Een moederke werd 90 jaar en, al begreep ze dat het leven buiten het rusthuis zo jachtig was, ze verlangde ernaar haar kinderen en kleinkinderen wat vaker te zien. Nu waren ze er allemaal, haar kinderen en kleinkinderen op het grote verjaardagsfeest dat ze voor haar gaven en ze genoten van spijs en drank, en van elkaar. Toen zij vroegen: "Moeke, heb je nog een wens?" antwoordde deze: "Ja, als ik dood ga wil ik gecremeerd worden." "Goed", klonk het als uit een mond, "dat regelen wij voor u." "Maar heb je geen andere wens?" "Neen", zei moeke, "ik heb toch alles." "Ja, dat wel, maar wij willen graag eens iets speciaals voor je doen", zegden de kinderen. "Och ja", zei moeke, “dit nog: als ik dood ben en gecremeerd, strooi mijn as dan uit over de parking van de supermarkt." "Waarom daar, moeke?" vroegen ze verbaasd. "Wel, dan weet ik zeker dat jullie nog één of twee keer per week langs komen."
|