapel te herstellen (1977). De stichting van de Kluiskapel kunnen wij situeren rond het einde van de 7de eeuw of het begin van de 8ste eeuw. Het ontstaan wordt toegeschreven aan de Heilige Ursmarus, abt van Lobbes bij Thuin, bekend voor zijn kerstening van onze streken. Deze kapel kwam in het bezit van de abdij Affligem in 1085.
In de verte zagen we het gewezen Benedictinessenklooster "Maria Mediatrix", dat volledig ommuurd is.
De stichting dateert van 1921, maar de sobere gebouwen werden pas betrokken in 1932. In de relatief kleine gemeenschap traden heel wat intellectueel hoogstaande Nederlandse vrouwen in. Zij hadden vaak al een leven als religieuze achter de rug in apostolische congregaties en zochten naar een meer contemplatief leven. Zij voelden zich aangetrokken door de benedictijnenorde, die op dat ogenblik een tweede opleving kende dankzij het oecumenische gedachtegoed (dom Lambert Beauduin, Keizersberg; Chevetogne), de liturgische beweging (Keizersberg, Affligem) en de vernieuwing van de religieuze kunst (Keizersberg met de kunstenaarskring La Croix Latine, Zevenkerken met L'Artisan Liturgique, dom Bosschaerts en Vita et Pax in Schoten).
Af en toe verborg de zon zich achter de bomen.
We kwamen aan het eind van onze tocht, en met een laatste foto van de klaprozen aan de kant van de straat stonden we weer aan ons beginpunt. Een lekkere Affligem drinken zat er helaas niet in, want de taverne op de binnenkoer is enkel open op vrijdag en in het weekend. En laat ons nu net een andere dag uitgekozen hebben :)
We hopen dat jullie genoten van onze wandeling en tot de volgende keer maar weer.
Gooik is een gemeente in de provincie Vlaams-Brabant. De gemeente telt bijna 9000 inwoners en noemt zichzelf "de parel van het Pajottenland".
In 1977 werden de Pajotse gemeenten Gooik, Kester, Leerbeek, Strijland en Oetingen tussen Halle en Ninove samengevoegd tot de fusiegemeente Gooik.
We vertrokken aan taverne Den Haas en volgden de Berchemboswandeling.
Even het echt paard jaloers maken door het houten paard te aaien...
... en dat beest trapte er nog in ook.. het kwam al hinikkend naar de afsluiting gelopen.
Een beeld op de kaart van Gooik en omgeving.
En zoals dikwijls op de boerenbuiten.. koeien en andere dieren zoveel je wil.
Even genieten van bloesems...
... en jonge denneappels.
Daslook zoveel je maar wou.
Voor de foto even onder de blauwe regen.
Een struik met mooie witte bollen..
In de verte een mooie gerestaureerde hoeve.
Mooie velden vol boterbloemen...
... en nieuwsgierige koeien, die wel heel dichtbij kwamen... want inderdaad, het wandelpad liep tussen 2 hekjes door een weide met koeien...
En flink het paadje volgen naar het bos toe.
Nog even een foto van het mooie landschap en dan gaan we het bos in.
Het Berchembos.
Een boomstronk met zwammen.
Mooie schapen, geen gewone, maar het ras ken ik (helaas) niet.
Ocharme, een dood muisje aan de kant.
Halfweg het bos volgden we de "Postkoetsweg", een holle weg, met bermen van acht tot tien meter hoog. Gelukkig waren er houten trappen om de steile hellingen op te gaan, wat toch heel wat vlotter gaat dan gewoon omhoog stappen.
En zo kwamen we doorheen het bos terug in de bewoonde wereld. Nog even een foto van een mooie koe.. en we stapten rustig door tot aan ons beginpunt. Helaas was Taverne Den Haas nog niet open... dus trokken we maar huiswaarts voor een drankje.
Deze keer op stap in Kester. Kester is een dorp in Vlaams-Brabant. Het is een deelgemeente van Gooik en is dus gelegen in het Pajottenland.
We begonnen onze wandeling aan het Jagershof.
Het eerste wat we zagen was een kapelletje, zoals langs vele Vlaamse wegen.
Een mooie herenwoning die te koop was.
Deze hoeve is prachtig gerestaureerd.
Landelijke wegen.
In de verte zien we de kerktoren van Kester.
Het graan staat al heel mooi.
We zagen in deze streek onderweg heel veel paarden op de weide, en deze waren zo gewillig om kortbij te komen voor de foto.
Een klein bos onderweg, met in het midden een poel.
De boeren waren naarstig aan het werk op hun velden.
Close-up van een bloesem.
Mooie plantjes langs de kant van de beek.
En deze raad volgden we goed op.. we genoten van het stukje natuur.
Even poseren op een bruggetje.
De schapen hadden hun dikke winterpels al uitgedaan en liepen er smalletjes bij.
Even een zicht op de akkers rondom ons.
Eén of andere vogel had hier zijn ei verloren.
En nog boeren aan het werk.. voor die mensen telt een Feestdag niet mee.
Mooi versierde gevel met oude werktuigen van de boerenstiel.
Een knotwilg die tot leven komt.
Mama poes en haar kleintje.
De zon begint zich te verschuilen achter de wolken.
Even genieten van de siesta.
Charmant hoeveke te koop... ja hallo... thuis eens naar de prijs gekeken.. niet voor onze portemonnee.
De Sint-Martinuskerk.
De eerste parochiekerk werd door brand verwoest en in 1864 in neoromaanse en neoclassicistische stijl opgetrokken. Beide stijlen hebben de rondboog gemeen als stijlkenmerk. In het arduinen portaal met dubbele rondboog staat het bouwjaar vermeld.
Bezienswaardig zijn zeker de vier mooi uitgesneden biechtstoelen waarvan en twee in Lodewijk XV-stijl zijn gesneden, de communiebank en koorstoelen uit 1888, het beschermde orgel, de muurschilderijen en de glasramen. De laatgotische torenmonstrans uit eind 15de eeuw is het pronkstuk van de kerkschat. Helaas was de kerk toe, en konden we de binnenkant niet bewonderen.
En zo kwamen we weer aan ons beginpunt. We hebben genoten van deze wandeling, het was echt op "den boerenbuiten", in geuren en kleuren.. iets wat we in onze gemeente niet meer vinden.
Deze keer op stap in Pamel, een dorp in de provincie Vlaams-Brabant en een deelgemeente van Roosdaal. Het dorp ligt aan de Brabantse oever van de Dender.
We volgden het Dikke van Pamelwandelpad.
We vertrokken aan de Sint-Gaugericuskerk. Deze kerk in neogotische stijl werd gebouwd in 1903. De kerk werd gebouwd ter vervanging van een verdwenen kerkgebouw dat meer in het westen, vlak bij de Dender op een plaats die toen het centrum van Pamel vormde. Al in 1179 stond hier een kerk die in 1868-69 werd vergroot. De kerktoren werd verhoogd in 1878 maar de instorting van de toren, het jaar nadien, zorgde er voor dat het gebouw volledig werd gesloopt. Een deel van haar inboedel verhuisde naar het nieuwe kerkgebouw.
De beschermheilige van de kerk is Sint Gaugericus.
Oorlogsmonument vóór de kerk.
Al heel snel kwamen we via een baantje en langs een paar achtertuintjes (waar een poes op loer lag)...
... terecht in het open landschap.
Even stilstaan voor een foto van een bloesem.
En onze weg vervolgen via verharde landwegen.
Nis met het beeld van Maria.
Een plaatselijke bloemenkweker.
Prachtig vergezicht.
Op de grens van Pamel en Meerbeke (Ninove) werden vlak voor de Tweede Wereldoorlog vier robuuste bunkers gebouwd. Ze waren deel van de strategische IJzeren Muur of KW-linie tussen Koningshooikt en Waver.
De KW-linie is één van de verdedigingslijnen die net voor de Tweede Wereldoorlog gebouwd werden om België te beschermen tegen een Duitse inval. De linie bestond uit meer dan 400 bunkers en liep dwars door België, van Koningshooikt tot Waver. Vandaar de naam KW-linie.
De eerste bunker die we tegenkwamen uit WO II was toegankelijk voor het publiek. Meestal zijn de bunkers afgesloten, maar deze keer konden we een kijkje nemen binnenin.
Op het grasperk rond de bunker was een wijzer aangebracht, die de richting aanwees van het noorden, oosten, zuiden en westen. Ook waren er verwijzingen naar de omliggende streken en dorpen.
We vervolgden onze weg in het open en heel winderige landschap.
De 2e bunker, deze was afgesloten.
Vele prachtig gerestaureerde hoeves.
Een nogal kleine knotwilg.
Heel in de verte een windmolen.
Bunker nr 3 was ook gesloten.
Kapelletje uit 1931.
Een paard komt ons begroeten...
Mooi gerestaureerd herenhuis.
Geboren te Pamel op 14 juni 1848 en er overleden op 16 februari 1885. Victor woonde in het ouderhuis aan de Kerkstraat, in de schaduw van de (oude) kerk aan de Dender.
De eerste levensjaren lieten niet vermoeden dat hij zo zwaarlijvig zou worden, maar vanaf 'zijn vierde of vijfde jaar begon zijn lichaam zo in omvang toe te nemen dat hij, acht jaar oud, niet meer op een gewone schoolbank kon zitten, ...'. In de gemeenteschool op Ledeberg gaf de meester hem dan ook een 'ruimere plaats'. Op zijn elfde zou hij al 112 kg hebben gewogen ! Als dat zo was zullen velen hem toen wel al de Dikke hebben genoemd. Na zijn schooltijd hielp hij, zoals toentertijd gebruikelijk, op de boerderij van zijn ouders.
Negentien jaar oud riep men hem naar Brussel voor de loting/keuring als mogelijk soldaat. Maar gezien hij toen al 225 kg woog kon hij niet in een gewone treinwagon. Werd hij toch meegevoerd in een goederenwagon of in de postwagen, of voerde men hem erheen in een kar ? Blijkbaar geraakte hij in Brussel, waar vele nieuwsgierigen hem opwachtten. De Dikke werd, niet zo verwonderlijk, afgekeurd.
Weliswaar schreef pastoor Van Eyndhoven dat de Dikke tot zijn vijfentwintig jaar een fris en gezond voorkomen had. 'Hij was groot, zwaar en struis, maar zo wel gebouwd dat men zich niet zelden met verwondering afvroeg, waar bij hem al dat gewicht verborgen was'. Een gezellige jongeling was hij, die zich gaarne vermaakte 'in vergaderingen zijner dorpsgenoten', altijd gekleed in een blauwe lijnwaden kiel.
Maar daarna '... begon handenarbeid hem al meer en meer te bezwaren en weldra werd het hem helemaal onmogelijk nog boerenwerk te verrichten.' Hij had het lastig, zeker bij warm weer. Dan verschool hij zich in de koele kelder of ging waggelend en hijgend naar de Dender en zocht er verfrissing langs de boord of drijvend op het water.
Intussen was hij ook buiten Pamel bekend geraakt als 'de Dikke van Pamel' of 'le Gras de Pamel'. Vooral 's zondags, wanneer hij naar de kerk ging, kwamen vaak (rijen) kijklustigen naar Pamel afgezakt. Anders kregen ze hem moeilijk te zien, want de Dikke moest niet weten van al dat nieuwsgierig gedoe. Het werd hem trouwens te bar, ging niet meer naar de mis, verschool zich in de kelder, ging achter de deur van de herberg liggen zodat vreemdelingen niet binnen geraakten.
Vrij zeker is ook dat hij rond 1878 het voorstel kreeg om zich tijdens de wereldtentoonstelling in Parijs in een 'barak' te laten 'aangapen', maar de Dikke sloeg dit lucratief aanbod (100 000 fr.!) verontwaardigd van de hand.
Ook na zijn dertigste bleef de Dikke verzwaren, zijn lichaam werd ondraaglijk. Het werden jaren van lijfelijke miserie, van lichamelijke en mentale aftakeling. Niets meer van die vroegere frisheid alleen (mede)lijden. Was zijn zwaarlijvigheid erfelijk, een ziekelijke aandoening? Zeker waren ook een onverzadigbare eetlust, zoetigheden en vele pinten bier oorzaak.
Bij zijn overlijden werd met gewicht, lengte en omvang gegoocheld, allemaal schattingen want de Dikke wou niet gewogen worden, en alleen de kleermaker mocht hem meten. Volgens de 'Gazette van Gent' woog hij 'meer dan 300 kilos, was ruim 2 meters lang ...', maar twee dagen later schreef diezelfde krant dat hij maar 550 pond (ong. 275 kg) woog, 1,93 m groot was en 'zijne billen hadden een dikte van eenen meter omvang.' In 'De Denderbode' woog de Dikke in eenzelfde artikel eerst 300 kg, daarna 'amper' 252 kg, zijn buikomtrek bedroeg 2 m. Volgens pastoor Van Eyndhoven woog hij ongeveer 300 kg en was hij 2 m dik, Sis Barbé schatte een gewicht van 325 kg.
Rond 1985 zorgden het Davidsfonds-Roodaal en het gemeentebestuur ervoor dat de Dikke in het honderste jaar na zijn overlijden werd herdacht en in 2001 kreeg Pamels beroemdheid aan de Dender een standbeeld.
En zo kwamen we langs de Dender en de grote baan stilaan terug aan ons beginpunt. Wel zeggen we erbij dat het vorige dinsdag heel koud en winderig was, en er af en toe regen viel, wat ons deed besluiten om onze wandeling een stukje in te korten...
... en ons op te warmen in een plaatselijk caféetje.
Zo dit was het voor deze keer. Wij zien jullie graag terug de volgende keer.
Deze keer volgden we het Gilbert Romeynspad in Sint-Martens-Bodegem.
Sint-Martens-Bodegem is een deelgemeente van Dilbeek in de provincie Vlaams-Brabant.
We vertrokken aan het vroegere gemeentehuis.
De Sint-Martinuskerk is opgetrokken in laatgotische stijl en heeft een kruisbeuk met vieringtoren. De westbouw heeft een romaanse oorsprong: tot de 19e eeuw bevonden er zich nog rondvensters in de westgevel.
Rond de kerk ligt het ommuurde kerkhof. Langs de straatkant van de muur zie je overal metalen haken met een ring in. Dit dateert van vroeger jaren, toen de boeren hier hun paarden aan vastmaakten.
Mits wat opknapwerk zou hier iets moois van te maken zijn.
Aan de zijkant van één van de boerderijen zagen we deze nis met kruis.
De gouden regen staat mooi in bloei.
Onze tocht verliep langs smalle paadjes en veldwegjes.
De bloesems aan de bomen geven een lentegevoel, hoewel het niet echt warm was om te wandelen.
Verloren paasbloemen aan de rand van een grasberm.
Een nieuw huis gebouwd, maar toch het oude deel van de stal behouden.
Enkele mooie natuurbeelden...
Een vervallen huisje.
De daslook groeide welig langs de kant van de weg.
Een paar mooie geitjes en bokjes.
De haan was ook van de partij.
Hier stappen we over de spoorlijn Aalst - Brussel. De "oude lijn" zoals ze hier bij ons zeggen. Als wiij naar Brussel gaan met de trein hebben we de keuze, de "nieuwe lijn", dan zijn we op 18 minuten in Brussel Zuid, dat doen we meestal bij het vertrek. Als we terugkomen van Brussel nemen we meestal de omnibus langs de "oude lijn' dus, zo zitten we eens langer op de trein, en hebben we dus meer geniet van onze rit.
In deze regio zie je nog veel boerderijen.
De Molenbeek, deze hebben we meer dan eens gezien en overgestoken.
De Molenhoeve uit 1738.
Hoeve met watermolen met 18de-eeuwse kern, gelegen ten zuiden van de Molenbeek. Ten oosten aan de overzijde van de Molenstraat is nog een klein bekken aanwezig als restant van de voormalige molenvijver of spaarvijver samen met een rij bomen naast de voormalige loop van de Molenbeek.
De molen werd in 1965 verkocht aan Jan Van den Haute, zoon van de toenmalige huurder en maalder, die er nog steeds woont. Volgens de huidige eigenaar zou de molen tot 1958 op waterkracht gemalen hebben en daarna tot 1968 op elektriciteit. In de jaren 1970 werd de waterval onteigend omwille van de overstromingen bij hevige regenval, de Molenstraat werd hiervoor ook verhoogd.
Castelhof.
Het voormalige kasteel Castelhof aan de Molenstraat in Sint-Martens-Bodegem (Dilbeek) werd al vermeld op het einde van de 13de eeuw als zetel van de lokale heerlijkheid. Het huidige complex is vooral het resultaat van verbouwingen in de loop van de 20ste eeuw, hoewel muurankers '1642' nog wijzen op de oudere oorsprong. Het complex, dat niet beschermd is, doet momenteel dienst als jeugdcentrum.
Er waren heel wat ouders met kleine kinderen aanwezig, want de klokken hadden paaseieren laten vallen voor de kleintjes. Het was schoon om zien, allemaal met hun zakje in de hand, op zoek naar eieren. Ook de paashaas was van de partij.. je ziet hem als je goed kijkt in zijn witte pluchen pakje staan op de foto hieronder.
Het domein rondom wordt ook gebruikt als lesmateriaal voor de scholen, zo was er een schema van een leerpunt, waar de kinderen kunnen leren over de natuur, en een insectenhotel.
Het station van Sint-Martens-Bodegem.
Een heel speciaal huis, precies een mini-kasteeltje.
We gaan verder langsheen de Molenbeek (alweer).
De Honsemhoeve van 1420.
Momenteel gebruikt als Bed & Breakfast, de site is de moeite waard. De hoeve dateert van 1420 en kreeg in 1870 haar definitieve structuur. Michel Coppens kocht het gebouw en de omliggende weilanden in 1995. Hij heeft ze met veel zorg gerestaureerd en weer tot leven gebracht... Meteen kreeg de hoeve een nieuwe bestemming: een uniek concept voor wie op zoek is naar een authentieke verblijfsaccomodatie van hoog niveau.
Op de Onsemhoeve vindt de business-reiziger rust en comfort, ook voor meerdere dagen. Voor wie Brussel en het Pajottenland wil bezoeken is ze de ideale uitvalsbasis. Fietsers en wandelaars kunnen van hier vertrekken voor prachtige tochten door het land van Breughel. http://www.onsemhoeve.be/
Kapel van 1888.
En we gaan verder langs bloeiende bomen.. met prachtige bloesems.
Een lammetje dat benieuwd onze kant op kwam.
En wat zagen we ineens in de Molenbeek ?? Moeder de eend met haar kuikentje... is dat geen schattig plaatje ?
Ook de pony's kwamen kijken of we niks voor hen hadden.
Efkes poseren voor de foto.
En zo kwamen we aan ons beginpunt terug. Nog even in de verte een blik op Hof te Bodegem, en dan naar huis.
Deze keer geen foto van een cafeetje, want helaas op het dorpsplein was er geen, dus hebben we thuis maar een lekkere pint gedronken.
Gontrode is een dorp in Oost-Vlaanderen en een deelgemeente van Melle. Het telt bijna 1000 inwoners.
De neogotische Sint-Bavokerk werd gebouwd in 1854-1855, na de afbraak van de oude kerk. Helaas zoals zo dikwijls zijn van de kerken in Vlaanderen de deuren gesloten. Hier en daar zijn er open, maar dan wordt er duidelijk vermeld dat er camerabeveiliging is.. waar gaat dat toch naartoe ?
Na amper een paar minuten van ons vertrekpunt duiken we al de rustige natuur in.
De boeren beginnen stilaan hun land klaar te maken voor het zaaien.
Ook de bomenkwekers beginnen aan hun werk.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog legden de Duitsers hier een vliegveld aan voor hun zeppelins en vliegtuigen. Hier steeg de LZ37 op met de opdracht om Londen te bombarderen. Het luchtschip werd 7 juni 1915 neergehaald.
Hier zien we de restanten van een bunker. Aan de bovenkant is hij grotendeels verstopt onder een laag grond. Dit zal wel deels origineel geweestzijn om de structuur vanuit de lucht aan het zicht te onttrekken. De structuur is praktisch vierkant. Vooraan rechts, één van de twee raampjes (allicht ventillatiegaten).
Dit is de bunker verderop in het veld gelegen. Hij is nog meer dan de vorige bedekt met grond waardoor hij het uitzicht krijgt van een berg grond in het midden van het veld. Voorkant (kant met de toegang) en de kant gericht naar de Scheldestraat, zijn nog volledig afgedekt met grond, net zoals de bovenkant.
Aangezien we hier tussen de boom- en struikkwekers zitten, ziet men hier en daar grote serres staan.
Kapel langs de Kapellendries.
Het kapelletje is mooi onderhouden en er branden kaarsjes.
Dit is wel een heel speciaal model van huis.
De Japanse kerselaar is al bijna al zijn bloesems kwijt.
En we genieten verder van de rustige wegen in de vrije natuur.
In het dorp ligt het spoorwegstation van Gontrode.
Onderweg zagen we ook 3 windturbines.
En nog een mooie landelijke woning temidden van de rust en stilte.
Nog wat mooie bloemetjes..
Dit mooie paaskonijn hing te blinken aan een voordeur.
Even aan de overweg wachten om een treintje te laten passeren.
Nog een laatste foto van een lentebeeld...
... en dan genieten van een pintje én een koffietje.
Smeerebbe - Vloerzegem is een dorp in de provincie Oost-Vlaanderen en een deelgemeente van de stad Geraardsbergen. Het heeft 760 inwoners.
Smeerebbe en Vloerzegem waren afzonderlijke dorpjes, die elk apart tot de Baronie van Boelare, in de kasselrij en het Land van Aalst, behoorden. Op het eind van het Ancien Régime werden bij de invoering van de gemeenten beide een gemeente, maar in 1825 werden ze al samengevoegd tot de gemeente Smeerebbe-Vloerzegem. Smeerebbe en Vloerzegem, ze grenzen aan elkaar maar toch voelden de bewoners zich niet met elkaar verbonden. 'Die rivaliteit leeft enkel nog bij de oudere bewoners, de jongere generaties doen daar niet meer aan mee'.
De Sint-Amanduskerk in Smeerebbe. De kerk is gebouwd op een heuvel vanwaar men op het omliggende een schilderachtig uitzicht heeft. Naar kunstwerken moet hier niet gezocht worden. Alleen de doopvont is merkwaardig: op een zware ronde pilaar rust de ondiepe, uitwendig achthoekige, kuip. Helaas... zoals zo dikwijls was de kerk ook dicht.
Boerderij, hoeveslagerij, hoevecafé en duivenlokaal 't Olmenhof is reeds lang een begrip in de streek. Gelegen bovenop een heuvel in het centrum van het pittoreske Smeerebbe, trekt de unieke gesloten vierkantshoeve uit de 18de eeuw het hele jaar door bezoekers door haar unieke aanbod. http://www.olmenhof.be/
De hoeveslagerij 'Elk zijn deel' bevindt zich op de boerderij 't Olmenhof. Het bedrijf is 30 ha groot, waarvan 15 ha blijvend gras, 7 ha raaigras, 6,5 ha gerst en 1,5 ha maïs. Er vertoeven een 100-tal runderen van het witblauw ras, van kalf tot slachtrijp rund.
De slagerij is actief sinds 1995 en heeft een brede en tevreden klantenbasis. Belangrijke troeven zijn de goede kwaliteit en de versheid van het vlees, alsook het comfort van de pakketten, met porties die zijn afgestemd op de noden van de klant.
De hoeveslagerij is gespecialiseerd in het verwerken van vers rund-, baby-beef- en varkensvlees tot gebruiksklare pakketten. De pakketten zijn op voorhand telefonisch te bestellen en zijn steeds op maat van de klant.
Het hoevecafé 't Olmenhof is geopend sinds maart 2004 en een unieke trekpleister in de omgeving voor fietsers, buurtbewoners, wandelaars, duivenmelkers en andere toevallige voorbijgangers. Cafébaas Hendrik verwelkomt u graag in het mooi bewaarde, authentieke 18de eeuws gebouw.
Het café is geopend in het weekend en op feestdagen. Het is een tof plekje voor elkeen om zijn dorst te lessen. Kom zeker eens langs om ne pot te pakken in een fijne omgeving. Maar wij maakten deze wandeling vorige vrijdag.. dus was het café gesloten.
Gelukkig stond het paard in weide, dus daar schonken wij graag onze aandacht aan. Het was echt een lief beest.
Hier het vee dat wordt gekweekt om op te eten.
En zo vervolgden we onze wandeling op den boerenbuiten.
Even achterom kijken naar de kerk waar we gestart zijn.
Fruitboompjes die in bloei komen.
En weer tussen de uitgestrekte weilanden verder.
We zitten dus op de grens met de Vlaamse Ardennen.
En in de verte zien we nog steeds de kerktoren.
Leuk voortuintje.
De koeien stonden met belangstelling te kijken naar ons.
Café 't Buitenbeentje... even halt houden voor een plas- en drinkpauze.
En dan met veel plezier verder langs mooie wegjes.
Hier en daar al een bloeiend bloemetje...
... en nieuwsgierige eendjes.
Even poseren voor de foto.
En de beek verder volgen...
... en nog eendjes.
St.-Matteus kerk in Vloerzegem. Het pittoreske dorpspleintje en charmante kerkje hebben Zuid-Franse allures. De Sint-Matheuskerk staat er al sedert de 12de eeuw. De heilige Veronus werd er aanroepen tegen reuma, hoofdpijn en zenuwziekten. Het intussen geklasseerde gebouw werd in 1976 al eens gerestaureerd. Helaas was de deur vast en konden we binnen geen kijkje nemen.
En zo kwamen we stilaan terug bij ons beginpunt.
Zo, beste bloggers, we hopen dat jullie ook genoten hebben van onze wandeling.
Deze keer maakten we de Burghtwandeling in Bever (Biévène), een gemeente in het Pajottenland, provincie Vlaams-Brabant.
Bever is de zuidelijkste gemeente van Vlaams-Brabant met de laagste bevolkingsconcentratie in de streek. De gemeente telt ongeveer 2000 inwoners. Het Pajottenland, Henegouwen en Oost-Vlaanderen raken er elkaar. De officiële taal is er het Nederlands. Daarnaast kent het ook taalfaciliteiten voor haar historische Franstalige minderheid.
Bever is het dorp van 101 kapellen en van de heksenvereniging De Makrallen. Eind van de 16e eeuw kwamen twee Beverse vrouwen op de brandstapel terecht. Sedert enkele jaren is deze geschiedenis vereeuwigd in het heksenstandbeeld. Opvallend is dat de gemeente Bever, op twee na, geen straatnamen heeft. Eigenaardig is dat op de kaart van de buurtwegen in 1841 wel degelijk straatnamen vermeld worden. Naar verluidt zou een oorlogsburgemeester dit verordend hebben om het de bezetter moeilijk te maken de opgeëisten terug te vinden.
Hierbij hebben alle straatnamen in een wijk dus dezelfde naam (de wijknaam in kwestie). Dit levert evenwel soms problemen op voor postbezorging en Gps-systemen. En daar hebben we onderweg kunnen van meespreken ! Op de duur begin je serieus te twijfelen of je nog de juiste weg volgt !
Beeld van de "Makrallen", de Beverse heksen. Gemaakt door kunstenaar Thierry Van Vreckem, www.thierryvanvreckem.be
De Sint-Martinuskerk, opgetrokken op het einde van de 18e eeuw en afgewerkt in 1804.
Standbeeld vóór de kerk, ter nagedachtenis aan de oorlog.
L' atelier Chocolat gevestigd in een 18 eeuws gebouw. Helaas was het winkeltje gesloten, maar hier kom je meer te weten : www.latelier-chocolat.be
De ingang van het kerkhof.. Juist op dat moment was het 11uur en hoorden we de kerkklokken luiden... het moment van een minuut van stilte voor de slachtoffers van de busramp in Zwitserland.
En natuurlijk ons kennende, dieren onderweg moeten op de foto.
Wilgenkatjes.
Een paar vergezichten van akkers. Deze vruchtbare, minder vochtige gronden, worden gebruikt voor verscheidene teelten (koren, veevoeder en industriële gewassen) en geven een open akkerlandschap.
De romp van de oude molen van Théophile Denut. De bosmolen, zo werd hij genoemd, werd opgetrokken door Baron de Blondel van Viane in 1828.
Eén van de vele mooie gerestaureerde boerderijen.
Lange rustige wandelpaden.
Eén van de vele kapelletjes die we onderweg zagen.
Moeder de gans maakte van haar oren en kwam al blazend op ons af.
Een onbewoonde boerderij, met het kleinste kamertje, de wc dus, nog buiten op de koer. Vroeger gingen de mensen letterlijk "naar de koer".
Deze 2 ezels waren zo lief dat ze een suikerklontje verdienden.
Oef, eindelijk de lange weg vals plat is ten einde. Even achterom kijken en tegen onszelf zeggen dat we het goed gedaan hebben.
De Sint-Martinuskapel in het gehucht Burght. Ze werd gebouwd in 1760. Van buiten is de kapel een merkwaardig gebouwtje, binnenin is dit bedehmuis volledig opgeknapt door de buurtbewoners. Helaas was de deur vast.
We waren op 5,5 km van Deux-Acren, misschien doen we deze gemeente één van de volgende keren.
En stilaan komt ons beginpunt weer in zicht.
Nog een rustmoment.
En.. een kapelletje uit 1954.
Het oude klooster werd gesticht in 1830 door de Zusters van Sint-Franciscus van Sales en in 1975 aangekocht door Jean-Luc Van Acker om er een jeugdheem van te maken. Helaas moest hij er wegens gezondheidsredenen mee stoppen. Nu is het "Rosario" een stiltecentrum geworden. Woorden zijn dus overbodig.
Nog een laatste blik op een steegje met een rare naam.
Scheldewindeke is een gemeente in Oost-Vlaanderen, en een deelgemeente van Oosterzele.
De originele, vroeggotische Sint-Kristoffelkerk stamt uit de 13e eeuw, en werd opgetrokken uit Balegemsteen. Van de middeleeuwse eenbeukige kerk blijft niet veel over. Het huidige transept stamt uit de 14e eeuw, en het koor werd in de 16e eeuw vernieuwd. Het huidige neogotische schip met spitsboogramen werd gebouwd in ongekapte hardsteen en veldsteen. De achtzijdige vieringtoren werd in 1902 vergroot.
De Sint-Kristoffelkerk was helaas niet open, dus konden we geen kijkje nemen binnenin de kerk.
Monument ter ere van de gesneuvelden in WO I.
We verlaten het dorpsplein en komen via een rustige dreef al vlug in een mooi natuurlandschap terecht.
We vervolgen onze weg door een kalme woonwijk ...
en belanden zo naast de spoorlijn.
Zicht op het waterzuiveringsstation.
Na een kleine halte bij de lokale ambachtelijke bakker om ons wat te versterken, beginnen we aan het tweede deel van onze wandeling. Al vlug kunnen we opnieuw de vrije natuur induiken. Op momenten was het echt genieten van de stilte.
Een lieve bok die zomaar aan de draad kwam staan en die zich zelfs liet aaien.
Op de grens met Balegem hebben we zicht op de stenen molen, genoemd Molen ten Berg.
Duivelskapel of Sint-Martinuskapel. Behalve deze steen viel er hier weinig te zien.
Even uitblazen...
Een brave jongen die we blij maakten met enkele sneetjes van ons vers gekocht brood.
Terug aangekomen in het dorp zien we een gerestaureerd oud huisje dat dienst doet bloemenzaak.
In een cafeetje onder de kerktoren genieten met het vrouwtje van een verdiende dorstlesser.
Groetjes aan alle bloggers en tot een volgende uitstap.
Opwijk is een landelijke gemeente, gelegen in de driehoek Brussel - Aalst- Dendermonde en situeert zich in het noordwesten van Vlaams-Brabant.
We volgden het Hestergemwandelpad van 9 km.
Na de start komen we al snel in de dorpskern terecht. Het eerste mooie gebouw is 't Schoolhuis waarin het Buitengewoon Secundair Onderwijs gevestigd is.
De naam zegt het zelf : Atelier collier.. hier worden ambachtelijke juwelen gemaakt.
Langs vele Vlaamse wegen komt met kapelletjes tegen. Zo ook hier in Opwijk.
Aangekomen op het dorpsplein met zicht op het gemeentehuis.
Het Brouwershuis dat zich naast het gemeentehuis bevindt.
De St.-Pauluskerk. De oorspronkelijke kerk werd gebouwd in de jaren 1410 en 1420 in Brabantse hooggotiek. Door de vele branden en verwoestingen werd de kerk heropgebouwd en plechtig herwijd in 1603.
De monumentale preekstoel die de bekering van St.-Paulus voorstelt en in 1823 werd gebeeldhouwd door de Mechelse meesters Laurent en Tambuyser.
Ereconsul van van Tsjaad.
Voorbij brouwerij De Smedt, gekend voor hun Op-Ale maar ook de brouwers van het abdijbier Affligem.
We verlaten de dorpskern en komen terecht in de landelijke omgeving rond Opwijk.
De wandeling loopt voor een klein gedeelte over de Leirekensroute. Op 11.09.1994 werd deze route officieel als wandel- en fietspad open gesteld. Vroeger behoorde de bedding van deze route tot de spoorlijn 61 : Antwerpen-Zuid - Opwijk - Londerzeel - Aalst. Tussen 1879 en 1976 reden boemeltreinen op deze spoorlijn die landbouwgoederen naar de lokale markten brachten.
Terug aangekomen bij het vertrekpunt, Hof ten Hemelrijk. Dit gebouw was vroeger een omwalde hoeve van middeleeuwse oorsprong en dateert uit de 14de of 15de eeuw. Deze Brabantse hoeve met meer dan 3ha grond werd in 1977 door het gemeentebestuur aangekocht en doet nu dienst als Gemeenschapscentrum.
We eindigen onze wandeling met het lokale biertje in één van de schuren die nu dienst doen als cafétaria.
Zo, dit was het weer beste bloggers. Tot een volgende keer.
Bogaarden is een dorp, gelegen op een heuvelrug tussen twee valleitjes. De bewoning is er nog steeds geconcentreerd rond en in de onmiddellijke omgeving van de parochiekerk. Tijdens het Ancien Régime - dus voor 1795 - maakte Bogaarden, samen met verschillende andere heerlijkheden uit de omgeving, deel uit van het Land van Edingen.
De Daalwandeling is 4,5 kilometer lang en vertrekt aan de Sint-Theodarduskerk in Bogaarden. De lichtglooiende korte wandeling leidt ons door de akkergebieden ten zuiden van de dorpskern.
.
Deze hoeve, daterend uit 1901, bevindt zich op het dorpsplein naast de kerk.
Enkele vergezichten.
Oud kapelletje langsheen de velden.
Een van de vele oude hoeves die we onderweg tegenkwamen.
Halverwege onze tocht komen we voorbij het kasteeltje "Den Daal".
Een bosje verlaten sneeuwklokjes in de berm.
Een licht smeulend vuur maar niemand te zien....
Ook de bokjes waren van de partij.
Terug aangekomen bij ons vertrekpunt. De dorpskern ligt er verlaten bij alsof de tijd hier stil is blijven staan. Geen bakkerijtje of een lokaal cafeetje om even uit te rusten. Dus snel naar huis om ons te versterken.
Zo beste bloggers dit was het weer voor vandaag. Tot een volgende keer.
Hier zijn we weer.. deze keer een strandwandeling gemaakt in Nieuwpoort-Bad.
Nieuwpoort (Frans : Nieuport) is een stad en badplaats aan de Belgische Kust. Nieuwpoort zelf bestaat eigenlijk uit twee delen, Nieuwpoort-Stad en Nieuwpoort-Bad. Daarnaast behoren tot de gemeente ook de dorpjes Sint-Joris en Ramskapelle. De stad telt bijna 11.000 inwoners.
Appartementen bij de vleet. Niks voor ons, te druk, te lawaaierig en geen tuintje.
Jullie zien aan de golven dat er een stevig briesje stond.
En ook kwamen er af en toe donkere wolken opzetten.
Die dan weer afgewisseld werden door witte wolkjes.
Zeilbootje op het water.
Een kitesurfer aan het werk.
Ook de zeemeeuwen waren van de partij.
Onze Suzy vond het maar niks, die wind op haar snoetje.
Dit vond mijn vrouwtje een mooie schelp. En dankzij de tip van Mizzd is de foto heel geslaagd. Bedankt Mizzd !
Mesheften op het strand. Mesheften zijn langwerpige brons/bruin kleurige schelpen van ongeveer 15 tot 25 centimeter lang. Mesheften (scheermessen zoals vissers ze noemen) is de verzamelnaam voor verschillende soorten schelpdieren, waarvan het kleine en groot tafelmesheft, de grote zwaardschede, de Amerikaanse zwaardschede en de messchede de belangrijkste zijn. Ze leven tot zo'n 50 cm diep verticaal ingegraven in de bodem en eten plankton, dat ze uit het water filteren. Deze schelpdieren worden gebruikt als aas om te vissen.
Brrr.. toch niet warm, hoor.
Oude woning verdrongen tussen de hoge flatgebouwen.
Brandweermannen kwamen een "metalen buis" inspecteren die op het strand lag. Op het eerste zicht niets verdachts, dus namen ze het voorwerp mee.
Zicht op de pier.
Jeugdverblijfcentrum De Barkentijn zet zijn deuren wagenwijd open voor scholen, verenigingen, groeperingen die er eens op een ontspannen manier tussenuit willen of een geschikte locatie zoeken voor de organisatie van een activiteit of zeeklas.
En we besloten onszelf eens te trakteren, omdat onzer beider medische controles (ik voor mijn hart, en vrouwtjelief voor haar BK) allebei in orde waren. Dus gingen we een hapje eten in een restaurant op de dijk, niks speciaals, gewoon een dagschoteltje. En het heeft ons gesmaakt...
Zo, dat was het weer. We hopen dat jullie het leuk vonden.
Hier zijn we weer.. Deze keer maakten we de Kastelenwandeling in Gaasbeek.
Gaasbeek is een deelgemeente van de gemeente Lennik, gelegen in het zuidwesten van de provincie Vlaams-Brabant. Het is een klein landelijk dorp met ongeveer 300 inwoners.
Als trekpleister in het Pajottenland is het groene Gaasbeek, in de "achtertuin" van Brussel, vooral bekend om zijn kasteel.
In 2007 werd Gaasbeek in een nationale verkiezing verkozen tot één van de 15 mooiste dorpen van Vlaanderen.
De tocht ging van start aan het pleintje voor de Onze-Lieve-Vrouwekerk. Omheen de kerk ligt het nog steeds dienstdoend kerkhof van Gaasbeek. De kerk is een beschermd gebouw, de ommuring van het kerkhof behoort mee tot het beschermd dorpsgezicht.
Schandpaal op het dorpspleintje.
Mooie plant, helaas kennen we de naam niet.
Zelfs druiventeelt begint hier te komen, we zagen verschillende plaatsen aan huizen waar wijnranken groeiden.
Mijn vrouwtje kon er niet aan weerstaan om van deze poes een foto te nemen.
Onderweg zagen we veel gerestaureerde hoeves.
Vergezicht van de landerijen in het Pajottenland.
Dit zagen we voor de eerste keer op één van onze wandelingen : een heuse perzikenboom.
Even stoppen voor een foto.
Moeilijk te zien op de foto, maar dit is een hazelaar.
Prachtige champignon.
De maïs is ver rijp om afgereden te worden, want de kolven springen al open en de maïskorrels komen kijken.
En we gaan het bos in...
Even inzoomen en kijk voorwaar : daar staat de Basiliek van Koekelberg !
We hadden er al een tocht van 8,5 km opzitten, dus werd mijn vrouwtje toch moe.. helaas, we hadden zeker nog 2 uur kunnen wandelen in het bijna 50 hectare groot wandelpark, met bos en vijvers, eeuwenoude bomen en beschermde gebouwen. Maar dit zal iets voor volgende keer zijn... Ahja, de binnenkant van het kasteel van Gaasbeek hebben we al eens jaaaaaaaren geleden gezien... maar voor wie toch benieuwd is.. neem hier een kijkje : http://www.kasteelvangaasbeek.be/
Zo beste bloggers, dit was het weer... tot de volgende keer.
Outer is een dorp in de provincie Oost-Vlaanderen en een deelgemeente van Ninove. Het dorp heeft een oppervlakte van 8,31 km². De dorpskern ligt net ten westen van het stadscentrum van Ninove. Een oude vermelding dateert uit 1184 als het Latijnse Oltra. In de 13de eeuw komen de vormen Outhre en Outre voor.
Onze tocht ging van start aan de Sint-Amanduskerk. Deze kerk gaat terug tot een gotische kerk uit de 15de eeuw, waarvan alleen de onderbouw van de westertoren is bewaard. De bovenbouw dateert uit 1752, en werd in de volgende eeuwen nog sterk aangepast. De kerk is beschermd als monument; de omgeving en het nabijgelegen populierenbos over de beek zijn beschermd als dorpsgezicht.
Herdenkingsteken aan de muur links van de ingang van de kerk ter herinnering aan de gesneuvelden in de oorlog 14-18.
De vroegste geschiedenis van de kerk zou tot de 12de eeuw teruggaan. Het bedehuis was oorspronkelijk in het bezit van de abdij van Honnecourt; pas in 1709 krijgt Outer een eigen pastoor. Van de gotische kerk bleef slechts de onderbouw van de vierkante westtoren bewaard. De kerk verkeerde omstreeks het midden van de 17de eeuw in een verwaarloosde toestand. Nog in 1698 was het koor met stro bedekt. In 1725 werd de kerk grondig hersteld en van een gewelf voorzien. In 1752 worden het dak en de muren van de toren opgeknapt: de muurankers '1752' net onder de galmgaten, getuigen hiervan. Drie jaar later werd de kerk geplaveid met blauwe natuursteen en witte marmer.
In 1830 werd het bedehuis vergroot naar plannen van de Ninoofse architect J.B. Van Impe en in 1846 bouwde men een nieuw koor. De kerk werd van 1972 tot 1974 grondig hersteld.
Het hoofdaltaar.
En weer hadden we geen leeg flesje mee om wat gewijd water mee te brengen naar huis.
Deze tekst staat op onderstaand monument :
"Hulde der Christene Demokraten aan hunnen leider Smid Lambrecht, in leven bestruurder der vrye klok. 1858 - 1908"
Het monument bevindt zich op het pleintje voor de pastorie in de... jaja... Smid Lambrechtstraat.
De pastorij is volledig ommuurd. Maar een "letterlijk" lange arm boven de afsluiting, en we hebben toch een beeld van de woning.
Onze tocht begon tussen de maïsvelden.
En de vlierbessensstruiken.. en jaja, jullie kunnen het al raden zeker ? Inderdaad, we hebben een heleboel vlierbessen geplukt om vlierbessengelei van te maken.
Iets wat we nog niet kenden : een "tractorsluis". Dus even opgezocht wat dit wil zeggen.
Een tractorsluis : blokken fungeren als tractorsluis: landbouwverkeer kan er gemakkelijk over, maar het wegje voor sluikverkeer gebruiken is onmogelijk geworden voor auto's. Fietsers en wandelaars genieten er het volwaardige recreatief medegebruik van dit landbouwgebied.
Deze berggeit lag op tafel te genieten van de zon.
Wij genoten ook van het goede weer.
De boeren waren druk bezig het graan af te maaien.
Lief paard met mooi geknipte manen.
Aan de kant van de landbouwwegen zagen we ook heel wat bomen met rode besjes aan. Voor ons onbekend, maar misschien kan er ons wel een blogger zeggen wat dit is en of je er evt konfituur kan van maken.
Ik dacht dat paddestoelen alleen in de herfst voorkomen... mooi niet dus, dit exemplaar stond nu in het gras.
Als afsluiter nog een drankje in de enige herberg die we zagen. Benieuwd naar meer over deze zaak ?? Kijk dan op www.boerkenshof.be