In een uitgestrekte weide staan twee paarden. Een van de paarden blijkt blind te zijn. Zijn eigenaar heeft besloten het paard niet af te laten maken. Hij heeft een veilige en comfortabele schuur voor de paarden gebouwd. Bij het andere paard heeft hij een kleine, koperkleurige bel aan zijn halster vastgemaakt.
Het belletje zorgt er voor dat het blinde paard weet waar het andere paard is. Zo kan hij volgen. Het blinde paard vertrouwt het andere paard. Zo houden ze elkaar de hele dag in de gaten.
’s Avonds als ze naar de beschutting van de schuur gaan, loopt het paard met de bel voorop. Regelmatig stopt hij om zeker te weten dat het blinde paard volgt. En zo brengen de paarden samen de dag door. Ze accepteren wie ze zijn, houden rekening met elkaar. En het gegeven dat ze niet perfect zijn… ze kunnen er samen prima mee leven. En de eigenaar ook.
|