We schrijven vrijdag 18 september. Op donderdag was ik naar mijn ouders geweest om er o.a. de bovenverdieping, vier kamers, eens grondig met water te kuisen. Blijkbaar had ik nog energie over om zelfde te doen in eigen woning, eveneens vier kamers boven.
Maar ik had al tot mezelf gezegd hoe dwaas ik misschien was, want o zo een mooie zonnige dag. Toen ik plots de weerman hoorde zeggen op de radio, en dit terwijl ik volop bezig was, dat dit wellicht de laatste avond zou zijn om een terrrasje te doen, wist ik het.
Wel tot het einde doorgewerkt, me verfrist en me omgekleed en dan naar stad, want ik woon wel buiten centrum, maar lekker wandelweer. De vele ruime terrassen leken allemaal bezet tot mijn ogen plots vielen op ene vrijstaand tafeltje, volop in de zon. Normaa hou ik het niet lang vol in volle zon, nu wel.
Ik bestelde me een lekker bruin biertje, en keek naar de mensen. Even aan niets en niemand denken wat me normaal niet lukt. En wat zie je dan?
Twee jonge mensen waarvan de liefde uit de ogen straalt; Ze raakten elkaar wel niet aan en het waren ook geen tieners meer, misschien niet eens een koppel, maar je werd gelukkig bij zo veel verliefdheid in die ogen dat het pijn deed toen ze plots opstonden en vertrokken.
Maar algauw was hun tafel ingenomen door twee relatief jong dames, zwaar bepakt. Die waren zeker gaan shoppen. Als ik even naar schuin voor me kijk bemerk is dat de vrouw in verwachting is, vandaar de vele zakken? Ik drink verder van mijn biertje en vang plots enkele woorden op waaruit moet blijken dat de andere vrouw ook in verwachtring was. Een blik naar haar buikje was voldoende om dat te bevestigen. Nog een stel gelukkiige mensen.
Nu de zon deugd deed bestelde ik een tweede glas. Om me hen kijkend zag ik een gast van om en bij de 25 jaar die leek te tonen aan de wereld: Kijk, ik ben homo en ik ik ben er fier over. Je zag het aan alles, het hemdje, de zonnebril, de haarsnit. Nog een gelukkig iemand dus. Wat de zon toch allemaal vermag. Ik voelde me trouwens ook gelukkig na twee dagen intens werken.
Toen ik een plaats had gevonden, had ik eerst en vooral mijn huissleuitels in een broekzak gestoken waar ze zeker niet zouden uitvallen... Ik verlaat na een paar uur het terras, ga nog even naar het toilet en kuier verder naar mijn woning, windowshopping toe plots iemand naar me roept. Ik draai me om maar herken de man niet, en ik lop dan ook maar door tot hij nogmaals roept en me blijft volgen. ik sta stiil en hij komt nader. "Meneer deze werden gevonden op de hoek, wellicht zijn dat uw sleutels". Met een stamelend bedankt steek ik de sleutels op een andere plaats; me afvragend waar en hoe ik ze verloren ben en van waar die man plots opdook, want zat niet op het terras. Dank u man, want wat zou ik zijn zonder die sleutels, een avond vol ellende wellicht.
|