Ik ben Martin Vanhee, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Maarten.
Ik ben een man en woon in Roeselare (België) en mijn beroep is met pensioen.
Ik ben geboren op 26/07/1955 en ben nu dus 69 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: corresponderen en zo van mensen houden en omgekeerd.
Eigenlijk geloof ik in het goede van de mensen ondanks alles, vriendschap en liefde zijn dan ook de sleutels in mijn leven. Want elke liefde heeft haar waarde al betaal je soms de prijs van pijn, verdriet en verlatenheid.
Sluit vriendschap met de bomen sluit vriendschap met de wind sluit vriendschap met de bloemen die je op de wereld vindt
Sluit vriendschap met de wolken sluit vriendschap met de maan sluit vriendschap met de sterren die aan de hemel staan
Sluit vriendschap met de golven de zee met eb en vloed maar vooral met alle mensen die je op je weg ontmoet
Broer Christiaan Vanhee
02.12.1956 - 28.07.2014
zijn dochter
Eline Vanhee
11.02.1986-14.05.2013
Volg jouw eigen weg soms kronkelend soms rechtdoor volg jouw eigen droom al lijkt hij vaag: ga ervoor!
Luister naar jouw kloppend hart het spreekt een eigen taal het kent jouw leven door en door het kent jouw verhaal.
Vertrouw steeds wat je voelt en twijfel nooit aan jezelf jij bent de zon, de maan, de ster, schitterend aan het hemelgewelf!
Op negentienjarige leeftijd wordt Bieke Vandekerckhove (1969) ziek. De diagnose is hard: de dodelijke spierziekte ALS. Levensverwachting: twee tot vijf jaar. Wat begin je dan met dat schamel restje leven?
Omstandigheden brengen haar naar het Sint Liobaklooster in Egmond- Binnen. Ze leert er de spiritualiteit van Benedictus en het psalmgebed kennen. Het beïnvloedt haar leven voorgoed. Drie jaar later hoort Bieke dat de ziekte gestabiliseerd is, maar elk moment opnieuw de kop kan opsteken. Nu leeft ze al twintig jaar met ALS. Ze is getrouwd en heeft twee assistenten, die haar afwisselend helpen, waar nodig.
De afgelopen tien jaar kwam ze in contact met de stilte van zen. Ook die ontmoeting is beslissend. Haar boek geeft weer wat ze meemaakte, zag en proefde in de stilte van het leven: De benedictijnse spiritualiteit en het zenboeddhisme zijn de twee longen geworden waarmee ik adem.
Dit boek wil ik sterk aanbevelen omdat de auteur ervan samen met mijn zus de studies psychologie heeft aangevat destijds, en ik dus ergens op de eerste rij de verschijnselen van deze ziekte heb gezien. Maar nog meer de daadkracht zelfs in die mate dat een jong iemand als Bieke dit allemaal te boek heeft gesteld.
Nieuwe katharenroman:
DE GOEDE MENSEN
EN DE HONDEN VAN GOD
Karel Wellinghoff
Tien jaar na Montségur, burcht van de vrede verscheen bij uitgeverij Aspekt een nieuwe katharenroman van Karel Wellinghoff.
Het thema is vergelijkbaar. Een jong koppel trekt naar de Languedoc op zoek naar zichzelf en hun relatie. Beiden hebben trauma's uit het recente verleden te verwerken. Uiteindelijk zal blijken dat ze een gereïncarneerde bon homme en bonne femme zijn.
Het boek is dus een beetje schatplichtig aan de vorige roman die hier als een soort rode draad door het verhaal loopt. Wie veel actie verwacht is er alvast aan voor de moeite. Weinig geschiedenis, veel esoterie. Een boek voor de liefhebbers van het genre.
Innerlijke pijnen die je kwellen. Cultiveer ze niet, wentel je niet in de pijn. Maar ga er ook niet tegen in, want daar leven ze van. Duw ze niet van je weg, want daar worden ze alleen maar sterker van. Geef ze niet meer aandacht dan ze verdienen, accepteer ze, laat ze komen en gaan. Het zijn voorbijdrijvende wolken die even het zonlicht belemmeren.
Neen, geen sentimentele overgevoelige doetjes, maar God, jawel HIJ zoekt fijngevoelige mensen, zij die mensen aankijken met de ogen van het hart, en daarbij anderen vragen stellen; vragen die we overal tegenkomen in het Evangelie wanneer Jezus het heeft over mensen die op één of andere manier te lijden hebben.
Deze vragen kunnen zijn: "Kan ik me voorstellen wat de ander doormaakt?" "Blijf ik niet te veel op afstand?" "Zie ik de ander wel echt?" Zulke diepgevoelige mensen werken niet op automatische piloot maar leven mee met die andere broze medemens. Ze worden diep geraakt door de pijn van de anderen, vaak diepe pijnen allerlei: een doodgeboren kindje, een vrouw waarbij kanker wordt vastgesteld, een depressieve jonge man die zelfmoord probeerde te plegen, iemand in een echtscheiding die zich 'dooddrinkt', de steuntrekker die geen uitweg meer ziet, ... noem maar op.
Sommigen geven wel eens goede raad in de trant: 'je moet het je zo niet aantrekken' ' je moet je daar tegen wapenen' 'je bent veel te gevoelig', waarmee ze bedoelen dat het beter is je te pantseren tegen al dat leed.
Echte nabijheid vraagt om gevoeligheid. We mogen elk een beetje 'groeien' naar meer menselijkheid zoals Jezus het ons heeft voorgedaan en gevraagd.
Laat ons hart maar gevoelig blijven, zodat we zien wat moet gezien worden, en beter zien met de ogen van ons hart, misschien als de barmhartige Samaritaan, ook al houden we niet van de ander zijn huidskleur, zijn taal, zijn werkloosheid, zijn 'klagen en zagen' ...
Niets is menselijker dan fouten maken. Niets getuigt van meer liefde dan elkaar vergeven. Vergeven is vergeten, ook al doet het pijn. Vergeven is elkaar omhelzen om opnieuw te beginnen. Vergeven is iemand bevrijden, hem weer de kans geven nieuw te worden. Vergeven is iemand de hand reiken, hem over de zwakeheid heen helpen. Vergeven is zon brengen, de muur afbreken en een berg bouwen, is terug contact opnemen en het defect herstellen. Bruggen bouwen en hem samen bewandelen. Vergeving vragen is je eigen pretentie op zak steken, en bekennen dat je elkaar nodig hebt. Laten we elkaar vergeving vragen en schenken, voor alle fouten die we tegen elkaar ooit hebben begaan, als ouder of kind, broer of zus, als verloofde, familielid of vriend.
De wonderbaarlijke reis. Of ludieke weergave van het evangelie
Een historische misdaadroman, een religieuze parabel, geschiedkundige fictie, blasfemische novelle Dit boek is het allemaal niet. Sommige humoristische zinnen doen zelfs af en toe aan Monty Pythons Life of Brian denken, maar dat zou de schrijfkunsten van Eduardo Mendoza tekort doen. Zoals we uit de afsluitende noot van de auteur kunnen opmaken, is er voor deze roman zeer gedegen onderzoek verricht.
Wat isDe wonderbaarlijke reis dan wel?
Niks minder dan een prachtige roman die zowel de gelovige als de atheïstische lezer kan bekoren.
Filosoof Pomponius Flatus vertelt zelf zijn wonderlijke reisverhaal, dat zich afspeelt aan het begin van onze jaartelling. In eerste instantie is hij nog op zoek naar geneeskrachtig water. Overal waar hij komt drinkt hij van de plaatselijke waterbron, wat hem louter darmproblemen en winderigheid oplevert. In Nazareth aangekomen, wordt hij betrokken bij het oplossen van een moord. Een plaatselijke timmerman wordt van deze moord verdacht. Jezus de nog jonge zoon van deze timmerman - weet Pomponius over te halen een onderzoek op te starten om zodoende de onschuld van zijn vader te kunnen bewijzen.
Wat volgt is een fascinerende mengeling van fictie, geschiedkundige feiten en personages, filosofische overwegingen en een ongelooflijk knappe plot. Dat alles wordt met de nodige relativerende humor samengesmeed tot een mooie roman van literair hoogstaand niveau. Eenmaal uitgelezen blijft het verhaal nog een tijdje prettig in het achterhoofd sluimeren.
Laat je niet bedriegen door uiterlijke schijn of leiden door ijdelheid. De genoegens die wij dan smaken zijn oppervlakkig en vluchtig en de ondervonden vriendelijkheid broos en hoerig. Alleen wijsheid en deugd blijven, en hun waarde neemt toe met de jaren. Al ontken ik niet dat ons allen hebben geamuseerd, zeker waneeer alles in dienst staat van de zintuigen ...
Door mijn werk heb ik het vaak van heel dicht meegemaakt: In het restaurant zitten twee mensen in een rolstoel over hun ontbijt geleund; ze zijn nog niet gewassen. Een van hen wordt gestut door een aantal kussens om niet opzij te vallen. De ander herhaalt steeds luider: 'Moeder, moeder, moeder!', totdat een verpleger of een ergotherapeut - soms ikzelf - een hand op de schouder legt.
Dan dacht ik steevast: laat me dit alsjeblieft bespaard blijven. Bespaar me dat ik ooit in een dagverblijf of in een woon-en zorgcentrum met uitgebluste, lekkende oudjes terechtkom. Bespaar me dat mijn billen worden afgeveegd en dat ik voor de tv word geparkeerd, omringd door personeel met een lichte stem en een pijnlijke rug. Want de vrienden van nu die me nu wel kunnen helpen zullen misschien zelfde lot zijn toegedaan ...
Waarom hebben deze oorden trouwens allemaal van die opgewekte namen? Bergzicht, Zonneheuvel, Rozengaarde, Blijleven, Ten Hove...
Waar anderen zich een stedentrip gunnen of een dagje pretpark, maak ik een ommetje door de buurt. Ooit was het anders, want voor collega's was Turkije toen voor hen een openbaring als ik vertelde dat ik er vandaan kwam. Zo volgden ook wél stedentrips als Wenen, Praag en Moskou. Maar ook minder vanzelfsprekende bestemmingen -althans toen - deed ik aan zoals Israël, Egypte en Jordanië om drie maal te eindigen in India en er definitief en slot op te zetten in Malta na Markko nog even te hebben gegroet. Nu neem ik vakantie in mijn eigen tuin. O ja, Lourdes zou ik hebben vergeten natuurlijk. Raar toch dat een mens nooit aan deze bestemming denkt als hij het over 'vakantie' heeft! Laatste zelfs met een vergrootglas te zoeken in de vele vakantiefolders.
Wees niet bang om jouw armen te openen, en de eenzaamheid binnen te laten. Wees niet bevreesd om gedachten om te buigen tot daden, enkel zo verdrijf jij de eenzaamheid. En weet en onthoud, dat ook jouw eenzaamheid verdreven zal worden door de liefde van de Heer.
Naast mijn eigenlijke taak op de werkvloer vonden verschillende directieleden dat ik de geschikte persoon was om er nog wat neventaken bij op te nemen, al behelsden deze neventaken soms een verpletterende verantwoordelijkheid. Naast badgegheeerder van een paar duizend badges met al hun mogelijke toegangscombinaties, werd ik o.m. in vertrouwen genomen om het archief te beheren. Op zich niet zo moeilijk al was het wel één van de mindere aangename bijtaken. Want een archief werd altijd zo klein mogelijk gehouden. Het werd dus vaak wringen en op gevaarlijk plaatsen reiken juist naar die stapel, of die doos waar een directielid zeker van was dat ze de inhoud zou bevaten waar hij zelf al dagen had naar gezocht. Dus dan maar roepen naar zijn vertrouwenspersoon, ondergetekende dus. Het zou me te ver brengen verder uit te wijden over dit onderwerp. Toch nog deze. Het was tussen deze rekken en dozen, in deze smalle gangen dat ik een verpleegkundige moest zien om te toveren tot de heilige man; las je eerder wel. Maar wat me nu voor ogen komt na al die jaren is het beeld van de aaneengesloten rijen archiefkasten van grijs staal. Overal stonden mappen in verschillende afmetingen en uitvoeringen. Ze hadden ruggen van stof, ruggen van plastic, ruggen van metaal. Er stonden ingenaaide boeken, gebonden boeken en oude documenten - heb daar zelfs mijn eigen geboortegegevens gevonden -, fraai en zorgvuldig bijeengehouden met touwtjes en zelfklevers die over de schappen gingen. Nu ik eraan terug denk stonden er ook gepensioneerde elektische typemachines van Triumph en Facit. Er stonden grote ladekasten voor stadsplattegronden. Fotodozen (die ooit spoorloos waren verdwenen en nog altijd niet terecht zijn!) en archiefboxen van bruin karton - laatste moest ik jaarlijks bijbestellen toen het verlof er aan kwam- stonden tegen elkaar opgestapeld. Er stonden zelfs verrijdbare stalen archiefkasten. En er waren vooral de stevige baxterdozen waarvan ik de naam hier niet mag noemen ... Hoe dan ook, in alle bescheidenheid, ik vond alles terug, soms met spinnewebben in het haar of een hoest van die droge lucht. En eens gevonden vonden die heren directieleden het vanzelfsprekend, net zoals ze hun verloren sleuten terug kregen eens ik had gegrasduind in de sleutelkast die ook aan mij was toevertrouwd. En dat alles naast mijn hoofdbezigheid waar ik uren voor te kort kwam. Maar ik klaag niet, wat men ook nodig had en nergens meer kon vinden, dan klopte men bij me (letterlijk) aan, al dan niet in paniek. "Je bent zo een engel, moesten wij jou niet hebben ..." Maar wat doe je daar mee voor het verdere leven?!
Weinig mensen kennen echte vriendschap. Bijna iedereen verlangt naar vriendschap. Maar hoe begin je eraan. Veel mensen zijn zo voorzichtig in hun contacten, dat het nooit lukt om een warme relatie aan te gaan.
Ze willen anderen niet kwetsen, ze willen niet gekwetst worden, ze willen door iedereen geliefd zijn, ze willen geen vijanden maken ... Ze durven zich vooral niet uitspreken.
Doe al het goede dat je kunt met de middelen de je hebt op de manier die je gewoon bent op de plaats waar je staat in de tijd die je gegeven is voor de mensen die je kent zolang het mogelijk is.
Geef mij uw goddelijke goedheid. Maagd vol van genade, Vrouwe van de glimlach, Herstel in mij de goddelijke goedheid, Leer mij te genezen wie ik heb verwond, Dat mijn lippen mogen overtromen van tederheid, Vol woorden van liefde die vrede brengen.
IK GA VOOR VERDRAAGZAAMHEID!
Dit kaarsje kreeg ik uit dank, maar er werd me gevraagd het te laten branden voor elkaar. Op mijn beurt geef ik dit licht door aan anderen, uit dank; als teken van hoop misschien, maar vooral als bevestiging, of nog meer als aanmoediging voor mensen die het nu echt nodig hebben. IK WIL ER ZIIJN VOOR U!
Als ik in India ben, is dat een groot wonder, dan wil ik er zoveel mogelijk zien.
Ik ben zo verliefd op dit land, deze nieuwe wereld, waarin ik geleidelijk een ander mens wordt.
India is zo'n boeiend land, een fascinerend land van paleizen en tempels van goden en godinnen, van Hindu's, Siksen enz….. , van kasten en paria's.
India is een land waar alles anders is als bij ons, India maakt een ander mens van u.
Wie India heeft bezocht, zal nooit meer zijn zoals voorheen was.
U leert relativeren, U gaat inzien dat er nog en andere kant aan het menszijn zit, dan die welke u hier in de luxueuze,. gehaaste, westerse wereld leerde kennen
U zult het begrip 'Tijd' anders gaan interpreteren.
Tijd bestaat immers niet in India.
Het is de gehaaste mens die de tijd heeft gemaakt .
En in India hebben de mensen geen haast.
Wie door de gids van het reisbureau van het ene monument naar het andere wordt gejaagd, zal uiteraard weinig van India leren kennen en begrijpen.
India behoort u in alle rust te leren kennen,
Doe het rustig aan, de eerste dagen niet alleen om aan het klimaat te wennen, maar veeleer om te herstellen van de cultuurschok, die u bij een eerste kennismaking met India onherroepelijk oploopt.
Ontvlucht de schok niet.
Ga hem tegemoet en verwerk hem.
Dan zult u inzien dat niet al het negatieve negatief is, dan zult u leren begrijpen waarom de armoede, die wellicht helemaal geen armoede is bestaat en waarom het verschijnsel bestaat zoals het bestaat .
Dan zult u van uw vooroordelen over India gaan houden .
U zult ernaar verlangen en gaan behoren tot de grote schare mensen die iedere kans aangrijpt om weer te kunnen genieten van de mooiste en ontroerendste ervaringen die zij in hun leven deelachtig zijn geworden: de ervaringen die India hen heeft geboden en weer zal bieden.