Wie echt gelooft, zit niet op de uitkijk naar een beloning of verloning. Je doet alles zomaar. Doodgewoon. Omdat je gelooft. Omdat je de liefde die God jou toedraagt, ook wil uitdragen naar andere mensen. Omdat je niet zit te rekenen en te berekenen.
De Nederlandse jezuïet pater Van Kilsdonk vertelt over zijn kindertijd. Het onweerde. Vader, moeder en de drie zonen begonnen te bidden. In het dorp woonde ook Piet, die ongelovig geworden was na een aanvaring met de plaatselijke pastoor. De jonge Van Kilsdonk vroeg aan zijn moeder: “Piet is nu niet aan het bidden?” “Nee,” zei zijn moeder. “Is hij dan minder beschermd dan wij nu?” “Nee,” zei de moeder, “want zo is God niet.” “Waarom bidden wij dan wel?” “Als je dan toch naar de bliksem gaat, kun je dat beter doen samen met de gekruisigde Christus dan zonder de gekruisigde Christus,” was het antwoord. Het enige antwoord dat juist was en dat ik zou aanvaard hebben, merkt jezuïet op.
|