Veertig jaar geleden reeds, en lang voor alle tops ronnd het klimaat, waarschuwde Louis Neefs ons reeds voor de gevaren die we onszelf aandoen. Daarom toepasselijk dit lied tijdens de klimaatconferentie.
Dit is een lied voor de mensen die zorgen, dat morgen de mensen al dood zullen zijn, dit is een lied voor de doden van morgen, begraven gekist in een stenen woestijn
Laat ons een bloem en wat gras dat nog groen is, laat ons een boom en het zicht op de zee vergeet voor één keer hoeveel geld een miljoen is, de wereld die moet nog een eeuwigheid mee
Je preekt en je hakt en je boort door de bergen, je maakt elke heuvel gelijk met de grond, de reuzen van nu lijken morgen maar dwergen, vooruitgang vernieuwd wat er gisteren nog stond
Laat ons een bloem en wat gras dat nog groen is, laat ons een boom en het zicht op de zee vergeet voor één keer hoeveel geld een miljoen is, de wereld die moet nog een eeuwigheid mee
De vis in de zeeën vergiftigd gestorven, het zand op de stranden vervuild door mazout, en jij door je tankers en chequeboek bedorven, je weet zelfs niet meer waar de meeuw heeft gebroed
Laat ons een bloem en wat gras dat nog groen is, laat ons een boom en het zicht op de zee vergeet voor één keer hoeveel geld een miljoen is, de wereld die moet nog een eeuwigheid mee
En zo zal dan morgen het leven verdwijnen, verslagen door staal en gewapend beton, de maan zal dan koud op je nachtmerries schijnen, geen mens die nog weet hoe het einde begon
Laat ons een bloem en wat gras dat nog groen is, laat ons een boom en het zicht op de zee vergeet voor één keer hoeveel geld een miljoen is, de wereld die moet nog een eeuwigheid mee
|