Ik ben Chris en hou van reizen, wandelen, een goed glas wijn, lekker eten, Status Quo, lezen (thrillers).
Ik ben geboren op 1 februari 1962.
Hier kun je meegenieten van onze wandelingen. Sinds ik in augustus 2009 een hartinfarct kreeg, ga ik er samen met mijn vrouw Annick dikwijls op uit om een gezonde wandeling te maken.
Smeerebbe - Vloerzegem is een dorp in de provincie Oost-Vlaanderen en een deelgemeente van de stad Geraardsbergen. Het heeft 760 inwoners.
Smeerebbe en Vloerzegem waren afzonderlijke dorpjes, die elk apart tot de Baronie van Boelare, in de kasselrij en het Land van Aalst, behoorden. Op het eind van het Ancien Régime werden bij de invoering van de gemeenten beide een gemeente, maar in 1825 werden ze al samengevoegd tot de gemeente Smeerebbe-Vloerzegem. Smeerebbe en Vloerzegem, ze grenzen aan elkaar maar toch voelden de bewoners zich niet met elkaar verbonden. 'Die rivaliteit leeft enkel nog bij de oudere bewoners, de jongere generaties doen daar niet meer aan mee'.
De Sint-Amanduskerk in Smeerebbe. De kerk is gebouwd op een heuvel vanwaar men op het omliggende een schilderachtig uitzicht heeft. Naar kunstwerken moet hier niet gezocht worden. Alleen de doopvont is merkwaardig: op een zware ronde pilaar rust de ondiepe, uitwendig achthoekige, kuip. Helaas... zoals zo dikwijls was de kerk ook dicht.
Boerderij, hoeveslagerij, hoevecafé en duivenlokaal 't Olmenhof is reeds lang een begrip in de streek. Gelegen bovenop een heuvel in het centrum van het pittoreske Smeerebbe, trekt de unieke gesloten vierkantshoeve uit de 18de eeuw het hele jaar door bezoekers door haar unieke aanbod. http://www.olmenhof.be/
De hoeveslagerij 'Elk zijn deel' bevindt zich op de boerderij 't Olmenhof. Het bedrijf is 30 ha groot, waarvan 15 ha blijvend gras, 7 ha raaigras, 6,5 ha gerst en 1,5 ha maïs. Er vertoeven een 100-tal runderen van het witblauw ras, van kalf tot slachtrijp rund.
De slagerij is actief sinds 1995 en heeft een brede en tevreden klantenbasis. Belangrijke troeven zijn de goede kwaliteit en de versheid van het vlees, alsook het comfort van de pakketten, met porties die zijn afgestemd op de noden van de klant.
De hoeveslagerij is gespecialiseerd in het verwerken van vers rund-, baby-beef- en varkensvlees tot gebruiksklare pakketten. De pakketten zijn op voorhand telefonisch te bestellen en zijn steeds op maat van de klant.
Het hoevecafé 't Olmenhof is geopend sinds maart 2004 en een unieke trekpleister in de omgeving voor fietsers, buurtbewoners, wandelaars, duivenmelkers en andere toevallige voorbijgangers. Cafébaas Hendrik verwelkomt u graag in het mooi bewaarde, authentieke 18de eeuws gebouw.
Het café is geopend in het weekend en op feestdagen. Het is een tof plekje voor elkeen om zijn dorst te lessen. Kom zeker eens langs om ne pot te pakken in een fijne omgeving. Maar wij maakten deze wandeling vorige vrijdag.. dus was het café gesloten.
Gelukkig stond het paard in weide, dus daar schonken wij graag onze aandacht aan. Het was echt een lief beest.
Hier het vee dat wordt gekweekt om op te eten.
En zo vervolgden we onze wandeling op den boerenbuiten.
Even achterom kijken naar de kerk waar we gestart zijn.
Fruitboompjes die in bloei komen.
En weer tussen de uitgestrekte weilanden verder.
We zitten dus op de grens met de Vlaamse Ardennen.
En in de verte zien we nog steeds de kerktoren.
Leuk voortuintje.
De koeien stonden met belangstelling te kijken naar ons.
Café 't Buitenbeentje... even halt houden voor een plas- en drinkpauze.
En dan met veel plezier verder langs mooie wegjes.
Hier en daar al een bloeiend bloemetje...
... en nieuwsgierige eendjes.
Even poseren voor de foto.
En de beek verder volgen...
... en nog eendjes.
St.-Matteus kerk in Vloerzegem. Het pittoreske dorpspleintje en charmante kerkje hebben Zuid-Franse allures. De Sint-Matheuskerk staat er al sedert de 12de eeuw. De heilige Veronus werd er aanroepen tegen reuma, hoofdpijn en zenuwziekten. Het intussen geklasseerde gebouw werd in 1976 al eens gerestaureerd. Helaas was de deur vast en konden we binnen geen kijkje nemen.
En zo kwamen we stilaan terug bij ons beginpunt.
Zo, beste bloggers, we hopen dat jullie ook genoten hebben van onze wandeling.
Deze keer maakten we de Burghtwandeling in Bever (Biévène), een gemeente in het Pajottenland, provincie Vlaams-Brabant.
Bever is de zuidelijkste gemeente van Vlaams-Brabant met de laagste bevolkingsconcentratie in de streek. De gemeente telt ongeveer 2000 inwoners. Het Pajottenland, Henegouwen en Oost-Vlaanderen raken er elkaar. De officiële taal is er het Nederlands. Daarnaast kent het ook taalfaciliteiten voor haar historische Franstalige minderheid.
Bever is het dorp van 101 kapellen en van de heksenvereniging De Makrallen. Eind van de 16e eeuw kwamen twee Beverse vrouwen op de brandstapel terecht. Sedert enkele jaren is deze geschiedenis vereeuwigd in het heksenstandbeeld. Opvallend is dat de gemeente Bever, op twee na, geen straatnamen heeft. Eigenaardig is dat op de kaart van de buurtwegen in 1841 wel degelijk straatnamen vermeld worden. Naar verluidt zou een oorlogsburgemeester dit verordend hebben om het de bezetter moeilijk te maken de opgeëisten terug te vinden.
Hierbij hebben alle straatnamen in een wijk dus dezelfde naam (de wijknaam in kwestie). Dit levert evenwel soms problemen op voor postbezorging en Gps-systemen. En daar hebben we onderweg kunnen van meespreken ! Op de duur begin je serieus te twijfelen of je nog de juiste weg volgt !
Beeld van de "Makrallen", de Beverse heksen. Gemaakt door kunstenaar Thierry Van Vreckem, www.thierryvanvreckem.be
De Sint-Martinuskerk, opgetrokken op het einde van de 18e eeuw en afgewerkt in 1804.
Standbeeld vóór de kerk, ter nagedachtenis aan de oorlog.
L' atelier Chocolat gevestigd in een 18 eeuws gebouw. Helaas was het winkeltje gesloten, maar hier kom je meer te weten : www.latelier-chocolat.be
De ingang van het kerkhof.. Juist op dat moment was het 11uur en hoorden we de kerkklokken luiden... het moment van een minuut van stilte voor de slachtoffers van de busramp in Zwitserland.
En natuurlijk ons kennende, dieren onderweg moeten op de foto.
Wilgenkatjes.
Een paar vergezichten van akkers. Deze vruchtbare, minder vochtige gronden, worden gebruikt voor verscheidene teelten (koren, veevoeder en industriële gewassen) en geven een open akkerlandschap.
De romp van de oude molen van Théophile Denut. De bosmolen, zo werd hij genoemd, werd opgetrokken door Baron de Blondel van Viane in 1828.
Eén van de vele mooie gerestaureerde boerderijen.
Lange rustige wandelpaden.
Eén van de vele kapelletjes die we onderweg zagen.
Moeder de gans maakte van haar oren en kwam al blazend op ons af.
Een onbewoonde boerderij, met het kleinste kamertje, de wc dus, nog buiten op de koer. Vroeger gingen de mensen letterlijk "naar de koer".
Deze 2 ezels waren zo lief dat ze een suikerklontje verdienden.
Oef, eindelijk de lange weg vals plat is ten einde. Even achterom kijken en tegen onszelf zeggen dat we het goed gedaan hebben.
De Sint-Martinuskapel in het gehucht Burght. Ze werd gebouwd in 1760. Van buiten is de kapel een merkwaardig gebouwtje, binnenin is dit bedehmuis volledig opgeknapt door de buurtbewoners. Helaas was de deur vast.
We waren op 5,5 km van Deux-Acren, misschien doen we deze gemeente één van de volgende keren.
En stilaan komt ons beginpunt weer in zicht.
Nog een rustmoment.
En.. een kapelletje uit 1954.
Het oude klooster werd gesticht in 1830 door de Zusters van Sint-Franciscus van Sales en in 1975 aangekocht door Jean-Luc Van Acker om er een jeugdheem van te maken. Helaas moest hij er wegens gezondheidsredenen mee stoppen. Nu is het "Rosario" een stiltecentrum geworden. Woorden zijn dus overbodig.
Nog een laatste blik op een steegje met een rare naam.
Scheldewindeke is een gemeente in Oost-Vlaanderen, en een deelgemeente van Oosterzele.
De originele, vroeggotische Sint-Kristoffelkerk stamt uit de 13e eeuw, en werd opgetrokken uit Balegemsteen. Van de middeleeuwse eenbeukige kerk blijft niet veel over. Het huidige transept stamt uit de 14e eeuw, en het koor werd in de 16e eeuw vernieuwd. Het huidige neogotische schip met spitsboogramen werd gebouwd in ongekapte hardsteen en veldsteen. De achtzijdige vieringtoren werd in 1902 vergroot.
De Sint-Kristoffelkerk was helaas niet open, dus konden we geen kijkje nemen binnenin de kerk.
Monument ter ere van de gesneuvelden in WO I.
We verlaten het dorpsplein en komen via een rustige dreef al vlug in een mooi natuurlandschap terecht.
We vervolgen onze weg door een kalme woonwijk ...
en belanden zo naast de spoorlijn.
Zicht op het waterzuiveringsstation.
Na een kleine halte bij de lokale ambachtelijke bakker om ons wat te versterken, beginnen we aan het tweede deel van onze wandeling. Al vlug kunnen we opnieuw de vrije natuur induiken. Op momenten was het echt genieten van de stilte.
Een lieve bok die zomaar aan de draad kwam staan en die zich zelfs liet aaien.
Op de grens met Balegem hebben we zicht op de stenen molen, genoemd Molen ten Berg.
Duivelskapel of Sint-Martinuskapel. Behalve deze steen viel er hier weinig te zien.
Even uitblazen...
Een brave jongen die we blij maakten met enkele sneetjes van ons vers gekocht brood.
Terug aangekomen in het dorp zien we een gerestaureerd oud huisje dat dienst doet bloemenzaak.
In een cafeetje onder de kerktoren genieten met het vrouwtje van een verdiende dorstlesser.
Groetjes aan alle bloggers en tot een volgende uitstap.
Opwijk is een landelijke gemeente, gelegen in de driehoek Brussel - Aalst- Dendermonde en situeert zich in het noordwesten van Vlaams-Brabant.
We volgden het Hestergemwandelpad van 9 km.
Na de start komen we al snel in de dorpskern terecht. Het eerste mooie gebouw is 't Schoolhuis waarin het Buitengewoon Secundair Onderwijs gevestigd is.
De naam zegt het zelf : Atelier collier.. hier worden ambachtelijke juwelen gemaakt.
Langs vele Vlaamse wegen komt met kapelletjes tegen. Zo ook hier in Opwijk.
Aangekomen op het dorpsplein met zicht op het gemeentehuis.
Het Brouwershuis dat zich naast het gemeentehuis bevindt.
De St.-Pauluskerk. De oorspronkelijke kerk werd gebouwd in de jaren 1410 en 1420 in Brabantse hooggotiek. Door de vele branden en verwoestingen werd de kerk heropgebouwd en plechtig herwijd in 1603.
De monumentale preekstoel die de bekering van St.-Paulus voorstelt en in 1823 werd gebeeldhouwd door de Mechelse meesters Laurent en Tambuyser.
Ereconsul van van Tsjaad.
Voorbij brouwerij De Smedt, gekend voor hun Op-Ale maar ook de brouwers van het abdijbier Affligem.
We verlaten de dorpskern en komen terecht in de landelijke omgeving rond Opwijk.
De wandeling loopt voor een klein gedeelte over de Leirekensroute. Op 11.09.1994 werd deze route officieel als wandel- en fietspad open gesteld. Vroeger behoorde de bedding van deze route tot de spoorlijn 61 : Antwerpen-Zuid - Opwijk - Londerzeel - Aalst. Tussen 1879 en 1976 reden boemeltreinen op deze spoorlijn die landbouwgoederen naar de lokale markten brachten.
Terug aangekomen bij het vertrekpunt, Hof ten Hemelrijk. Dit gebouw was vroeger een omwalde hoeve van middeleeuwse oorsprong en dateert uit de 14de of 15de eeuw. Deze Brabantse hoeve met meer dan 3ha grond werd in 1977 door het gemeentebestuur aangekocht en doet nu dienst als Gemeenschapscentrum.
We eindigen onze wandeling met het lokale biertje in één van de schuren die nu dienst doen als cafétaria.
Zo, dit was het weer beste bloggers. Tot een volgende keer.
Bogaarden is een dorp, gelegen op een heuvelrug tussen twee valleitjes. De bewoning is er nog steeds geconcentreerd rond en in de onmiddellijke omgeving van de parochiekerk. Tijdens het Ancien Régime - dus voor 1795 - maakte Bogaarden, samen met verschillende andere heerlijkheden uit de omgeving, deel uit van het Land van Edingen.
De Daalwandeling is 4,5 kilometer lang en vertrekt aan de Sint-Theodarduskerk in Bogaarden. De lichtglooiende korte wandeling leidt ons door de akkergebieden ten zuiden van de dorpskern.
.
Deze hoeve, daterend uit 1901, bevindt zich op het dorpsplein naast de kerk.
Enkele vergezichten.
Oud kapelletje langsheen de velden.
Een van de vele oude hoeves die we onderweg tegenkwamen.
Halverwege onze tocht komen we voorbij het kasteeltje "Den Daal".
Een bosje verlaten sneeuwklokjes in de berm.
Een licht smeulend vuur maar niemand te zien....
Ook de bokjes waren van de partij.
Terug aangekomen bij ons vertrekpunt. De dorpskern ligt er verlaten bij alsof de tijd hier stil is blijven staan. Geen bakkerijtje of een lokaal cafeetje om even uit te rusten. Dus snel naar huis om ons te versterken.
Zo beste bloggers dit was het weer voor vandaag. Tot een volgende keer.
Hier zijn we weer.. deze keer een strandwandeling gemaakt in Nieuwpoort-Bad.
Nieuwpoort (Frans : Nieuport) is een stad en badplaats aan de Belgische Kust. Nieuwpoort zelf bestaat eigenlijk uit twee delen, Nieuwpoort-Stad en Nieuwpoort-Bad. Daarnaast behoren tot de gemeente ook de dorpjes Sint-Joris en Ramskapelle. De stad telt bijna 11.000 inwoners.
Appartementen bij de vleet. Niks voor ons, te druk, te lawaaierig en geen tuintje.
Jullie zien aan de golven dat er een stevig briesje stond.
En ook kwamen er af en toe donkere wolken opzetten.
Die dan weer afgewisseld werden door witte wolkjes.
Zeilbootje op het water.
Een kitesurfer aan het werk.
Ook de zeemeeuwen waren van de partij.
Onze Suzy vond het maar niks, die wind op haar snoetje.
Dit vond mijn vrouwtje een mooie schelp. En dankzij de tip van Mizzd is de foto heel geslaagd. Bedankt Mizzd !
Mesheften op het strand. Mesheften zijn langwerpige brons/bruin kleurige schelpen van ongeveer 15 tot 25 centimeter lang. Mesheften (scheermessen zoals vissers ze noemen) is de verzamelnaam voor verschillende soorten schelpdieren, waarvan het kleine en groot tafelmesheft, de grote zwaardschede, de Amerikaanse zwaardschede en de messchede de belangrijkste zijn. Ze leven tot zo'n 50 cm diep verticaal ingegraven in de bodem en eten plankton, dat ze uit het water filteren. Deze schelpdieren worden gebruikt als aas om te vissen.
Brrr.. toch niet warm, hoor.
Oude woning verdrongen tussen de hoge flatgebouwen.
Brandweermannen kwamen een "metalen buis" inspecteren die op het strand lag. Op het eerste zicht niets verdachts, dus namen ze het voorwerp mee.
Zicht op de pier.
Jeugdverblijfcentrum De Barkentijn zet zijn deuren wagenwijd open voor scholen, verenigingen, groeperingen die er eens op een ontspannen manier tussenuit willen of een geschikte locatie zoeken voor de organisatie van een activiteit of zeeklas.
En we besloten onszelf eens te trakteren, omdat onzer beider medische controles (ik voor mijn hart, en vrouwtjelief voor haar BK) allebei in orde waren. Dus gingen we een hapje eten in een restaurant op de dijk, niks speciaals, gewoon een dagschoteltje. En het heeft ons gesmaakt...
Zo, dat was het weer. We hopen dat jullie het leuk vonden.
Hier zijn we weer.. Deze keer maakten we de Kastelenwandeling in Gaasbeek.
Gaasbeek is een deelgemeente van de gemeente Lennik, gelegen in het zuidwesten van de provincie Vlaams-Brabant. Het is een klein landelijk dorp met ongeveer 300 inwoners.
Als trekpleister in het Pajottenland is het groene Gaasbeek, in de "achtertuin" van Brussel, vooral bekend om zijn kasteel.
In 2007 werd Gaasbeek in een nationale verkiezing verkozen tot één van de 15 mooiste dorpen van Vlaanderen.
De tocht ging van start aan het pleintje voor de Onze-Lieve-Vrouwekerk. Omheen de kerk ligt het nog steeds dienstdoend kerkhof van Gaasbeek. De kerk is een beschermd gebouw, de ommuring van het kerkhof behoort mee tot het beschermd dorpsgezicht.
Schandpaal op het dorpspleintje.
Mooie plant, helaas kennen we de naam niet.
Zelfs druiventeelt begint hier te komen, we zagen verschillende plaatsen aan huizen waar wijnranken groeiden.
Mijn vrouwtje kon er niet aan weerstaan om van deze poes een foto te nemen.
Onderweg zagen we veel gerestaureerde hoeves.
Vergezicht van de landerijen in het Pajottenland.
Dit zagen we voor de eerste keer op één van onze wandelingen : een heuse perzikenboom.
Even stoppen voor een foto.
Moeilijk te zien op de foto, maar dit is een hazelaar.
Prachtige champignon.
De maïs is ver rijp om afgereden te worden, want de kolven springen al open en de maïskorrels komen kijken.
En we gaan het bos in...
Even inzoomen en kijk voorwaar : daar staat de Basiliek van Koekelberg !
We hadden er al een tocht van 8,5 km opzitten, dus werd mijn vrouwtje toch moe.. helaas, we hadden zeker nog 2 uur kunnen wandelen in het bijna 50 hectare groot wandelpark, met bos en vijvers, eeuwenoude bomen en beschermde gebouwen. Maar dit zal iets voor volgende keer zijn... Ahja, de binnenkant van het kasteel van Gaasbeek hebben we al eens jaaaaaaaren geleden gezien... maar voor wie toch benieuwd is.. neem hier een kijkje : http://www.kasteelvangaasbeek.be/
Zo beste bloggers, dit was het weer... tot de volgende keer.
Outer is een dorp in de provincie Oost-Vlaanderen en een deelgemeente van Ninove. Het dorp heeft een oppervlakte van 8,31 km². De dorpskern ligt net ten westen van het stadscentrum van Ninove. Een oude vermelding dateert uit 1184 als het Latijnse Oltra. In de 13de eeuw komen de vormen Outhre en Outre voor.
Onze tocht ging van start aan de Sint-Amanduskerk. Deze kerk gaat terug tot een gotische kerk uit de 15de eeuw, waarvan alleen de onderbouw van de westertoren is bewaard. De bovenbouw dateert uit 1752, en werd in de volgende eeuwen nog sterk aangepast. De kerk is beschermd als monument; de omgeving en het nabijgelegen populierenbos over de beek zijn beschermd als dorpsgezicht.
Herdenkingsteken aan de muur links van de ingang van de kerk ter herinnering aan de gesneuvelden in de oorlog 14-18.
De vroegste geschiedenis van de kerk zou tot de 12de eeuw teruggaan. Het bedehuis was oorspronkelijk in het bezit van de abdij van Honnecourt; pas in 1709 krijgt Outer een eigen pastoor. Van de gotische kerk bleef slechts de onderbouw van de vierkante westtoren bewaard. De kerk verkeerde omstreeks het midden van de 17de eeuw in een verwaarloosde toestand. Nog in 1698 was het koor met stro bedekt. In 1725 werd de kerk grondig hersteld en van een gewelf voorzien. In 1752 worden het dak en de muren van de toren opgeknapt: de muurankers '1752' net onder de galmgaten, getuigen hiervan. Drie jaar later werd de kerk geplaveid met blauwe natuursteen en witte marmer.
In 1830 werd het bedehuis vergroot naar plannen van de Ninoofse architect J.B. Van Impe en in 1846 bouwde men een nieuw koor. De kerk werd van 1972 tot 1974 grondig hersteld.
Het hoofdaltaar.
En weer hadden we geen leeg flesje mee om wat gewijd water mee te brengen naar huis.
Deze tekst staat op onderstaand monument :
"Hulde der Christene Demokraten aan hunnen leider Smid Lambrecht, in leven bestruurder der vrye klok. 1858 - 1908"
Het monument bevindt zich op het pleintje voor de pastorie in de... jaja... Smid Lambrechtstraat.
De pastorij is volledig ommuurd. Maar een "letterlijk" lange arm boven de afsluiting, en we hebben toch een beeld van de woning.
Onze tocht begon tussen de maïsvelden.
En de vlierbessensstruiken.. en jaja, jullie kunnen het al raden zeker ? Inderdaad, we hebben een heleboel vlierbessen geplukt om vlierbessengelei van te maken.
Iets wat we nog niet kenden : een "tractorsluis". Dus even opgezocht wat dit wil zeggen.
Een tractorsluis : blokken fungeren als tractorsluis: landbouwverkeer kan er gemakkelijk over, maar het wegje voor sluikverkeer gebruiken is onmogelijk geworden voor auto's. Fietsers en wandelaars genieten er het volwaardige recreatief medegebruik van dit landbouwgebied.
Deze berggeit lag op tafel te genieten van de zon.
Wij genoten ook van het goede weer.
De boeren waren druk bezig het graan af te maaien.
Lief paard met mooi geknipte manen.
Aan de kant van de landbouwwegen zagen we ook heel wat bomen met rode besjes aan. Voor ons onbekend, maar misschien kan er ons wel een blogger zeggen wat dit is en of je er evt konfituur kan van maken.
Ik dacht dat paddestoelen alleen in de herfst voorkomen... mooi niet dus, dit exemplaar stond nu in het gras.
Als afsluiter nog een drankje in de enige herberg die we zagen. Benieuwd naar meer over deze zaak ?? Kijk dan op www.boerkenshof.be
Deze keer waren we op stap in de Vlaamse Ardennen.
We volgden de Zwalmbronnenwandelroute.
Onze tocht begon aan de kerk van Opbrakel.
Opbrakel is een dorp in de provincie Oost-Vlaanderen en een deelgemeente van Brakel.
Opbrakel ligt in het zuiden van de provincie. De plaats telt ongeveer 1700 inwoners. De dorpskern sluit bijna aan op die van het grotere Nederbrakel.
De Sint-Martinuskerk is, mede door zijn ligging (+56m) en karaktervolle toren, een van de fraaiste plattelandskerken van de Vlaamse Ardennen. De vroeggotische westtoren - de onderbouw vertoont zelfs Romaanse kenmerken (beschermd sinds 1970) -dateert uit het begin van de 13de eeuw en was in de toenmalige kruiskerk wellicht een vieringtoren. De rest van de kerk is classisistisch en dateert uit het midden van de 18de eeuw.
Het meubilair is 18de eeuws en uitgevoerd in rococo (biechtstoel, preekstoel) of classicisme (koorgestoelte). Het orgel (eind 18de-eeuw) is van de Gentenaar Lambert van Peteghem, de klankkast (1789) van Damianus de Staercke uit Nederbrakel. Er zijn grafstenen uit de 18de en 19de eeuw. De kerk is omringd door een kerkhofmuur en ligt in een gerenoveerde dorpskern.
We vertrekken op pad...
Een mooi gezinnetje ligt te genieten van de zon.
Grazende ezels in de weide, én nog eentje in de stal.
En jaja.. jullie weten het al.. langs vele Vlaamse wegen komt men plaatsen tot bezinning tegen.
Bij Suzy is de fut er al bijna uit.. ja, met zulke kleine pootjes..
Even stilstaan en genieten van het mooie landschap.
De graangewassen zijn klaar om geoogst te worden.
Heel in de verte zien we de kerktoren.
Mooie grote zonnebloemen in de tuin van de boer.
Nog een kapelletje, dat best wat renovering kan gebruiken.
Heel wat bambi's genoten van het goede weer.
Boven aangekomen, even een terugblik op een prachtig vergezicht van het glooiend landschap van de Vlaamse Ardennen.
De Suzy ziet het niet meer zitten en wil gedragen worden. Gelukkig weegt ze niet veel...
Een grote rozenbottelstruik aan de kant langsheen een boerderij.
Kasseiweg naar beneden.. het bos in.
En Suzy ziet het nog altijd niet zitten om zelf te stappen.. dus dragen maar.. eerlijk gezegd, de tocht was ook te ver voor zo'n klein hondje.. maar we dachten dat het maar ongeveer 7 km was, maar toen we vertrokken zagen we dat op het plakkaat 11 km stond.. maar ja, we waren nu zo ver gereden, dus begonnen we er maar aan, hé..
En zo kwamen we aan het eind van onze wandeling.
Moe maar voldaan vertrokken we huiswaarts.
Nog enkele leuke weetjes : deze mensen zijn geboren in Opbrakel :
Deze keer maakten we echt een "vruchtbare" wandeling...
We zijn gaan wilde bramen plukken.
De voorbije winter hadden we deze wandeling al eens gemaakt, en we hadden opgemerkt dat er langs de kant van één welbepaald landwegje veel braambessenstruiken stonden.. dus dat was iets om te onthouden.
En nu was het dus zover, ongeveer de eerste 2 weken van augustus zijn deze bramen rijp genoeg om geplukt te worden.
Konfituurliefhebbers zoals we zijn mochten we deze kans niet laten voorbijgaan, en vertrokken we met ons leeg emmertje op wandel. We hadden al snel het paadje gevonden waar we moesten zijn.. maar die 2 hielden ons in het oog..
De zon scheen door de bomen.
Onderweg een bloemetje gefotografeerd.. helaas naam onbekend voor ons.
Ons doel nadert..
Mjamie.. zien ze er niet heerlijk uit ?
We hadden er welgewogen 850 gr.. en als je weet dat deze bessen in de supermarkt gemakkelijk verkocht worden aan +/- 3 euro per bakje van 125 gr... dan is de rekening rap gemaakt.
En dit is het resultaat.. niet slecht, hé... ondertussen is mijn vrouwtje al volop bezig met konfituur maken terwijl ik hier mijn postje neerzet.
Nog een fijne dag.. er tot volgende keer maar weer.
Deze keer op wandel in Lede. Het was een kleine wandeling, want het weer was nogal wisselvallig en we hadden geen zin in een nat pak. Lede is een gemeente in de Oost-Vlaanderen, en telt meer dan 17.000 inwoners. Lede is een landelijke gemeente, centraal gelegen tussen centrumsteden als Gent, Aalst en Dendermonde.
Een ideale woonomgeving met veel groen, talrijke scholen, ruim winkelcentrum en een bruisend verenigingsleven.
De huidige gemeente Lede is sinds 1977 samengesteld uit de vroegere gemeenten :
De Sint-Martinuskerk in Lede is een belangrijk bedevaartsoord. De geschiedenis van de kerk is onlosmakelijk verbonden met die van de miraculeuze 15de-eeuwse piëta. Dit 75 cm hoge gepolychromeerd beeld is afkomstig uit het Rijnland en wordt sinds 1414 vereerd. Het rijke interieur van deze kerk is te danken aan deze verering, net als de bouw van de imposante westertoren in 1569. De balustrade en de spits op de toren dateren uit 1896. Het zandstenen kerkgebouw kende in de loop der eeuwen veel aanpassingen. In 1960 werd de kerk beschermd als monument.
Deze relikwie is te bekijken in de kerk.
De overledenen worden herdacht met een kruisje aan de wand in de kerk, dit kruisje krijgt de familie van de overledenen in de week van Allerheiligen.
De kruisjes hierboven zien we in vele kerken, maar voor de kindjes die geboren worden is er wel een heel apart aandenken. Ieder kindje krijgt een stenen wijwatervaatje.
De doopvont.
Het hoofdaltaar.
Linker zij-altaar.
Rechter zij-altaar.
Mariale Processie
De Mariadevotie in Lede gaat terug tot het jaar 1415. In de loop der eeuwen werden aan het beeld talrijke mirakelen toegeschreven. Aanloop tot de processie vormt de jaarlijkse "ommegang" die start met de kaarskensprocessie op vrijdagavond.
De negen daarop volgende dagen zullen honderden bedevaarders het centrum van Lede doorkruisen en halt houden aan de zeven kapelletjes ter ere van Onze-Lieve-Vrouw. De novene wordt afgesloten met de Mariale processie die doorgaat de tweede zondag na Pinksteren.
Op deze draagbaar wordt het Mariabeeld gedragen in de ommegang.
Net als vele anderen hebben wij ook een kaarsje doen branden.
Het neogotische gemeentehuis, getekend door architect Edward Bouwens, werd opgericht in 1895.
Het Cultureel Centrum, in de 19e en eerste helft 20e eeuw bewoond door de familie Moens, wordt nu gebruikt als gemeentelijke academie voor muziek en woord. De diverse zalen worden tevens gebruikt voor vergaderingen, tentoonstellingen, concerten enz.
Aan de gevel van het administratief centrum hangt deze gedenkplaat ter ere van dokter Julius De Geyter, hij was een Vlaams journalist en schrijver (Lede, 25 april 1830 - Antwerpen, 18 februari 1905).
De Geyter was ook onderwijzer, tot hij directeur van de "Bank van Lening" te Antwerpen werd in 1874. Hij stichtte het literaire tijdschrift De Vlaamsche School tezamen met J.F.J. Heremans en E. Zetternam. Dit tijdschrift bestond van 1855 tot 1901. De Geyter was een politiek dichter en speelde een rol bij de totstandkoming van de Vlaamse Beweging. Julius De Geyter schreef vele romantische gedichten, waarvan die met een politieke inhoud vol retorica zitten.
La Lédoise was een belangrijke producent van "constateurs", een klok die gebruikt wordt tijdens wedstrijden in de duivensport. De klok geeft de tijden aan waarop de duiven zijn vertrokken en weer zijn aangekomen.
Zo werden er in 1950 nog steeds prikklokken gebouwd te Lede door La Lédoise (oprichters hiervan waren de Gebroeders Van Nerum uit Aalst) dit atelier in nog steeds intakt en er word voorzien om dit atelier te openen als het La Lédoise museum (La Lédoise staat immers voor "de Leedse").
De voormalige constateurfabriek La Ledoise in de Kerkevijverstraat werd gerenoveerd. De eigenaar deed werken en kon beroep doen op subsidies van de gemeente omdat La Ledoise als industrieel erfgoed beschermd werd.
La Ledoise heeft een hele geschiedenis achter de rug. Theodoor Corthals was in 1898 student electriciteit en verdiende wat centen bij als hulp bij de uurwerkenmaker Jozef Van Nerum. Het was toen dat hij een constateur (duivenklok) in elkaar knutselde.
Zodra er voldoende interesse was voor de constateur besloot Corthals zijn knutselwerk te commercialiseren. Hiervoor werd in 1900 het bedrijfje La Ledoise opgericht. Jozef Moens, die toen burgemester was in Lede, zag er wel brood in en hielp financieren, samen met zijn broer Claude Moens en Jozef Van Nerum.
Het begon pas echt druk te worden nadat Emiel Daelman in 1926 La Ledoise overnam. Andere mijlpalen in de geschiedenis waren de inactiviteit tijdens de tweede wereldoorlog, de heropstart in 1946 en de presentatie van de constateur-drukker in 1950. Die laatste kwam er dank zij contacten met de Zwitserse ingenieur Faidherbe. Het bedrijf stopte in 1972. Sindsdien is er in het atelier niets meer veranderd. Het staat er nog zoals vroeger, inclusief een draaibank uit 1896.
Dit stukje goed bewaard cultureel en industrieel erfgoed werd dan ook terecht beschermd.
Even genieten van het groen in het plaatselijk parkje.
En zo kwamen we weer aan ons begintpunt, namelijk aan de kerk.
Daar zagen we nog een gedenkteken dat werd opgericht ter nagedachtenis van de oorlogsslachtoffers van de oorlog 1940 - 1945.
Leuk om weten : dit zijn enkele bekende Ledenaren :
Frank Galan (1960; artiestennaam van Frank Van Molle), charmezanger
Zo, beste bloggers, het was maar een korte uitstap, maar we hebben toch heel wat bijgeleerd. We hopen dat jullie het ook fijn vonden om met ons mee te wandelen.
Tot de volgende keer.
Bron : wikipedia Bron : www.vvia.be Bron : www.lede.be
Onder een blauwe lucht en warme zon hebben we genoten van de Schiptrekkerstocht die werd georganiseerd door Wandelclub De Sportvrienden.
De Denderleeuwenaren koesteren hun spotnaam "Schiptrekkers". Nochtans was het beroep van schiptrekker bittere ernst. Ruim 150 jaar geleden, net na de kanalisatie van de Dender, werden de schepen op de rivier nog niet mechanisch voortgedreven. De boten moesten nog door mankracht voortbewogen worden en daarvoor deden de schippers een beroep op de schiptrekkers (maar ook hun vrouwen staken vaak een handje toe). Nadien werden voor dit karwei paarden ingespannen en nog later had iedere boot zijn motor.
De tocht vertrok in Denderleeuw en ging door rustige veldwegen, en maakte een mooie lus langsheen de Dender.
Denderleeuw is een gemeente in de provincie Oost-Vlaanderen. De gemeente telt ruim 17.000 inwoners. Denderleeuw is een van de dichtbevolkste gemeenten van Vlaanderen.
Het gemeentehuis.
Gedenksteen voor Dokter Cochez, stichter van de Rode Kruisafdeling in Denderleeuw.
Beeld : moeder en kind.
Rustig vervolgden we onze weg, om de vissers niet te storen.
En zoals jullie weten.. overal komen wij dieren tegen.
Net zoals op vele vlaamse wegen komt men hier ook kapelletjes tegen.
Gedenkteken ter ere van Priester Daens. Adolf Daens (18 december 1839 - 14 juni 1907).
Hij volgde klassieke humaniora bij de paters jezuïeten in het Sint-Jozefscollege van zijn geboortestad Aalst. Nadat een poging om jezuïet te worden mislukte werd hij priester die, getroffen door de mensonwaardige omstandigheden in de fabrieken van de stad Aalst, zich ging interesseren voor het lot van de arbeiders en de Daensistische beweging in het leven riep. Als uitvloeisel hiervan werd in 1893 de flamingantische Christene Volkspartij opgericht, die het democratiseren en het radicaliseren van de katholieke partij nastreefde.
Hij werd verkozen tot volksvertegenwoordiger, maar kreeg tegenwerking van de traditionele katholieke partij, de burgerij en de kerkelijke overheid. Uiteindelijk werd hij uit zijn ambt van priester ontzet.
De Dender is één van de mooiste rivieren om te volgen en onderweg te genieten van het landschap.
Zo komen we aan de nieuwe Schiptrekkers voetgangersbrug over de Dender, waar we ver aan ons beginpunt komen. Het bord met verwijzing naar Café De Vrede trekt onze aandacht, want met dit warme weer is een drankje meer dan welkom.
Korterbij de brug gekomen zien we dat een aantal jongelui het blijkbaar ook warm hadden en als afkoeling een duik namen in de Dender.
In de verte zien we de kerk opduiken.
De gotische Sint-Amanduskerk ligt op een verhoging ten oosten van de dorpskom van Denderleeuw, vlakbij de Dender. De kerk is opgetrokken in eenvoudige Dendergotiek. Voor de oudste delen van de kerk, zoals de 13de-eeuwse onderbouw van de toren, werd gebruik gemaakt van Balegemse steen. In de 16de eeuw werden belangrijke verbouwingswerken uitgevoerd en na een brand in 1589 werd de deuropening in de voorgevel aangebracht. Rond 1900 werd nieuwe verbouwingswerken uitgevoerd volgens de plannen van architect H. Valcke. In mei 1940 kreeg de kerk het erg te verduren en de ontwrichte torenspits werd in 1942-1943 afgebroken en vervangen door een stenen naald in Larochettesteen volgens het ontwerp van architect Stan Leurs. De kerk is sinds 1944 beschermd als monument.
Ternat is een gemeente in het Patjottenland, dus in de provincie Vlaams-Brabant. De gemeente telt ruim 14.500 inwoners.
We stonden met de wagen geparkeerd in de dreef, bewust uitgekozen door mijn vrouwtje omdat ze me iets wilde tonen. Namelijk de 3 gebouwen waar jaren geleden de eerste buitenopnames van de TV-serie "Thuis" werden gemaakt.
Het huis van Marianne.
Het huisje waar Frank Bomans samen met Simonneke en zijn moeder Florke woonde.
Het vroegere kapsalon van Rosa.
En zo gingen we op stap..
Onze eerste halte was de Sint-Gertrudiskerk, gewijd aan de Heilige Gertrudis van Nijvel. Deze kerk, uit zandsteen, bestaat al sinds de 15e-16e eeuw. De massieve westertoren is 50 meter hoog. Hij wordt bekroond met een ingesnoerde spits die sinds de vorige restauratie in 1896 omgeven is door een balustrade. In het torentje aan de zuidkant bevindt zich de draaitrap die toegang geeft tot de toren en de klokkenkamer.
Momenteel waren er grote restauratiewerken aan de gang, waardoor we van deze prachtige kerk helaas niet veel zagen.
2 levensgrote schilderijen van Maria en de Heilige Rita.
Het orgel.
Even een kaarsje doen branden voor familie en vrienden.
Buiten aan de kerk stond dit monument met namen, ter nagedachtenis aan de gesneuvelden in de oorlogen van 14-18 en 40-45.
Van een laag bruggetje gesproken...
Deze poes kwam ons even liefkozen en ging dan bereidwillig poseren.
In een wegje tussen de bomen zagen we aan de zijkant deze mooie wilde aronskelk staan.
Deze bloem vonden we ook heel mooi.. helaas ons onbekend.
We vervolgden onze weg en kwamen in een woonwijk terecht, waar we dit heel mooi aangelegd tuintje zagen.
Dan het volgende wandelpaadje gevolgd en dit passeerde langs de achterkant van de huizen, en hier zagen we deze mooie dame.
En zo kwamen we aan het gemeentehuis van Ternat. Dit gebouw was oorspronkelijk een omwaterd kasteel in traditioneel baksteenmetselwerk met gebruik van zandstenen plint en arduinen onderdelen, anno 1719. Het gebouw is een juweeltje van Vlaamse Renaissance. Het dubbelhuis heeft vijf traveeën en twee verdiepingen, afgedekt met een hoog leien schilddak met houten dakkapellen. De middelste travee loopt uit op een vierkant torentje met galmgaten. De ingangsdeur heeft een arduinen omlijsting. Boven de portiek, de beeltenis van Sint-Gertrudis onder een druiplijst.
De aan beide zijden aangebouwde bijgebouwtjes dateren uit de 19de en 20ste eeuw. Het gemeentebestuur van Ternat heeft het goed in 1845 aangekocht, in zijn oorspronkelijke staat bewaard tot het einde van de 19de eeuw en liet toen de wallen dichten om achteraan en in de tuin klaslokalen te bouwen. Uiterst links staat op de stoep nog de oude arduinen pomp die zich eertijds rechts van de voortuin bevond. Het gemeentehuis is sinds 1958 beschermd als monument. Momenteel zijn er plannen voor de bouw van een nieuw administratief centrum vlak achter het bestaande gemeentehuis.
Stilaan kwam het einde van onze wandeling weeral in zicht, dus tijd om even te rusten en te genieten van een fris drankje.
Zo, dat was het weer, ik zou zeggen.. tot de volgende keer.
Hier zijn we weer.. deze keer onder een bewolkte hemel Ninove onveilig gemaakt..
Ninove is een stad in de Oost-Vlaanderen. De stad ligt aan de Dender en telt bijna 36.000 inwoners.
De bewoners van Ninove kregen de bijnaam "Wortelkrabbers" omdat toen Aalst Ninove wilde binnenvallen ze in plaats van de onvindbare sleutel een wortel gebruikten om de stadspoort te sluiten. Er was echter een ezel ontsnapt die de wortel uit het slot heeft gekrabd en vervolgens opgegeten en zo de stad prijs gaf aan de Aalstenaars. Sindsdien is de wortel het symbool van de stad Ninove.
De Oudste, de Stoutste en de Wijste der Steden
Ninove werd beschreven door Antonius Sanderus als de 'Oudste, de Stoutste en de Wijste der Steden'. De stad werd de oudste genoemd wegens de naam Ninove die sterk lijkt op die van de Assyrische stad Ninive. De stoutste omdat ze de stadspoorten altijd lieten openstaan alsof men van niemand schrik had. En de wijste omdat Ninove een der enige steden was die geen stadsnar had. Deze tekst is ook terug te vinden op de borden aan de ingangen van Ninove.
De eerste bekende Ninovieter die we zagen staan was "Het Wortelmanneke".
Het koopcenter Ninia, waarin verschillende winkels zijn gevestigd.
De muzikale waterfontein op de Graanmarkt.
Overal waar wij gaan wandelen, komen we dieren tegen.
De gotische Koepoort (beschermd monument) of Nederwijkpoort Stadspoort is een overblijfsel van de vroegere stadsomheining. Reeds vermeld in XIV en van 1397 tot einde XVI Warmoespoort geheten; later Nederwijkpoort genoemd. In 1462, na een totale verwoesting, hersteld (wederopgebouwd ?). Ca. 1600 verbouwd op last van het stadsbestuur en na haar voltooiing in 1629 als stadsgevangenis gebruikt.
Het standbeeld van "De Twijnster".
Tussen de wolken door kwam de zon even kijken.
De Dender.
De basisschool van Ninove, gevestigd in een prachtig gebouw.
De decanale barokke Onze-Lieve-Vrouwekerk is een beschermd monument. De Onze-Lieve-Vrouw Hemelvaartkerk in Ninove is één van de grootste barokkerken in Vlaanderen.
Met de bouw van de kerk werd begonnen in 1640, nadat abt Jan David in 1628 het plan voor de bouw vanuit Rome had meegebracht. De nieuwe kerk werd opgetrokken ter vervanging van de bestaande romaans-gotische kerk.
Door financieringsproblemen schoten de werken echter decennialang niet op. Het was pas in 1716 dat abt Ferdinand Vander Haeghen de bouw hernam en voltooide. De kerk werd ingewijd op 27 april 1727 door de aartsbisschop van Mechelen.
De kerk maakte vroeger deel uit van de Ninoofse Norbertijnerabdij en wordt daarom ook wel de Abdijkerk genoemd. Vandaag de dag doet ze dienst als parochiekerk.
Interessant weetje : vanuit de lucht gezien is de vorm van de kerk een Latijns kruis.
En ik kan goed geloven dat dit een beschermd monument is, zo'n prachtige kerk hebben we vanbinnen nog nooit gezien.
De biechtstoel aan de zuidkant is van T. Verhaeghen (1736-38). Het beeldhouwwerk staat in functie van de biecht: gerechtigheid, boete, barmhartigheid.
Het orgel werd in 1728 vervaardigd door de beroemde orgelbouwer Jean-Baptiste Forceville. Het beeldhouwwerk is opnieuw van J.B. Van der Haeghen: St.-Cecilia die het orgel bespeelt, musicerende engelen en de wapenschilden van abt Van der Haeghen en van de abdij.
Aan een pilaar was een soort kastje bevestigd, met allemaal naamplaatjes op. Helaas hebben we geen idee wat dit mag zijn.
Eén van de 2 zijkapellen. Deze zijn eveneens paarsgewijs opgebouwd. Het beeldhouwwerk is van J.B. Van der Haeghen. Het zuidelijke is nu toegewijd aan St.-Joris. Het schilderij is van G. De Craeyer en komt uit de voormalige parochiekerk. Verdere medaillons met de ouders van Maria.
Het hoogaltaar van J.B. Van der Haeghen werd gemarmerd door J. Tourner. Hier verenigen zich alle elementen die voor de kerk van Ninove een bijzondere betekenis hebben: een sarcofaag, het dubbelportret van de HH. Cornelius en Cyprianus, de ten hemel opneming van Maria, het geloof en de hoop.
Het koorgestoelte werd vermoedelijk besteld door abt David en dateert uit de eerste helft van de 17de eeuw. Het is nog in renaissancestijl maar toont reeds enkele barokke kenmerken.
Delambrisering werd in 1736 ontworpen door de Mechelaar Theodoor Verhaeghen. Hij beeldhouwde de reliëfs en de schilderijomlijstingen. Het schrijnwerk is van de hand van twee Ninovieters. In een prachtig spel van onderbroken en uitspringende horizontale evenwichtige lijnen, kronkelen volute en tegenvolute rond elkaar. Elk reliëf wordt bekroond met een vaas. Sterk ritmisch is de afwisseling schilderij-reliëf, gelijklopend met het gebouw, travee-zuil. De zuidzijde beeldt het leven uit van de H. Cornelius, de noordzijde het leven de van H. Cyprianus.
En voor wie "gewijd water" wou, stond er aan de uitgang een gevulde wijwaterkruik. Helaas hadden we geen leeg flesje mee om een beetje water mee naar huis te nemen. Spijtig.
In de schaduw van de kerktoren vinden we een standbeeld opgericht ter nagedachtenis van de gesneuvelden in beide oorlogen.
Van het oude stadhuis was het onmogelijk om een mooie foto te nemen, er waren grote verbouwingswerken aan de gang. Dit koppeltje dat op een muurtje zat wou gelukkig wel op de foto. Dit ziet er nog een vrij recent beeld uit, en helaas kan ik nergens vinden wie of wat dit paartje mag voorstellen.
Enkele bekende Ninovieters zijn :
- Werner De Smedt - acteur - 17/07/1970 - Franky Van der Elst - voetballer - 30/04/1961 - Wesley Sonck - voetballer - 09/08/1978 - Kevin Van der Perren - kunstschaatser - 06/08/1982 - Annemie Turtelboom - politica - 22/11/1967
Zo beste bloggers, wij vonden het een leerzame uitstap. Jullie ook ??
Hier was het jaren geleden dat we nog kwamen wandelen.. namelijk het stadspark in Aalst. Vroeger toen Ellen klein was, was dat één van de favoriete plekjes, vooral omdat er een hele grote speeltuin voorzien is voor kinderen.
Het Stadspark is een kunstmatig natuurdomein met een recreatieve-educatieve functie. Het park beslaat een oppervlakte van circa 15 ha.
Het stadspark ligt ten zuiden van het stadscentrum . Het ligt gevat tussen de stedelijke sportterreinen en de industriezone aan de Dender. In het zuiden loopt het park over in het natuurreservaat het Osbroek.
Het stadspark van Aalst werd aangelegd tussen 1911 en 1916 onder impuls van schepen Désiré De Wolf, de toenmalige schepen van Openbare Werken, wilde werk verschaffen aan de mensen van Aalst en ze zo onttrekken aan de opeisingen door de Duitsers. Het werk werd aangevangen op 24 juli 1915 en de laatste boom werd geplant op 29 maart 1916. Niet minder dan 20.000 kubieke meter grond werd voor deze werken vervoerd.
Wel 200 verschillende boomsoorten en 100 verschillende struiksoorten werden aangeplant. Veel ervan werden bezorgd door de toenmalige Duitse stadscommandant, een kasteelheer, die speciale bomen uit zijn domein of elders uit Duitsland liet aanvoeren.
Het park is opgevat als een ruim recreatieoord met wandelpaden en speelterreinen rond twee visvijvers: de Ballonvijver en de Spiegelvijver.
In het park herkennen we een gedeelte dat aangelegd is in de geest van de Engelse landschapsparken, nl. het gedeelte met de ronde vijvers of ballonvijvers en een gedeelte met strakkere vorm, elementen die doen denken aan een formelere parkaanleg, nl. het gedeelte met de rechthoekige vijver of spiegelvijver.
Bij het ontwerp werd veel aandacht besteed aan de belevingswaarde voor de wandelaar. De zichten werden telkens zodanig uitgebouwd dat men een gedeelte van de vijver, een bomengroep, een brugje en een heestergroep ziet. Dit beeld werd geaccentueerd door op de flanken van het gezichtsveld bomen of bomengroepen en heestermassieven uit te werken. Er werd ook veel gebruik gemaakt van wintergroene bomen en heesters om s winters ook nog dezelfde visuele gewaarwording te behouden.
Het park kan deels opgevat worden als een arboretum want de inventaris bevat meer dan 100 diverse boomsoorten.
Met de zon hoog aan de hemel en gepakt met de rugzak gingen we op wandel in Onze-Lieve-Vrouw-Lombeek, een dorpje in Vlaams-Brabant en een deelgemeente van Roosdaal.
We volgden de Windmolenwandeling.
De wandeling ging van start aan de vroeggotische Onze-Lieve-Vrouwekerk uit de 13e - 14e eeuw. Zoals we al op meerdere plaatsen vaststelden is de kerk niet meer open voor passanten.
Daarom werden er buiten aan de muur borden bevestigd met wat er binnen te zien is. Beter dan niks natuurlijk, maar in het echt zijn de bezienswaardigheden toch beter te bewonderen.
Bord met informatie over de kerk, zoals het Brusselse retabel met "Tonelen uit het leven van Maria (1512-1516).
Onze volgende bezienswaardigheid was de kantine van "Den Broebel", waar de tv-reeks "FC Nerds" werd opgenomen.
We zetten onze tocht verder en passeren het Kasteeldomein van Rokkenborch, met een donjon als woontoren van middeleeuwse oorsprong (1336) destijds deeluitmakend van een verdedigingslinie. De naam Rokkenborch is terug te vinden in titels van eigendomsoverdrachten in 1412.
De gebouwen, oorspronkelijk de residentie van de heren van Lombeek, hadden in de loop der tijden vele bestemmingen en werden onder meer gebruikt als woontoren, residentie, baronie, baljuwhuis, gerechtshof, hofstede of school. Uitbreidingwerken omstreeks 1700 bezorgden onder meer een mooi bewaard gebleven bijgebouw in Vlaamse renaissancestijl.
Na tijdelijke leegstand gedurende de 19de eeuw werden instandhoudingswerken doorgevoerd en later nog verfraaiingen met de plaatsing van ramen uit de dertiende eeuw gerecupereerd uit het kasteel van Thy-le-Château. De monumentale beukendreef werd omstreeks 1870 aangeplant. Het domein Rokkenborch is niet toegankelijk voor het publiek.
Standbeeld van de "kasteelwachter" aan de ingang van het kasteeldomein.
Weidse landschappen.
De bekende windmolen genaamd "Hertboommolen". Die naam staat al vermeld in een cijnsboek uit 1391. De windmolen werd in de jaren 60 gebruikt in de populaire televisieserie "Kapitein Zeppos".
Daardoor kreeg deze molen als bijnaam : de Zepposmolen.
Een andere bijnaam is "de tragische molen" omdat er zich in de geschiedenis twee drama's hebben afgespeeld.
In 1745 werd op nieuwjaarsdag in de molen binnengebroken door leden van de beruchte bende van Jan de Lichte, die de molenaar Pieter van Lierde vermoordden.
En op zondag 22 april 1917 drongen rond 19u 's avonds vier gemaskerde mannen binnen in het huis van de molenaar, die afwezig was; helaas werd de molenaarsvrouw vermoord.
Nu is er in het molenaarshuis een museum en een brasserie gevestigd.
De wijde wereld in, genietend van de zon.
Het eerste kapelletje op deze wandeling.
Mooie klaprozen aan de kant.
Het was stappen op goed begaanbare veldwegen, maar toch ging het af en toe toch lange tijd bergop of bergaf..
Deze boom kenden we niet.. wel een hele speciale, uit 1 wortelstronk schieten er verschillende stammen de hoogte in..
Deze vlinder gaf me de kans om een mooie foto te maken, hij bleef zitten genieten van de bloemen, en ik had de tijd om dit plaatje vast te leggen.
Nog een extra bezienswaardigheid, die nochtans niet vermeld stond op ons routeplan.
We kwamen voorbij een valkerij en we zagen de valken en uilen in hun kooi zitten.
We zetten onze weg verder.. en kwamen onverwachts tussen de fruitboompjes terecht.
Hier komen binnen een paar maanden lekkere appeltjes aan...
... en hier lekkere peertjes.
Ons 2e kapelletje die we zagen.
Ondertussen was het al na de middag en genoten de koeien van hun siësta.
Nog even een foto van de bloemetjes.
En het 3e en laatste kapelletje van onze tocht. Let op de datum die erop staat.. deze dateert al van 1863.
En zo kwamen we stilaan terug aan ons beginpunt.
Een kruisbeeld zoals hieronder wordt bestempeld als erfgoed : het zijn typische kleine bid- en bezinningsplekjes die vroeger veel in het landschap voorkwamen.
Afspanning "De Kroon". Dit gebouw dateert uit 1760.
En als afsluiter een streekbiertje in een plaatselijk caféetje.
Zo beste bloggers, ik hoop dat jullie het leuk vonden.
Tot de volgende keer.
Bron : www.non-stop.be Bron : wikipedia Bron : www.windmolen.be
Deze keer op stap geweest in Wichelen. We volgden het "De Cordespad".
Wichelen is een gemeente in de provincie Oost-Vlaanderen en ligt aan de schelde. De gemeente telt ruim 11.000 inwoners.
De naam Wichelen komt van de term "wig" of bocht die verwijst naar de kenmerkende bocht die Schelde maakt in Wichelen en de kleine gemeente als het ware omarmt en vroeger op die manier beschermde tegen indringers.
Onze wandeling ging van start aan de Sint-Gertrudiskerk. Deze ranke neogotische kerk (1872) torent maar liefst 47 meter boven de begane grond uit en bevat nog heel wat 18de-eeuw meubilair afkomstig uit de verdwenen Romaanse kerk.
Boven het portaal onderstaande Latijnse tekst die ik helaas niet begrijp.
De tekst hier begreep ik wel, ongelooflijk dat we al in de kerken alarmen moeten tegenkomen. We konden enkel foto's nemen vanaf de laatste rijen stoelen. Daarvoor was er een dik touw gespannen met een bordje dat we hier niet voorbij mochten.
De pastorij van Wichelen.
Op zijgevel van praat-en eetcafé Markoen zagen we deze prachtige schilderingen. Een afbeelding van hoe het vroeger was.
Nog maar pas aan het stappen en we hebben al een formidabel uitzicht van het Scheldelandschap.
De Margote Kapel.
Doorheen de velden.
En ja, Wichelen is ook de streek van de boomkwekerijen.
Om dit kapelletje te zien moesten we heel goed kijken : het zich bijna volledig verscholen tussen 2 dikke linden.
Genieten van de zon op ons wandelpad langsheen de Schelde.
In de verte zien we de kertoren van de kerk van Uitbergen.
En we hadden geluk.. een voorbijvarend binnenschip kwam aangetuft.
En even nadien nog een kleinere motorboot.
Na een dikke 2 km langsheen de Schelde te hebben gewandeld met het gekwetter van de vogeltjes op de achtergrond kwamen we aan het kerkhof. In de cavalerie is de deurportiek (1737) van de oude kerk verwerkt.
Monumenten ter nagedachtenis van de gesneuvelden van de oorlogen 1914-1918 en 1940-1945.
En dat de graven op sommige kerkhoven langer mogen blijven dan op andere zagen we hier duidelijk. Graven van 1943 lagen er nog steeds.
In de buurt van het kerkhof situeert zich de bakermat van Wichelen, namelijk de Paddenhoek, in 1953 na een zoveelste overstroming ontruimd.
Deze 3 kleine huisjes vormen de stille getuigen van de heroIsche strijd tegen het wassende water.
Op het dorp staat ook het oud gemeentehuis (1682) met onder de pui de vroegere dorpsgevangenis.
Het grafmakershuisje naast het gemeentehuis.
Via een mooie woonwijk kwamen we terug aan ons beginpunt.
Zo, beste vrienden, we hopen dat jullie samen met ons hebben meegenoten van deze wandeling langsheen de Schelde.
Een foto van ons pintje in het plaastelijk volkscafé zal voor een volgende wandeling zijn, want raar maar waar.. er was geen enkel café te bespeuren. Dus werd het een colaatje dat we bij hadden in onze rugzak.
Deze keer zijn we op stap in Vollezele, en volgen we de Walgraevewandeling.
De wandeling kreeg de naam van pastoor Aloïs Walgraeve die ook literair zeer bedrijvig was tussen 1876 en 1930.
De oudste vermelding Volensela dateert van 1117. Vollezele behoorde sinds 1248 als heerlijkheid aan de heer van Edingen, die het in leen hield van gravin Margareta, gravin van Vlaanderen en Henegouwen. De heren van Edingen oefenden te Vollezele het wereldlijk voogdijschap uit over de goederen van de Sint-Adriaansabdij van Geraardsbergen, die er twee hoeven in bezit had. Ook de abdij van Vorst bezat er verschillende hoeven. Het geslacht Arenberg was te Vollezele eigenaar van belangrijke goederen.
Kenmerkend zijn de vele pachthoven, die in het glooiend landschap liggen verspreid: Hof ten Berghe, Hof te Leysbroeck, Hof te Ham, Hof te Steenhault, Hof te Reinsberg, Hof te Spieringen, Hof ter Bruggen, Hof ter Haegen en Hof te Reepinghen. In 1902 waren er een twintigtal. Van enkele oude grote hoven bestaan gegevens uit de 12de eeuw. Ze zijn alle meebepalend voor de geschiedenis van Vollezele en voor het schitterend landschap.
De start van onze wandeling begon aan de Sint-Pauluskerk (1776 - 1777).
Vollezele telde ook vele mijnwerkers die per trein (spoorlijn 123) naar de Waalse mijnen gingen. Het merendeel van de kolenkappers woonde op het arme gehucht Achterdenbos. De lokale plaatsnaam Congoberg verwijst naar de vele houilleurs en mineurs, die ongewassen van de koolmijn en nog zwart als oelje (van het Franse houille = steenkool) naar hun gezin terugkeerden. Dit standbeeld werd opgericht ter ere van deze mannen.
Vollezele was vroeger zeer gekend om zijn stoeterijen, die gespecialiseerd waren in het fokken van Het Brabant Trekpaard.
R. Van Der Schueren begon in 1867 een hengstenfokkerij, die dan later de naam "Haras de Vollezeele" kreeg.
Een andere hengstenfokker was T. D'Hauwer. Stilaan en door de jaren heen kwamen er meerdere paardenfokkers, waarbij de hengsten en de merries werden aangekocht en aldus over de hele wereld werden getransporteerd. Kampioenpaarden met klinkende namen als Bienvenu, Brillant (foto hieronder) en Indigène de Fosteau werden wereldberoemd.
Kroonprins Albert I, later koning van België, bracht in 1907 een bezoek aan Vollezele. Op het centrum van Vollezele staat een klein standbeeld van het Belgisch trekpaard Brillant ter nagedachtenis van deze fokkers. Dit beeldje mag niet verward worden met het grotere standbeeld op de markt van Lennik; dat is immers Brillants vader Prins (ook gekend als Gugusse of Orange I).
In het vroegere gemeentehuis is nu het : Gemeentelijk Museum van het Belgisch Trekpaard.
Beeld ter nagedachtenis van de gesneuvelden in de oorlog.
Dit lammetje verschool zich onder een oud landbouwwerktuig.
Deze boom is zo dik geworden dat hij gewoon rond de afsluiting is gegroeid.
Mijn ventje, even lachen voor de foto.
Prachtig landbouwlandschap.
"Hof te Put" is een hoeve die dateert uit de 18e eeuw en is een overblijfsel van een oorspronkelijk nog ouder en groter geheel.
Deze baan moeten we volgen.
Hier zie je duidelijk de hoogteverschillen in deze streek. Het was letterlijk een wandeling met hoogte- en dieptepunten.
Deze bloem vond ik wel een foto waard.
In de Steenstraat vinden we de oudste nog bewaarde kapel van Vollezele. Deze werd gebouwd in 1666.
We stappen doorheen het Stiltegebied Dender-Mark.
Nog hoogteverschillen.
Wandelen door het "Robijnbosje".
En ja hoor, hier hebben we ze dan.. de beroemde Brabantse Trekpaarden.
Hier kun je nog ver zien.
We passeerden ook vele gerenoveerde hoevetjes, prachtig gedaan en toch de authentieke sfeer van vroeger in ere houden.
Even halte houden om deze slak te bewonderen.
Grote gesloten hoeve genaamd, het "Hof ter Hagen", daterend van 1871 en alweer prachtig aan het restaureren, ze waren juist bezig een nieuw dak te leggen aan de achterzijde.
De oude O.L.V.-kapel in de schaduw van een oude lindeboom. Dit is één van de vele kappeletjes langs waar vroeger de "wegom" werd gedaan. Bij ziekte of tegenslag in een gezin, gingen de buurtbewoners van kapel tot kapel de rozenkrans bidden.
En als afsluiter : een kippenboerderij.
Zo, beste bloggers, onze gezondheidswandeling zit er weer al op.
Dag beste bloggers.. vandaag een verslag over de Aerebeekwandeling in Herne.
Herne is een gemeente in de provincie Vlaams-Brabant. De gemeente telt ruim 6500 inwoners. Herne ligt in het Pajottenland. Doorheen Herne stroomt de rivier de Mark.
De Sint-Pieter- en Pauluskerk in Herne was ons startpunt.
De kerk is onstaan eind 11e, begin 12e eeuw. Middenschip en zuidbeuk Romaans; toren en koor uit Scheldegotiek. Muren uit ijzerzandsteen, zandsteen, kalksteen en vooral leisteen afkomstig uit de steengroeve in Sint-Pieters-Kapelle.
Verdere bezienswaardigheden: kalkstenen doopvont, lambriseringen, gestoelte,kerkmeesterbanken, biechtstoelen, beelden en schilderijen. Het middenschip en de zuidbeuk zijn Romaans (11de-13de eeuw); de toren en het koor daarentegen zijn uitgevoerd in Scheldegotiek (13de eeuw). Door grondige verbouwingen o.l.v. architect Goethals verwierf het gebouw in 1923-24 een complex en asymmetrisch grondplan: het zuidelijk gedeelte behield zijn autochtoon Romaans karakter, de noordzijde daarentegen kreeg een neogotisch uitzicht.
De muren bestaan uit een bonte mengeling van natuursteen: ijzerzandsteen, zandsteen, kalksteen en vooral leisteen. Deze gesteenten zijn grotendeels afkomstig uit Mark, een Waalse buurgemeente waar zich een groeve in de primaire geologische formaties van het massief van Brabant bevond. De Sint-Pieterskerk is één van de fraaiste landelijke kerken van Zuid-Pajottenland en een representatief voorbeeld van Scheldegotiek.
Helaas konden we van dat moois niet veel zien, want er was een hek geplaatst in de kerk.
Nog nooit gezien...
Het hek.
Efkes de handen door het hek om deze mooie foto te kunnen maken.
De kerk vanuit de verte.
Rustige en goed begaanbare wandelwegen.
Deze schapen zouden volgens onze opzoekingen op internet het ras Suffolk, een Engels ras, moeten zijn.
De witte dovenetel.
Kapel ter ere van Maria.
De Harebeek stroomt rustig verder.
Nog een kapelletje op een wegsplitsing.
Een pracht van een knotwilg.
Even kijken wie daar voorbijkomt.. lijkt deze koe te denken.
Prachtig vergezicht.
Mini kapelletje zomaar langs een veldweg.
Even uitblazen met de haren in de wind.
Deze gerestaureerde 19de eeuwse hoeve, die de naam kreeg "Ooievaarsnest" is herkenbaar aan het bronzen beeld aan de gevel.
Hier woont waarschijnlijk een schapenkweker in de buurt.. Wat mijn vrouwtje zich afvroeg... waarom zijn de lammetjes bruin en de ooien niet ??
Een prachtige vijver.
Op deze foto zie je goed het golvend landschap van het pajottenland.
Een hoeve waar de koeien op de binnenkoer stonden.. Rechts op de foto zie je 2 staarten liggen van poezen die aan het spelen waren... mijn vrouwtje wou natuurlijk hun aandacht trekken en floot eens, maar geen reactie van de poezen... maar wat wij niet gezien hadden.. achter de hoek stond de boer toch wel zeker.. en die maar grijnzen... en mijn vrouwke zonder blozen maar doorstappen... Vrouwen, hé..
Dit kapelletje stond aan bovenstaande boerderij.
Heerlijk geurende seringen.
We zagen veel prachtig gerestaureerde hoeves, volledig vernieuwd maar waar toch het karakter van vroeger werd behouden.
De buitenmuur was nog origineel met datum van 1814...
...maar de woning op de binnenkoer was heel mooi vernieuwd.
Nog even genieten van de laaste vergezichten, want het einde van de wandeling komt in zicht.
Op het gemeenteplein stond dit beeld ter ere van de Kartuizers in Herne.
De Kartuizers hebben de naam de strengst levende monniken van het Westerse kloosterwezen te zijn. Zelf zullen ze daar waarschijnlijk om glimlachen, al is dat moeilijk te controleren, omdat ze nooit een stap buiten hun kloosters zetten en zelfs hun familie maar sporadisch schrijven.
In ieder geval besteden ze dagelijks veel tijd aan het koorgebed (een uitgebreid Officie en dan ook nog dagelijks de getijden van de Heilige Maagd), spreken alleen met elkaar op een wekelijkse wandeling en op feestdagen, en dan nog zeer kort, doen maar een klein gedeelte van het dagelijkse programma samen en blijven de rest van de tijd in hun kluis.
Het Kartuizerklooster in Herne was het eerste kartuizerklooster van de Nederlanden. Het hart van Margaretha van York lag hier begraven. Nu nog verwijst de straatnaam Oud Klooster naar de plaats waar de kartuis lag.
Zo beste vrienden, we hopen dat jullie ook genoten hebben van deze uitstap.