Leerlingen van een rabbi vonden het heel eigenaardig
dat hun meester elk weekeinde,
op de avond vóór de sabbat, verdween.
Ze verdachten hem ervan in het geheim
een ontmoeting te hebben met de Almachtige
en met Hem dingen te bespreken
die hij aan zijn leerlingen verzweeg.
Daarom besloten ze dat één van hen
de volgende keer de rabbi onopgemerkt zou volgen.
De man die de rabbi volgde zag het volgende:
de rabbi trok zijn eigen kleren uit,
verkleedde zich als boer,
en ging naar een niet-joodse vrouw die verlamd was.
Hij verzorgde en verpleegde haar, maakte haar huis schoon,
deed de was, gaf de planten water
en maakte een heerlijke maaltijd voor haar klaar.
Toen de spion terug kwam vroegen de leerlingen:
"En, waar was de rabbi? Ging hij naar de hemel?"
"Nee," zei de man, "hij ging nog veel hoger."
|