Ik ben Vanden Broucke Jean Pierre, en gebruik soms ook wel de schuilnaam jipie.
Ik ben een man en woon in Lauwe (Belgiƫ) en mijn beroep is gepensioneerd.
Ik ben geboren op 21/12/1954 en ben nu dus 70 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: wandelen, fotografie en tuinieren.
Knooppuntenwandeling van Middelburg(B) naar Aardenburg (N)
Vandaag besloot ik een knooppuntenwandeling te maken met mijn buur.We reden naar het Oost-Vlaamse Middelburg, gelegen dicht bij de Nederlandse grens. We wandelden van Middelburg naar Aardenburg en terug, goed voor zo'n 25km.Op weg naar Middelburg hadden we af te rekenen met werkzaamheden en reden we om via Lapscheure naar Middelburg.
Middelburg is een klein dorp in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen en een deelgemeente van Maldegem, het was een zelfstandige gemeente tot aan de gemeentelijke herindeling van 1977. Middelburg ligt in het noordwesten van de provincie, in het Meetjesland, tegen de grens met Nederland. Het is de kleinste deelgemeente van Maldegem zowel op vlak van grondgebied als bevolking.
Middelburg is gesitueerd in het Meetjesland, in het zeekleipoldergebied (Meetjeslands krekengebied) vlak bij de Belgisch-Nederlandse grens die hier wordt gevormd door de smalle waterloop Papenkreek en de Meulekreek. De hoogte bedraagt ongeveer 2 meter. Nog in Middelburg bevindt zich de Verloren Kreek. Zuidelijk van Middelburg vindt men de parallel verlopende kanalen Leopoldkanaal en Schipdonkkanaal.
Middelburg was oorspronkelijk een bezit en landbouwuitbating van de Abdij van Middelburg in de Zeeuwse hoofdstad. Circa 1427-1433 verkocht de abdij Middelburg echter aan Colard de Fever, een poorter van Brugge. Na diens dood werd Middelburg door zijn weduwe, Margaretha Bladelin, aan haar broer Pieter Bladelin verkocht. Dit gebeurde in elk geval voor 1444. In dat jaar droeg Bladelin immers zijn Middelburgse gronden en bezittingen in leen op aan de toenmalige graaf van Vlaanderen, Filips de Goede. Deze leenverheffing vormde echter nog maar het begin van Bladelins plan: de uitbouw van een volwaardige nieuwe stad. Als Bourgondisch staatsambtenaar en vertrouweling van de hertog (Bladelin werd, na een korte periode in dienst van de stad Brugge te hebben gestaan, in 1441 algemeen-ontvanger van de Bourgondische financiën) stond hij in een uitstekende positie om daartoe de benodigde privileges van zijn broodheer te verkrijgen. Een volgende stap kwam er in 1451. Toen verkreeg Bladelin van Filips de Goede de toelating om Middelburg te unificeren met het leen van de Brieven van Aartrijke, dat Bladelin het jaar voordien had aangekocht. De Brieven van Aartrijke waren een zogenaamde erfelijke ontvangst. De leenhouder van een dergelijk leen diende de graaf van Vlaanderen jaarlijks een vast bedrag te betalen. Dat bedrag mocht de leenhouder dan zelf eerst innen op de zogenaamde laten die de gronden vallend onder dat leen feitelijk bezaten en bewerkten. Deze unificatie was belangrijk omdat Bladelin zo de (lage) rechtsmacht te Middelburg verwierf, die hij er voordien nog niet bezat. Middelburg was immers een eenvoudig leen zonder rechtsmacht geweest, geen heerlijkheid. De ontvanger van de Brieven van Aartrijke bezat echter wel rechtsmacht: indien een laat een stuk grond behorend tot zijn leen wou verkopen, moest deze hierin tussenkomen.
Het was dan ook maar vanaf 1451 met de verwerving van die rechtsmacht dat Bladelin eraan begon zijn stad ook fysiek uit te bouwen. Samen met zijn vrouw Margaretha van de Vagheviere stichtte hij er in de eerste plaats de Sint-Petrus en Paulusparochie (ten koste van de vroegere parochie van het nabijgelegen dorpje Heille). Deze stichting werd in 1458 bevestigd door Jean Chevrot, bisschop van Doornik.
Niettemin was de macht van Pieter Bladelin over de inwoners en parochianen van Middelburg toen nog maar beperkt te noemen: voor personele rechtsacties (zaken tussen verschillende personen) of ernstige criminele feiten bleven de schepenbank van het Brugse Vrije en de baljuw van Brugge de bevoegde instanties. Dit veranderde in 1458: toen verkreeg Bladelin de toelating om te Middelburg een eigen schepenbank op te richten. Deze had de bevoegdheid om over alle civiele zaken te oordelen en mocht ook boetes tot 60 Parijse ponden vorderen.
In 1464 slaagde hij er ten slotte in de hoge rechtsmacht te verkrijgen. Vanaf toen mochten de heren en dames van Middelburg ook kennisnemen van criminele zaken, hoewel de graaf zich de bestraffing van een aantal ernstige misdrijven (zoals moord en verkrachting) nog steeds zou voorbehouden. Nu Bladelin werkelijk heer en meester van Middelburg was geworden, begon hij zijn stad nog verder uit te bouwen. In 1465 verkreeg hij het recht er een jaarmarkt te organiseren, en mocht het stadje ommuurd worden. Deze versterkingen sloten aan op Bladelins private kasteel dat hij er al voordien, ten zuidwesten van het stadje, had neergepoot. Daarnaast kwamen er ook nog een klooster, een gasthuis en een afwateringskanaal naar de Lieve.
De hele oprichting en creatie van Middelburg verliep overigens niet ongecontesteerd. Voor de lokale bevolking betekende de oprichting van de stad en heerlijkheid dat ze plots, op een twintigtal jaar, van Vrijlaten (de geprivilegieerde inwoners van het Brugse Vrije, de kasselrij waarbinnen Middelburg lag) werden gedegradeerd tot de onderdanen van een quasi onafhankelijke heer, zonder nog langer toegang te hebben tot de grafelijke justitie. Voor de nabijgelegen Zwinstadjes, met name Aardenburg, betekende de groei van Middelburg dat ze er plots een economische concurrent bij hadden gekregen. Het Brugse Vrije, de omliggende steden en de Rekenkamer te Rijsel (de Bourgondische controledienst op de staatsinkomsten en -eigendommen) hebben dan ook allemaal bij hertog Filips de Goede verzet aangetekend tegen de oprichting van Middelburg, maar zonder succes.
Pieter Bladelin, heer van Middelburg, stierf uiteindelijk kinderloos te Brugge in 1472. Hij werd nadien in de Middelburgse kerk begraven. Vlak voor zijn dood had hij van de nieuwe Vlaamse graaf, hertog Karel de Stoute, nog de toelating verkregen om bij testament over Middelburg te mogen beschikken. Zijn testamentair aangeduide erfgenaam Jan IV de Baenst raakte echter in een slopend proces verzeild met de (via de familie van Bladelins vrouw) natuurlijke rechthebbende erfgenaam, Joos II van Varsenare. Uiteindelijk besloten beide partijen de stad in 1476 aan Willem Hugonet, de kanselier van Karel de Stoute, te verkopen. Na Hugonets dood in 1477 kwam de heerlijkheid en stad van Middelburg achtereenvolgens in handen van verschillende adellijke families, waaronder de Arenbergs en de Merodes.
We parkeerden de auto aan het kerkplein van Middelburg, en wandelden nog zo'n 400m tot aan de werkelijke start van deze wandeling aan knppunt 53. We besloten deze wandeling omgekeerd te maken.. er waren ook wat werkzaamheden op het parcours en het was uitkijken voor de bordjes. Deze verschillen ook toen we grens overwandelden,bij ons zijn dit houten paaltjes met een nr erop en zo weet men welke richting je moet uitgaan en in Nederland zijn dit kleinere paaltjes en ertussen in werken zij met pijltjes(klein formaat ) en je moet goed opletten.. We hebben éénmaal op onze passen moeten terugkeren, pijltje verdraaid. Geniet mee van de beelden.
Aan de rand van de gemeente Aardenburg ,onze eerste bank die we tegen kwamen, besloten we onze boterhammen op te eten.
Aardenburg (Zeeuws: Aernburg), middeleeuws Rodenburg, is een stad in de Nederlandse provincie Zeeland. Aardenburg ligt in het westelijke deel van Zeeuws-Vlaanderen en behoort tot de gemeente Sluis. Aardenburg vormde tot 1995 een zelfstandige gemeente, waarvan ook de kernen Eede, Sint Kruis en de buurtschap Draaibrug deel uitmaakten. In 1995 fuseerde de gemeente Aardenburg met de gemeente Sluis, waarbij de gemeente Sluis-Aardenburg werd gevormd. In 2003 ging deze al op in de nieuwe gemeente Sluis. Aardenburg is tevens de oudste stad van de provincie Zeeland. Aardenburg heeft 2.465 inwoners (2023), die Aardenburgers[2] worden genoemd.
Aardenburg is een schilderachtige plaats met een groot aantal bezienswaardige gebouwen. Vooral aan de Weststraat vindt men een aantal oude huizen. Het historische karakter van het stadje heeft ook kunstenaars aangetrokken. Zo vindt men er een aantal galerieën.
Een grafkelder, die nu dienst doet als aardappelkelder
Marktplein van Aardenburg
De Westpoort of Kaaipoort is de enige nog intacte stadspoort van de Zeeuws-Vlaamse stad Aardenburg. De poort werd gebouwd in 1650 en wordt Kaaipoort genoemd omdat ze vroeger op de haven uitkwam. Deze haven werd in 1813 gedempt. De onderdoorgangen voor de voetgangers zijn gemaakt in 1925. De Westpoort is laag, aangezien ze oorspronkelijk in de wal was ingebouwd en daar niet boven uit kwam. Aan beide kanten van de hoofddoorgang bevinden zich de wapens van Aardenburg en de Republiek. Boven de doorgang staat een stenen leeuw met het wapenschild van Aardenburg.
De kerk in zicht van Middelburg
Terug aangekomen waar onze wagen geparkeerd stond. Een hele mooie wandeling met heel veel variatie.
Een mondvol voor de benaming van een wandeling. Dit keer ging ik met de trein op wandel en moest uitstappen in Zottegem, vandaar nog een 3tal km te gaan alvorens tot aan de startzaal. Eens aangekomen schreef ik me in en dronk nog een kop koffie alvorens te beginnen aan de wandeling.
Sint-Goriks-Oudenhove is een dorp in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen en een deelgemeente van de stad Zottegem, het was een zelfstandige gemeente tot aan de gemeentelijke herindeling van 1971. Het dorp is gelegen in de Zwalmstreek (Vlaamse Ardennen).
De oudste geattesteerde vorm van deze nederzettingsnaam werd gevonden door Maurits Gysseling in het Latijns Fonds van de Nationale Bibliotheek van Parijs en dateert uit 1172: oudenhoua sancti gaugerici. In 1172 werd door bisschop Nicolaus van Kamerijk aan abt Gillebertus de plechtige overdracht gedaan van het bezit en de inkomsten van de kerk van Sint-Goriks-Oudenhove.
Andere attestaties zijn oudenoue sancti gaugerici, sente goriicx oudenhouene en sente guericx haudenhoue. De plaats werd in de 15de eeuw ook vermeld als sente gheericx houdenhoue, maar dat is een schrijffout van de scribent. De naam heeft eenzelfde oorsprong als Sint-Maria-Oudenhove en zou liggen bij het ontstaan van een gemeenschap rond een hof dat er altijd (vanouds) heeft gestaan. Oudenhove kan dan geïnterpreteerd worden als "het oude hof".
Sint-Goriks-Oudenhove hing af van de baronie van Zottegem. Al in 1172 stond er een kasteelwoning (met herenwoning, brouwerij, windmolen, boerderij), het Huys t'Audenhove (in leen van de heren van Zottegem) . In de 15de en ook nog begin 18de eeuw was het in het bezit van de familie de Vilain (heren van Ressegem en Izegem), waardoor het ook t Goed van Resseghem of t Goed van Iseghem werd genoemd. In 1769 verkochten de erfgenamen van de Vander Meerens wat ervan restte; het geheel werd omgebouwd tot hoeve.
Sint-Goriks-Oudenhove ligt in de Vlaamse Ardennen op een hoogte van 25-92 meter. Ten westen van de dorpskom stroomt de Zwalm in noordelijke richting.
Op de grens met Erwetegem (Traveinsbeek) ligt natuurgebied Steenbergse bossen.
Het Mijnwerkerspad in natuurgebied Middenloop Zwalm is het verharde gedeelte van de vroegere spoorlijn Zottegem - Brakel - Elzele (Ellezelles), die deel uitmaakte van de spoorlijn 82 (Aalst - Elzele). De spoorlijn werd in 1963 afgeschaft. Tot dan bracht het "Fosttreintje" mijnwerkers van Zottegem en omstreken, naar de Borinage (Henegouwse steenkoolmijnen). Sinds 1978 werd een gedeelte (van de Slijpstraat te Sint-Goriks-Oudenhove tot Opbrakel) als recreatieve weg ter beschikking gesteld van wandelaars en fietsers.Bij wielrenners zijn de hellingen De Vlamme, Kortendries, Langendries en Wolvenhoek bekend.
De start was vanuit de parochiezaal van Sint Goriks Oudenhove.Wandeling naar het mooiste van de Zwalmstreek.
De wandelaars konden uit een 4tal afstanden kiezen, ik koos voor de 21km.
Zicht op Michelbeke waar de centrale rustpost was.
Michelbeke is een landelijk dorp in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen en een deelgemeente van de gemeente Brakel, het was een zelfstandige gemeente tot aan de gemeentelijke herindeling van 1971. Het dorp, is gelegen in de Vlaamse Ardennen en de Denderstreek. Michelbeke wordt voor het eerst vermeld rond 1150. De naam betekent in het Germaans modderbeek. In de middeleeuwen behoort Michelbeke tot de baronie van Zottegem. In het midden van de 17e eeuw werd Michelbeke verkocht aan Pieter Blondel, de kasteelheer van Sint-Maria-Oudenhove die de heerlijkheid (vanaf 1675 baronie) Sint-Maria-Oudenhove oprichtte.
Bij de oprichting van de gemeenten in 1795 werden de twee plaatsen terug gescheiden en werden het onafhankelijke gemeenten. Michelbeke ligt aan de noordrand van de Vlaamse Ardennen op een hoogte van 30-100 meter. Ten oosten van de dorpskom stroomt de Zwalm in noordelijke richting.
Een hele mooie midweekse wandeling. Er waren 1422 deelnemers.
Ik ben Vandevoorde Dorine, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Doortje.
Ik ben een vrouw en woon in Lauwe (Belgiƫ) en mijn beroep is sinds 1 mei op rust gesteld.
Ik ben geboren op 20/10/1963 en ben nu dus 61 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: sport in het algemeen.