Ik ben Vanden Broucke Jean Pierre, en gebruik soms ook wel de schuilnaam jipie.
Ik ben een man en woon in Lauwe (Belgiƫ) en mijn beroep is gepensioneerd.
Ik ben geboren op 21/12/1954 en ben nu dus 69 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: wandelen, fotografie en tuinieren.
Deze keer ging ik wandelen aan onze kust, nl in De Panne. Altijd mooi om er te stappen, er is veel natuur in De Panne. Het beloofde een mooie maar koude dag te zijn met veel zon. Dus ideaal om te wandelen.
De Panne (Frans: La Panne) is een badplaats en gemeente in de Belgische provincie West-Vlaanderen. De gemeente telt ruim 11.000 inwoners. De Panne is de meest westelijke plaats van Belgiė en de meest zuidelijke badplaats aan de Belgische Kust. Deze grenst op zijn beurt aan de meest noordelijke plaats van Frankrijk, namelijk Bray-Dunes. De naam is afkomstig van het woord duinpan. Een pan of panne is een komvormige diepte in de duinen. In het gebied van Adinkerke was al bewoning aanwezig in de 5e eeuw voor Christus en ook in de Romeinse en Frankische tijd woonden er mensen die aan landbouw, veeteelt en visserij deden. De naam van het dorp Adinkerke vindt men vanaf de 12e eeuw terug. De Panne ontstond echter pas rond 1782 in de tijd van de Oostenrijkse Nederlanden. De regering onder keizer Jozef II wilde de kustvisserij stimuleren, hierdoor werd door vooraanstaande burgers uit Veurne een nederzetting opgericht dat men Sint-Jozefsdorp noemde, later Kerckepanne. Het was gelegen tussen de duinen en de zee. Het kleine gehuchtje werd in 1789 een parochie van Adinkerke en werd administratief in 1799 bij de gemeente Adinkerke gevoegd. In de duinen van dit gehucht zette Leopold I, de eerste Koning der Belgen voet op Belgische bodem. Rond 1830 erfde grootgrondbezitter Pieter Bortier ongeveer 650 ha duingrond in De Panne. Hij opende er in 1831 het eerste primitieve "Pavillon des Bains", een ontmoetingsplaats voor Engelse en Veurnse beau monde. Jaren later bouwde hij er een eigen zomervilla. Hij leverde grote inspanningen om het kleine, wat verarmde, vissersdorpje te verbeteren. De Panne had dan wel geen haven, maar had rond 1900 toch de op een na grootste vissersvloot van de Belgische Kust, na Oostende. Wegens het ontbreken van een haven moesten de boten met platte bodem, de "panneschuiten", telkens op het strand worden getrokken. In het begin van de 20e eeuw was er een project om een haven aan te leggen, maar dit kwam er uiteindelijk niet, en de vissers verdwenen geleidelijk uit De Panne. Van een vissersdorp werd De Panne echter meer en meer een toeristische badplaats vanaf de tweede helft van de 19e eeuw. Hierdoor werd De Panne groter dan het oorspronkelijke Adinkerke. Op 5 februari 1870 was de spoorlijn De Panne - Duinkerke in gebruik genomen. Rond die tijd kwam er in de buurt van het Pavillon des Bains een eerste kursaal, enkele paviljoenen en de eerste pensions en hotels. De Panne werd kort voor 1900 grotendeels uitgebouwd naar ontwerp van architect Albert Dumont. Van de specifieke cottage-architectuur die hij hierbij hanteerde bleef o.a. de Dumontwijk goed bewaard. Op de zeedijk werden aaneengesloten villa's in pittoreske stijl gebouwd. Het gehucht De Panne werd op 24 juli 1911 officieel van Adinkerke afgesplitst en werd een zelfstandige gemeente. Bij de gemeentelijke fusies in 1977 werden beide gemeenten weer samengevoegd. Ditmaal werd echter Adinkerke als kleinste dorp een deel van de nieuwe fusiegemeente De Panne. Tijdens de Eerste Wereldoorlog vestigde de Belgische regering zich in het Franse Le Havre, nadat ook Antwerpen zich overgaf aan het Duitse leger. Koning Albert I en koningin Elisabeth betrokken echter wel een villa in De Panne om van daaruit het Belgisch leger te leiden. De komst van het massatoerisme, vanaf de jaren 50, bracht grote veranderingen teweeg. De kustvilla's ruimden plaats voor hogere appartementsblokken. Vooral op de zeedijk is, op enkele villa's na, niets meer overgebleven van de oorspronkelijke bebouwing.(bron:wikpedia) De start was in de polyvalentezaal De Boare op het Koningsplein. Deze wandeling bestond uit 4 verschillende lussen met telkens rust in de startzaal.
Deze lus deed ik eerst, bijna 11km en bestond uit 95%natuur.
De startzaal en tevens rustpost.
Kerk van De Panne.
Via enkele kleine paadjes kwamen we direct aan in de Oosthoekduien.
De Oosthoekduinen is een natuurgebied in de West-Vlaamse gemeente De Panne.Het 80 ha grote gebied wordt beheerd door het Agentschap voor Natuur en Bos. Doordat de duinen wat ouder zijn is het gebied licht ontkalkt en daardoor komt het duinroosje er veel voor. Ook muurpeper en kandelaartje zijn er te vinden, evenals duinsterretjesmos en diverse korstmossoorten. Ook is er duinstruweel.Van de vogels kunnen worden genoemd: nachtegaal, grasmus, zwartkop en fitis. In poelen leeft de kamsalamander. Van de insecten vindt men de kleine parelmoervlinder en de blauwvleugelsprinkhaan. Bijzonder van dit gebied is de overgang van duin- naar poldergebied. Hier zijn diverse soorten iepen aangeplant. Hier komt ijzerrijk kwelwater aan de oppervlakte, en er komen bloemrijke graslanden voor.In de nabijheid van het gebied ligt het Bezoekerscentrum De Duinpanne en in het gebied zijn wandelingen uitgezet. In het westen sluit het gebied aan op het Calmeynbos, in het noorden op Houtsaegerduinen en het Kerkepannebos.
Deze dieren waren er gerust in dat er wandelaars in hun gebied aanwezig waren.
Een deel van de kudde.
Enorm veel afwisseling tijdens deze wandeling.
Zand- en andere paden wisselden elkaar af.
Het was echt heerlijk om te wandelen. Er was bijna geen wind en de temperatuur viel goed mee.
Hier via een trapje naar een hoger gelegen deel.
Zicht op het bezoekerscentrum
Terug aan kerk en op weg naar de rust.
De andere lus ging ook via enkele autoluwe wegen richting de Oosthoekduinen.
Ditmaal stapte men aan de andere zijde van het domein.
Ook heel rustig.
Hier zijn we bijna aan het einde van het domein en dan langs dezelfde uitgang naar ons vertrekpunt. Een hele mooie wandeling.
Het was vandaag redelijk goed wandelweer en besloot om een wandeling te maken die de wandelclub uit Moorsele had uitgepijld in Gullegem. Er was maar 1 afstand, zowel voor de gewone wandelaar of de mensen met een rolstoel. Deze laatste groep kreeg een vlak parcours, de andere had de keuze uit verhard of natuur.
De start van deze wandeling was achter de kerk van Gullegem, op de parking waar de vrijdagmarkt doorgaat.
Gullegem is een plaats in de Belgische provincie West-Vlaanderen. Het is sinds 1977 een deelgemeente van Wevelgem. De gemeente is sterk verstedelijkt. Ze wordt van de hoofdgemeente Wevelgem gescheiden door de verkeerswisselaar van Moorsele en is bijna vergroeid met de stad Kortrijk, waarvan ze nog door de R8 is gescheiden.
Het eerste gedeelte ging via rustige wegeltjes richting Bergelen, waar de eerste splitsing was ; men kon kiezen uit verhard (dus mee met de rolstoelen) of de natuur.
Vertrekplaats van de wandeling.
Via enkele mooie doorsteekjes
Deze genieten mee van het mooie weer.
Op weg naar domein Bergelen.
Hier was de splitsing voor de rolstoelen en de anderen.Degene die niet wilden vuil zijn moesten het parcours van de rolstoelen volgen.
Ik koos voor de natuur.
Hier een mooi zicht
En vele paden lagen er modderig bij
het was uitkijken
In deze tijd van het jaar, na wat regendagen is het altijd zo dat deze paden er slecht bijliggen.
Niet alle paden waren drassig, dus voor elk wat wils.
Het domein Domein Bergelen is een provinciedomein te Gullegem (Wevelgem) in de provincie West-Vlaanderen. Domein Bergelen of "Bergelenput" in de volksmond, ontstond in de jaren 1970 door de aanleg van de autosnelweg E403. Wat begon als een kunstmatig zandwinningsput van tien hectare groeide uit tot een natuur en recreatiegebied van ongeveer 58 hectare. De naam Bergelen is gebaseerd op de wijknaam "Berghelines", een heerlijkheid net voor de Franse Revolutie. Vanaf de wijk Bergelen liep later een weg naar de gemeente Izegem. Wijkbewoners gebruikten deze weg om aan de overkant van de Heulebeek graan te laten malen in de Hondschotemolen.
Hier wandel ik langs de grote vijver van het domein.
Tijdens de verschillende seizoenen zijn er hier dikwijls veel verschillende vogels aanwezig.
Zicht vanuit de vogelhut.
Een nieuwe speelweide is er aangelegd.
Het kruis.De Meiboom is sinds 2005 een beschermd monument met een historische alsook sociaal-culturele waarde. De plaatsing ervan was bewust gekozen op het kruispunt tussen twee belangrijke verbindingswegen, de Heerlijkheid Hondschote en de Heerlijkheid Bergelen. Het Meiboomkruis bestaat uit een eenvoudig 19de-eeuws gietijzeren kruis met Christusbeeld dat op een conische bakstenen sokkel staat en omringd wordt door zes lindebomen.
Mooie uitsnijding met een kettingzaag.
Zicht op de Bulskamphoeve. In het Domein Bergelen vinden we de historische Bulskamphoeve. Deze werd voor het eerst vermeld in 1549. Door de jaren heen werd de hoeve meermaals beschadigd door oorlogsgeweld en telkens heropgebouwd. De laatste restauratie uit 2016. De hoeve dient nu als cafetaria, dienstgebouw voor de groendienst en sanitair. Hier hield ik een rustpauze.
Daarna ging de wandeling verder richting Heule , terug via enkele mooi paden.
Mooi zicht
Een mooie treurwilg
Aangekomen in het park van Heule. Ooit was Heulepark, een Engels landschapspark, de stadstuin van een landhuis met bijhorende koetshuizen. De stad heeft beslist om het kasteelpark van Heule grondig op te knappen. Heulepark krijgt zo de kans om zich te herstellen tot een historisch park voor publiek gebruik en om zich te ontwikkelen tot de groene long van Heule. Door deze vergroening verhoogt de stad de leefbaarheid in de dorpskern van Heule.
Zicht op het kasteel.Het Kasteel van Heule is een kasteel in de tot de West-Vlaamse gemeente Kortrijk behorende plaats Heule, gelegen aan de Heulekasteelstraat In 1874 werd door notaris Augustus Josephus Edgardus Lagae-Gerbrandt een stuk grond, waarop een landhuis werd gebouwd. In 1882 werd het domein verkocht aan de familie Goethals. Omstreeks 1890 werd het huis verbouwd in eclectische stijl met invloeden van de gotiek en de renaissance. Ook werd een park aangelegd. Een naastgelegen pastorie met omliggende grond werd aangekocht. Van 1912-1921 was Emile Goethals burgemeester van Heule.Van 1964-1977 deed het kasteeltje dienst als gemeentehuis, waarna leegstand volgde. Het kasteeltje heeft nog een deels in de oorspronkelijke stijl ingericht interieur, met ontvangsthal, voormalige raadszaal in Vlaamse neorenaissance. Het koetshuis werd in 1968-1969 ingericht als Stijn Streuvels-bibliotheek.
Het park bestond al begin 18e eeuw als groen gebied rond de voormalige pastorie. In 1874 werd de tuin in Engelse landschapsstijl ingericht. Er was ook een kleine Franse tuin. In 1895 werd de tuin heringericht naar Engels model. In 1965 werd de Franse tuin omgezet in parkeerplaats. In 1967 werd een deel van het park opgeofferd bij de aanleg van de Goethalslaan. Door het park stroomt de Heulebeek in oostelijke richting naar de Leie. De lage weilanden aan de oever werden omgevormd tot vijver. Er staat een groepje moerascipressen en er is een achtthoekige gloriëtte. Er zijn enkele bruggen over de beek en een brug over de vijver. Jan Van de Kerckhove vervaardigde het Streuvelsteken, een granieten monument van ruim 4 meter hoog, voorstellende een molensteen op een kolom dat de oerkrachten verzinnebeeldt die in het werk van Streuvels worden beschreven.
Na de doortocht door het park , terug naar Gullegem
Kregen mooie vergezichten
Zicht op de watertoren van Gullegem
Hier nog een zicht op Heulebos, nog enkele mooie doorsteekjes en ik kwam terug aan de plaats waar ik deze morgen begon. Een mooie en rustige tocht die men nog tot en met zondag kan bewandelen.De afstand bedraagt 15km.
Ik ben Vandevoorde Dorine, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Doortje.
Ik ben een vrouw en woon in Lauwe (Belgiƫ) en mijn beroep is weefselcontroleuse.
Ik ben geboren op 20/10/1963 en ben nu dus 61 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: sport in het algemeen.