In Het Brabants Fauvisme [1] uit 1994 publiceerde Urbaan De Becker een bijdrage met als titel François Van Haelen (1872-1939) [2]. In de ondertitel noemde hij Van Haelen Brouwer. Terecht. Van Haelen was eigenaar van Brasserie-Malterie de la Fontaine van Van Haelen Frères. De brouwerij, gelegen te Uccle Calevoet op de hoek van de Ukkelse- en Alsembergsesteenweg, was zeker sinds het midden van de negentiende eeuw in het bezit van de familie Van Haelen. In 1971 werd ze gesloopt om plaats te maken voor een nog bestaand warenhuis.
De brouwerij floreerde en Dominique, François broer, die jong stierf, en François Van Haelen zelf investeerden in kunst. François bouwde De verzameling François Van Haelen, zoals de ondertitel van het reeds aangehaalde Het Brabants Fauvisme [1] luidt, uit en werd een bekend verzamelaar.
Een deel van Van Haelens uitgebreide verzameling werd tijdens zijn leven slechts eenmaal tentoongesteld. Van 10 tot en met 23 mei 1924 vond in het kasteel van Wolvendael te Ukkel de Exposition de la collection F. Van Haelen [3] plaats. Werken van onder meer de laat-negentiende en vroeg-twintigste eeuwse schilders Jos Albert, Jean Brusselmans, Philibert Cockx, Charles Dehoy, Anne-Pierre De Kat, Jehan Frison, Willem Parels, Roger Parent, Ferdinand Schirren, Pierre Scoupreman, Louis Thevenet, Edgard Tytgat en Rik Wouters, allen Brabantse fauvisten genoemd, waren te bezichtigen. Thevenet viel op met 17 werken, het tweede grootste ensemble, na de 18 werken van ook tentoongestelde Ensor [4]. Is het dan verwonderlijk dat De Becker Louis Thévenet (
) de lieveling van François Van Haelen [2] noemde?!
Ik heb de ondertitel van De Beckers bijdrage onvolledig vermeld. Hij klinkt voluit: Brouwer en Mecenas [2]. De Becker laat er geen twijfel over bestaan dat Van Haelen een maecenas dat ik verkies boven mecenas omdat het ethymologisch juist is, was: achter het woord staat immers geen vraagteken.
Wat is een maecenas? Sta me toe om zoals geregeld bij mijn vriend van Dale die me zelden in de steek laat, te rade te gaan: mecenas (
) [genoemd naar de Romeinse kunstbeschermer Gaius Cilnius Maecenas (ca. 70 - 8 v.C.), raadsman van keizer Augustus], begunstiger van (
) kunstenaars. [a; de gewone letters staan cursief in het citaat]. Een begunstiger is iem. die begunstigt, gunst bewijst en een gunst is onder meer begunstiging, voordeel of blijk van gunstige gezindheid, m.n. welwillendheid waardoor men iemands belangen bevordert [a]. Bij begunstiging, voordeel of blijk van gunstige gezindheid kan er geen sprake van enig voordeel voor de begunstiger of hij die als teken van gunst geeft, zijn. Dit blijkt duidelijk uit de verwoording dat men iemands belangen, maar dus niet zijne, bevordert [a]. Mag ik besluiten door te verklaren dat een maecenas getypeerd wordt door 2 substantieven: onbaatzuchtigheid en idealisme?!
In zijn ondertitel noemde De Becker Van Haelen zonder enige terughoudendheid -ik heb reeds gewezen op het belang van het niet vermelde vraagteken- een Mecenas [2]. In tegenstelling tot De Becker heb ikzelf mijn twijfels over het feit dat François Van Haelen (
) dé -Merk het accent op. Zouden er nog andere begunstigers geweest zijn?- maecenas van Thevenet genoemd wordt. Terecht? [5].
Mijn uiteenzetting eindigde met de vermelding dat ik de hypothese dat Van Haelen geen maecenas was, in de toekomst zal proberen te bewijzen. [5]. Mijn aandacht gaat hierbij uit naar schilderijen door Van Haelen aangekocht volgens de reekening van Emma [6], andere schilderijen in het bezit van Van Haelen, door Van Haelen georgansieerde tentoonstellingen, door Van Haelen verleende financiële steun en varia.
Ik ben in de reekening van Emma [6] op zoek gegaan naar werken die Van Haelen van 1908 tot en met 1930 van Thevenet gekocht heeft. Ik heb er 20 gevonden, in tegenstelling tot de 17 waarover ik het had in de reekening van Emma of een ongemogelijke zoektocht in het kunstenaarsverleden, elders op deze site en die op een foute telling in een wirwar van notities -vergissen en verkeerd tellen is de mens en dus ook mij niet vreemd- berustte.
Hieronder vind je de lijst met vermelding van volgende gegevens: jaar (met vermelding van de aanduiding van de titel zoals in de reekening van Emma; ik vind het in het kader van deze bijdrage niet nodig om naar de juiste titel van de werken en het jaar van totstandkoming ervan op zoek te gaan), (benaderende) datum, aantal werken volgens de reekening van Emma verkocht in dat jaar én aantal werken waarvoor de reekening van Emma een prijs vermeldt, betaald bedrag of gegeven in nature door Van Haelen en laagste én hoogste betaalde bedrag voor een schilderij in dat jaar:
-1909 (interieur); april; 6 / 6; 250 frank; 175 frank voor 2 schilderijen en 250 frank;
-1910 (interieur); juli; 8 / 6; 100 frank; 100 frank en 700 frank;
-1910 (interieur); 28 juli; 8 / 6; 100 frank; 100 frank en 700 frank;
-1911 (interieur); juni; 9 / 9; 350 frank voor 2 schilderijen; 50 frank en 270 frank;
-1911 (interieur); juni; 9 / 9; 350 frank voor 2 schilderijen; 50 frank en 270 frank;
-1912 (poil de Louvijn); 18 april; 10 / 5; 400 frank; 250 frank en 400 frank;
-1919 (table noir); 23 augustus; 15 / 12; échange de couleurs niet bijgeschreven door Emma, maar meer dan waarschijnlijk door René Lyr; 100 frank en 700 frank;
-1919 (table rond); 23 augustus; 15 / 12; geen prijs vermeld, maar in de rand staat dat Van Haelen a eu 2 toiles pour des couleurs, niet bijgeschreven door Emma, maar meer dan waarschijnlijk door René Lyr; 100 frank en 700 frank;
-1920 (un interieur); 5 januari; 29 / 29; 800 frank voor 2 schilderijen, samen met het andere schilderij uit 1920; 800 frank voor 4 schilderijen en 1300 frank;
-1920 (un naturemor); 5 januari; 29 / 29; 800 frank voor 2 schilderijen, samen met het andere schilderij uit 1920; 800 frank voor 4 schilderijen en 1300 frank;
-1921 (rue Solembemt); 12 mei; 26 / 26; 2200 frank voor 5 schilderijen, samen met de andere schilderijen uit 1921; 230 frank en 1800 frank voor 2 schilderijen;
-1921 (interieur); 12 mei; 26 / 26; 2200 frank voor 5 schilderijen, samen met de andere schilderijen uit 1921; 230 frank en 1800 frank voor 2 schilderijen;
-1921 (la pan); 12 mei; 26 / 26; 2200 frank voor 5 schilderijen, samen met de andere schilderijen uit 1921; 230 frank en 1800 frank voor 2 schilderijen;
-1921 (le zardin de Mr de Bouk); 12 mei; 26 / 26; 2200 frank voor 5 schilderijen, samen met de andere schilderijen uit 1921; 230 frank en 1800 frank voor 2 schilderijen;
-1921 (noter zardin); 12 mei; 26 / 26; 2200 frank voor 5 schilderijen, samen met de andere schilderijen uit 1921; 230 frank en 1800 frank voor 2 schilderijen;
-1926 (le jambon); tussen 2 mei en 25 juli; 20 / 17; 800 frank voor 2 schilderijen, samen het andere schilderij uit 1926; 225 frank voor 2 schilderijen en 1500 frank voor 2 schilderijen;
-1926 (naturm); tussen 2 mei en 25 juli; 20 / 17; 800 frank voor 2 schilderijen, samen het andere schilderij uit 1926; 225 frank voor 2 schilderijen en 1500 frank voor 2 schilderijen;
-1929 (la toillet); 27 juli; 25 / 6; 1400 frank voor 3 schilderijen, samen met de andere schilderijen uit 1929; 1400 frank voor 3 schilderijen en 1000 frank;
-1929 (armoire); 27 juli; 25 / 6; 1400 frank voor 3 schilderijen, samen met de andere schilderijen uit 1929; 1400 frank voor 3 schilderijen en 1000 frank;
-1929 (la table rond met bouquett); 27 juli; 25 / 6; 1400 frank voor 3 schilderijen, samen met de andere schilderijen uit 1929; 1400 frank voor 3 schilderijen en 1000 frank.
Gedurende 23 jaar heeft Van Haelen tijdens 9 jaren werken gekocht. Tijdens die 9 jaar heeft hij 20 schilderijen gekocht. De aankoop gebeurde tijdens 4 periodes, voor zover één enkel jaar als periode kan beschouwd worden:
-1909 tot en met 1912: 6 schilderijen,
-1919 tot en met 1921: 9 schilderijen,
-1926: 2 schilderijen;
-1929: 3 schilderijen.
Hieruit kan afgeleid worden dat Van Haelen in slechts 39 % van de jaren opgenomen in de reekening van Emma werken gekocht heeft en dat hij gemiddeld minder dan één schilderij per jaar gekocht heeft. Kan men van een maecenas geen daadwerkelijke en consequente steun door geregelde en veelvuldige aankopen verwachten? Maecenaat?!
Slechts voor 2 werken, gekocht in 1909 en 1912, of in 10 % van de gevallen betaalde Van Haelen de hoogste prijs voor dat jaar. In 1919 kocht hij zelfs 2 werken, 10 % van de gevallen, in échange de couleurs [6]. Voor 5 werken, 2 en 3 werken respectievelijk gekocht in 1910 en 1929, of in 25 % van de gevallen betaalde hij zelfs de laagste prijs. Het lijkt er sterk op dat het er Van Haelen om te doen was om werken zo goedkoop mogelijk te verkrijgen. Maecenaat?!
De Becker nuanceerde de ondertitel van zijn reeds vermelde bijdrage door te verklaren dat Van Haelen Thevenet telkens weer uit de nood helpt, weliswaar niet geheel onbaatzuchtig. En hij verduidelijkt. Op een ogenblik dat het talent van Thévenet nog amper wordt erkend, koopt Van Haelen voor een prikje ongeveer alles -het gaat hier uiteraard om een veralgemening- wat Thévenet schildert. [2]. Van Haelen maakt duidelijk gebruik -Had ik misbruik moeten schijven?- van de situatie of het feit dat Thevenet geen naam had om werken tegen spotprijzen aan te kopen. Maecenaat?!
Waarom heeft De Becker in zijn ondertitel achter Mecenas [2] dan geen vraagteken geplaatst? Wilde hij de lezer ten onrechte doen geloven dat Van Haelen een weldoener was? Waarom? Wilde hij de mythe creëren van Van Haelen die weldoener was terwijl hij slechts aan zijn eigen profijt dacht? Om welke reden?
Het lijkt er sterk op dat Van Haelen de taktiek van onbekendheid, niet alleen in het geval van Thevenet, probeerde te bestendigen. Ik ga opnieuw bij De Becker te rade: hij gedroeg zich jarenlang voorzichtig of precies bijzonder slim: hij besefte zeker de waarde van wat hij kocht en had, hij had zicht op het talent van de schilders, maar hij pakte met die namen niet uit naar buiten, met uitzondering van 1924 [3] toen hij een deel(tje) van de werken van hen in zijn bezit tentoonstelde; hij groepeerde de artiesten rondom zich, verzorgde ze optimaal -naar wat hiermee bedoeld wordt, heb ik het raden: Thevenet zat immers al te vaak krap bij kas-, maar hing de werken allemaal in zijn eigen huis [2]. Dit gaf hem de kans om bij aankoop en de onderhandelingen daarrond zijn prijs op te dringen: wie anders zou de werken van zijn protégés kopen! Maecenaat?!
Volgens de reekening van Emma moet Van Haelen 20 werken van Thevenet gehad hebben. Klopt dit? Tijdens de Exposition de la collection F. Van Haelen [3] werden immers slechts 17 werken [2] getoond. Meer dan waarschijnlijk werd niet de volledige verzameling Van Haelen, en dus ook niet alle werken eruit van Thevenet, tentoongesteld.
Dit wordt onrechtstreeks door René Lyr beaamd die geschreven heeft dat het deel van de catalogue van Thevenets werken devrait compter, en 1930, het jaar van zijn overlijden, plus de soixante Thévenet. [7]. Het exacte aantal Thevenets die Van Haelen ooit bezeten heeft, is volgens De Becker echter moeilijk te achterhalen omdat een volledige inventaris daarvan en van de volledige verzameling van Van Haelen nooit gepubliceerd is. het bijhouden daarvan alleen al zou een full-time bezigheid (
) zijn geweest. [2]. Mijn poging om een volledige inventaris van Thevenets werken op te stellen is op http://blog.seniorennet.be/louis_thevenet2 te vinden. Sta me toe om te benadrukken: een poging, slechts een poging, alleen maar een poging.
De Becker beweert dat Van Haelen trouwens ook ettelijke werkjes gratis gekregen heeft, want hij verschaft Thévenet en diens vrouw Emma voedsel, veel drank en, als het nodig is, ook onderdak. Thévenet heeft geregeld overnacht en zelfs gewoond op de zolder boven de brouwerij Van Haelen. [2]. De Becker staaft zijn bewering niet.
Hoewel ik niet a priori verwerp, mogen we het feit dat Van Haelen Thevenet gratis diensten heeft bewezen, niet overdrijven. Uit de reekening van Emma [6] blijkt immers dat hij zich voor diensten liet betalen. Hij heeft zich immers voor hulp in natura laten betalen -ik baseer opnieuw op de reekening van Emma [6]:
-in 1919, op 23 augustus, kocht hij een table noir in ruil, échange, voor de couleurs;
-nog in 1919, ook op 23 augustus, kocht hij een table rond, die hij a eu gekregen dus, pour des couleurs.
Zijn dit alleenstaande feiten? Liet Van Haelen zich geregeld met schilderijen betalen voor geleverde diensten?
Toch wil ik niet ontkennen dat Thevenet aan Van Haelen schilderijen gegeven heeft. Ik veronderstel dat dit naar aanleiding van bijzondere gelegenheden moet geweest zijn, bijvoorbeeld naar aanleiding van een verjaardag.
Lyr heeft geschreven dat Van Haelen bij Thevenets overlijden plus de soixante Thévenet [7] bezat. Hoe hij ze in zijn bezit gekregen heeft, is reeds voor een deel gezegd: van Thevenet gekochte werken en van hem effectief gekregen werken. Toch betwijfel dat Van Haelen een 40-tal werken gekregen heeft.
Zou het kunnen dat hij van zijn overleden broer werken geërfd heeft? Dit is niet denkbeeldig. Onderzoek zou misschien kunnen verduidelijken.
Meer dan waarschijnlijk heeft hij werken van anderen overgekocht. Lyr heeft het over één geval. In Mon ami Louis Thévenet schreef hij: Le porc couvert fut peint à loccasion dune kermesse de boudin chez Caroline, tenancière du cabaret qui forme, encore aujourdhui, in 1945 dus, le coin de la chaussée dAlsemberg en du chemin vers Lindebeek, en face de la Brasserie Van Haelen. (
) Caroline le paya dun plat de tripailles et Van Haelen la reçut, après la kermesse pour une tournée de gueuze. [7].
In Ceux que jai défendus kleurt Lyr dit feit, pleine de saveur, et damertume, met details in: Page de réalisme puissant dune couleur magnifique. Il date du début de leur séjour à Calevoet. Cest le cochon, dit Emma, que tua Caroline (
). Elle demande à Louis de peintre son porc, pour la réclame. Thévenet (
) donna la toile à Caroline pour un plat de tripailles. Et quelques bonnes lampées. [8].
Waarom heeft Van Haelen het schilderij niet van Thevenet gekocht? Thevenet zou er zelfs na het betalen van zijn eten zelfs geld aan overgehouden hebben. Van Haelen zou toch niet zoveel betaald hebben, rekening houdende met het feit dat de drank voor de tournée de gueuze [7] door zijn firma geleverd was. Maecenaat?!
Van Haelen speelde wel meer spelletjes met Thevenet. Lyr laat Van Haelen zelf aan het woord over la première visite de Louis aan Van Haelen avec son ami Dehoy. Hij zette hen 2 grote boterhammen met hesp en deux demi-gueuzes formidables voor. (
) Les pauvres types nosaient plus parler de la toile, mais je lavais flairée du premier coup, et cest moi qui ai fait le prix: cent francs deux billets de cinquante et remplissez les verres. Louis ne savait plus où se mettre. (
). Il est revenu tout rouge (
): Je ne veux pas vous voler
(sic). Et il ma rapporté cinquante francs. [7]. Zelfs na Thevenets dood kon Van Haelen het niet laten om de schilder onrecht aan te doen. Hierover zal ik het nog hebben.
Heeft Van Haelen Thevenet daadwerkelijk en zonder bijbedoelingen, zoals het een maecenas past dus, geholpen? Niets wijst erop.
Hij heeft voor hem in Halle een huis gezocht. Een huis dat niets meer dan een bicoque [7], een krot, was. Ik heb geen enkel spoor gevonden van een individuele tentoonstelling van Thevenet tijdens zijn leven waarbij Van Haelen actief betrokken was.
Heeft hij Thevenet financieel geholpen? Hij heeft hem geld geleend om zijn woning aan de Consciencestraat waar hij in 1927 ging wonen, te bouwen. Zoals dat bij leningen het geval is, moest het bedrag terugbetaald worden. Daarbij bleef het niet. Er moest rente betaald worden. Dat is gebeurd in de vorm van een schilderij dat lang gehangen heeft A côté de son lit, van Van Haelen dus. François nous montra la dernière chose quil avait recue de Louis, une nature-morte au lapin de garenne uit 1929. Cest celle qui a soldé les intérêts du pret sur sa maison. [7].
Van Haelen had Thevenet 15.000 frank geleend die na 3 jaar terugbetaald waren. Hoeveel interest aangerekend werd, is niet geweten. Bestond er een geschreven overeenkomst?
Feit is dat die interest in natura betaald werd. Hoeveel waren Thevenets schilderijen in de laatste periode van zijn leven toen hij eindelijk in een huis van zichzelf woonde, waard? Het is moeilijk om hierop een zinnig antwoord te geven. De enige bron is de reekening van Emma [6]. Die vermeldt volgende hoogste verkoopprijzen voor een schilderij: 1.000 frank voor 1927, 2.500 frank voor één of 2 schilderijen -Emma was niet duidelijk- voor 1928, 1.000 frank voor 1929 en 5.000 frank voor 1930.
Belangrijk is en uitspraak van Romain Severants, net als Van Haelen een van dé bezitters van werken van Thevenet, die ooit disai: Chacun de mes Thévenet, cest une maison pour mes enfants. [7; de gewone letters staan cursief in het citaat]. Overdrijf ik door te stellen dat Thevenet zijn huis tweemaal betaald heeft op een zeer korte periode: terugbetaling van de geleende som en vergoeding van de interest door het geven van een schilderij dat op zich een huis waard was?! Maecenaat? Nee, het nastreven van woekerwinsten, al te vaak eigen aan zelfstandigen.
Zelfs na Thevenets dood kon Van Haelen het niet laten om de schilder onrecht aan te doen. Toen hij met Lyr de weduwe van Thevenet bezocht, bood Emma hem een schilderij aan voor de interesten op de lening voor het Huis. Ze moet vergeten zijn dat dat al gebeurd was. Van Haelen heeft zich van de domme en aanvaardde, met een knipoogje naar Lyr [de gegevens van het boek waaruit voorgaande komt, zullen later ingevuld worden]. Maecenaat?! Nee, lijkenpikkerij.
Besluiten:
Van Haelen heeft in slechts 39 % van de jaren opgenomen in de reekening van Emma werken en gemiddeld minder dan één schilderij per jaar gekocht.
Slechts voor 2 werken of in 10 % van de gevallen betaalde Van Haelen de hoogste prijs voor die jaren. 2 werken of in 10 % van de gevallen betaalde hij in nature. Voor 2 en 3 werken of in 25 % van de gevallen betaalde hij zelfs de laagste prijs voor die jaren.
Van Haelen zorgde ervoor dat Thevenet realtief onbekend bleef. Ik zeg opnieuw De Becker na: Van Haelen gedroeg zich jarenlang voorzichtig of precies bijzonder slim: hij besefte zeker de waarde van wat hij kocht en had, hij had zicht op het talent van de schilders, maar hij pakte met die namen niet uit naar buiten; hij groepeerde de artiesten rondom zich, verzorgde ze optimaal, maar hing de werken allemaal zijn eigen huis [2]. Zodoende had hij steeds weer de kans om zijn prijs op te dringen: wie anders zou immers werken van Thevenet, één van zijn protégés, kopen!
Maecenaat? Maecenaat?! Eigenbelang!
Profitariaat!!
Wat ware maecenaat geweest?
Laat me toe om Nel, echtgenote en weduwe van Rik Wouters, te citeren: Georges Giroux, galerijhouder, sluit (
) een contract met hem, Rik Wouters dus, af. Hij zal alle onkosten vergoeden, om Rik op die manier toe te laten om te schilderen en te beeldhouwen, en hem bovendien een maandsalaris van 200 frank geven. Als tegenprestatie moet Rik de helft van de verkoopsprijs van zijn werken afstaan, na aftrek van de onkosten. [9]. Ook Lyr heeft het daarover hoewel hij andere bedragen vermeldde, gehad: Je décidai Giroux à lui, Rik Wouters dus, assurer 11 F par mois dabord, puis 300 bientôt, en plus de la fourniture des matériaux pour son art. Rik tint absolument à reconnaître par un papier (
). (
) on lui donna satisfaction. Le contrat se fit dans mon bureau. [10]. Dat deze overeenkomst door Giroux toch niet correct nageleefd werd, is een ander verhaal.
Waarom heeft Lyr zelf geen initiatief in die zin in het voordeel van Thevenet genomen? Ik denk aan een gelijkaardige actie als die tussen Giroux en Wouters. Ik denk ook aan een actie van Lyr zelf die in de toenmalige kunst(enaars)wereld niet onbekend was en zijn werk kende. Nergens heb ik kunnen vinden dat hij een initiatief ten voordele van Thevenet genomen of zelfs maar overwogen heeft. Dit zou een ander verhaal kunnen zijn.
Toch is er een enorm verschil tussen Van Haelen en Lyr. In tegenstelling tot de eerste heeft de tweede Thevenet niet proberen dood te zwijgen.
Hij heeft hem daarentegen in Mon ami Louis Thévenet [7] in een prachtige, vaak beeldrijke taal voor het nageslacht tot leven gebracht, zelfs vereeuwigd.
[a] GEERTS, G. en HEESTERMANS, H. Van Dale groot woordenboek der Nederlandse taal. Van Dale lexicografie, Utrecht, Nederland en Antwerpen. 1995.
[1] DDAA. Het Brabants Fauvisme. De verzameling François Van Haelen. Gemeentekrediet, Brussel, p. 87-91. 1994 [n.a.v. de tentoonstellingen in het Herman Teirlinckhuis in Beersel van 11 juni tot 10 juli 1994 en de Galerie van het Gemeentekrediet in Brussel van 9 september tot 6 november 1994].
[2] DE BECKER, Urbaan. François Van Haelen (1872-1939). Brouwer en mecenas. In: DDAA. Het Brabants Fauvisme. De verzameling François Van Haelen. Gemeentekrediet, Brussel, p. 11-57. 1994 [n.a.v. de tentoonstellingen in het Herman Teirlinckhuis te Beersel van 11 juni tot 10 juli 1994 en de Galerie van het Gemeentekrediet te Brussel van 9 september tot 6 november 1994].
[3] NN. Exposition de la collection F. Van Haelen. Du 10 au 23 mai 1924. [
], Ukkel. 1924 [n.a.v. de tentoonstelling in het kasteel van Wolvendael te Ukkel van 10 tot en met 23 mei 1924].
[4] DE GEEST, Joost. Biografieën. In: DDAA. Het Brabants Fauvisme. De verzameling François Van Haelen. Gemeentekrediet, Brussel, p. 193-196. [n.a.v. de tentoonstellingen in het Herman Teirlinckhuis in Beersel van 11 juni tot 10 juli 1994 en de Galerie van het Gemeentekrediet in Brussel van 9 september tot 6 november 1994].
[5] WOUTERS, Rik. L. Thevenet onbegrepen schilder van een oeuvre vol dagdagelijkse voorwerpen. Over zijn vrijwillige ballingschap in Halle van 1916 tot 1930. Xarnego, Halle. 2007.
[6] WALSCHOT, L. De "reekening van Emma". In: Hallensia, jg. 24, nr. 1, januari-maart 2002, p. 26-29.].
[7] LYR, René. Mon ami Louis Thévenet. Editions Nationales, Uccle. 1945. [8] LYR, René. Ceux qu jai défendus. De Brusselmans à James Ensor. Unimuse, Tournai. 1990.
[9] WOUTERS, Rik, mevrouw. Het leven van Rik Wouters doorheen zijn werk, p. 13-125. In: BETRAND, Olivier [samensteller]. Rik Wouters. Visies op een Levensloop. Belgian Art Research Institute, Brussel, 2000.
[10] LYR, René. Les mots et les couleurs. 1924-1930. Unimuse, Tournai. 1978.
|