De rasechte Rotterdammer Gerard Cox was aanvankelijk onderwijzer, maar ontwikkelde zich als cabaretier, zanger, acteur en Feyenoord-supporter tot bekende Nederlander. Na als geëngageerd en omstreden cabaretier in de jaren zestig te zijn begonnen, komt hij met de megahit 't Is Weer Voorbij Die Mooie Zomer onverwacht in het Willem Duyscircuit terecht. Behalve als zanger van Nederlandstalige luisterliedjes is Gerard Cox in de jaren zeventig en tachtig actief als cabaretier (met Frans Halsema en in het radioprogramma Cursief), acteur (Het Debuut) en (scenario)schrijver. Van recenter datum is zijn succesvolle werk als acteur/scenarioschrijver van de televisieserie Toen Was Geluk Heel Gewoon en in reclames voor Duyviszoutjes.
1961 Als zanger/gitarist maakt de onderwijzer Gerardus Antonius Cox (Rotterdam, 6-3-1940), begeleid door Peter Blanker op gitaar, een eptje met 6 nummers voor de Studenten Gramofoonplaten Industrie. De muziek is geïnspireerd op Jaap Fischer en bezorgt Cox vele optredens in België.
1962 Gerard Cox wordt afgewezen voor de toneelschool, maar maakt zijn toneeldebuut bij het Gezelschap Lily Bouwmeester met een rolletje in Blijde Verwachting . Vanaf 1962 is hij als geëngageerd cabaretier actief in Delft met pianist Jan Willem ten Broeke (van het Utrechts Studentencabaret) in de programma's Van De Prins Geen Kwaad (1963), Moeilijk Doen (1964) en Welvraat (1966).
1964 Maakt omstreden singletje De Pil: 'Met de pil, met de pil, wordt de angst tot een paskwil, ga je net zo dikwijls als je wil, la la - la la la la la la...'
1966 Vanaf 1966 is Gerard Cox lid van Lurelei (met Eric Herfst, Jasperina de Jong, Marjan Berk en Rogier van Otterloo op piano, teksten Guus Vleugel). In 1966 hebben zij veel succes met het programma Relderelderel, waarin Cox de omstreden nummers God Is Niet Dood en Arme Ouwe (over koningin Juliana) zingt. Volgens de dagboeken van Wim Kan is Gerard Cox 'de grote verrassing'. Op 28 oktober 1966 wordt proces-verbaal opgemaakt vanwege opzettelijke belediging 'de Koning of de Koningin aangedaan' in het liedje Arme Ouwe.
1967 In 1967 brengt Lurelei het minder succesvolle Oud Zeer.
1968 Op 10 maart 1968 gelast de VPRO-leiding het programma Geef 'm De Ruimte af, vanwege het liedje Tango Met God van Gerard Cox. Lureleimedewerkers Frans Halsema en Gerard Cox gaan samenwerken in de NV SPOT. Op 26-9-1968 gaat Met Blijdschap Geven Wij Kennis in première, een samenwerking met Adèle Bloemendaal. Hierin is o.a. het befaamde Broekje In De Branding te horen, dat ook op single verschijnt.
1969 In het tweede Spotseizoen is de plaats van Adèle Bloemendaal ingenomen door Conny Stuart.
1970 Vanaf 1970 is Cox betrokken bij het satirische KRO-radioprogramma Cursief, met o.a. Luc Lutz, Frits Lambrechts en Gregor Frenkel Frank. Zijn conference Polleke, over een gedrogeerde Vlaamse wielrenner, is legendarisch geworden. In oktober 1970 haalt Cox zich heel wat -Amsterdamse- vijanden op de hals met het ironische singletje Ajax Is Dood, naar aanleiding van de overwinningen van Feyenoord in Europacup en Wereldcup.Op 23 oktober 1970 suggereert Elseviers Weekblad een vervolging tegen Gerard Cox, die bij de VARA het bevriende staatshoofd Richard Nixon een moordenaar heeft genoemd door 100.000 doden op zijn naam te schuiven.
1971 De politieke potpourri, gezongen tijdens de televisieshow Wie Wijst Gerard Cox De Weg In Hilversum?, uitgezonden op 1 februari 1971komt niet, als voorgenomen, op de grammofoonplaat. De directie van Phonogram spreekt er haar veto over uit. Cox speelt de hoofdrol in de Nederlandse versie van Promises Promises, Promotie Promotie.
1972 Gerard Cox heeft een eerste hit met het nummer 1948, een fraaie nostalgische bewerking van Alone Again (Naturally) van Kees van Kooten en Wim de Bie. Speelt met Willeke Alberti in het toneelstuk Liebelei.
1973 In 1973 starten Frans Halsema en Gerard Cox een nieuwe samenwerking met het programma Wat Je Zegt Dat Ben Je Zelf met teksten van Michel van der Plas. De persiflages op de spelletjes Geen Ja Geen Nee, Voor Een Briefkaart Op De Eerste Rang en Raden Maar horen tot hun bekendste nummers. Het duo wordt onder meer begeleid door bassist Jan van der Voort, pianist Frans Ehlhart en organist Ruud Bos. Tot 1976 blijven ze samen optreden. 't Is Weer Voorbij Die Mooie Zomer staat najaar 1973 18 weken in de hitparade, waaronder 5 weken op nummer 1. Het nummer is een vertaling van Salut Les Amoureux van Joe Dassin, wat op zijn beurt weer een bewerking is van City Of New Orleans van Arlo Guthrie. Prominent aanwezig op 't Is Weer Voorbij Die Mooie Zomer zijn de arrangementen van Rogier van Otterloo en het karakteristieke gelalala van Letty de Jong. Cox is goed bevriend en werkt veel met Rogier van Otterloo. Zijn eerste lp's bevatten veelal vertalingen van chansons en songs zoals Tegen De Tijd Dat 'k Bij Parijs Ben (By The Time I Get To Phoenix), Als Je In Mijn Hart Kon Kijken (If You Could Read My Mind) en Wie Wijst Mij De Weg In Hilversum (Do You Know The Way To San Jose).
1974 Het succes van 't Is Weer Voorbij Die Mooie Zomer levert Cox veel kritiek op bij zijn collega-cabaretiers. Het cabaret van Ivo de Wijs hekelt zijn artistieke uitverkoop in Pak De Poen Ome Gerard: 'Eens verklaarde jij de charmezang voor gek, Ome Gerard, Jij hebt de jongens zonder idealen, Die hun emoties eeuwig uit het Frans vertalen, Al bij Lurelei bezeken tot en met. Je had vroeger een verrekte grote bek Ome Gerard, Willem Duys vond je totaal niet te vertrouwen, En je greep de koningin in 'Arme Ouwe', Want je maakte scherp en cynisch cabaret. Dat was toen, Ome Gerard, Elk seizoen, Ome Gerard, Kwam jij met een nieuwe zure scheut citroen, Ome Gerard. Nu zing je eikelige liedjes van de zomer en de mei, Wel, die zomer is wat ons betreft voorbij.' Ook in de hitparade lijkt de zomer voorbij. De follow up Die Goeie Ouwe Tijd behaalt nog een zesde plaats in de Top 40, maar latere singles komen meestal niet verder dan de tipparade.
1977 Cox debuteert als acteur in de speelfilm Het Debuut van Nouchka van Brakel. Als hoofdrolspeler heeft hij de jeugdige Marina de Graaf tegenover zich. In de jaren zeventig heeft Cox ook vele rolletjes in televisieseries zoals Rust Nog Duur, Waaldrecht en Klaverweide. Gerard Cox heeft zijn eerste eigen theaterprogramma: Niemand Weet, Niemand Weet Dat Ik Repelsteeltje Heet. Na een eerder huwelijk met Elly Rietveld trouwt Cox nu met zangeres Joke Bruys, met wie hij ook platen maakt.
1979 Gerard Cox schrijft de tekst van Colorado, een compositie van Bolland & Bolland waarmee Xandra (Sandra Reemer) een twaalfde plaats op het Eurovisie Songfestival behaalt.
1980 Cox heeft een rol in Lieve Jongens, een speelfilm van Paul de Lussanet naar het boek van Gerard Reve.
1982 Herfst 1982 speelt en zingt Cox met Jasperina de Jong in de musical Fien van Ivo de Wijs.
1983 Cox heeft een rol in de speelfilm Een Zaak Van Leven En Dood van George Schouten. Hij schrijft het scenario voor de speelfilm Zwarte Ruiter, dat ook als roman in boekvorm verschijnt. Eind jaren zeventig heeft hij ervaring opgedaan in het schrijven van scenario's door de bewerking voor de TROS-televisieserie De Fabriek.
1985 Cox werkt samen met Rients Gratema in het programma De Grijze Plaag en het jaar daarop in Beperkte Dijkbewaking.
1987 Gerard Cox heeft weer eens een kleine hit met Die Laaielichter.
1988 Cox publiceert zijn memoires onder de titel Jongen, Rook Jij Wel Genoeg? Hij krijgt de Bob Scholte Ring.
1990 Cox zegt zijn links-intellectuele verleden en het theater vaarwel en stort zich in het schnabbelcircuit. Ongeveer honderd keer per jaar treedt hij op op congressen, bruiloften en partijen. Hij krijgt een Gouden Harp van Conamus. Ter gelegenheid van zijn 50ste verjaardag krijgt hij de Erasmusspeld.
1991 Een boek met voetbalverhalen over zijn geliefde Feyenoord verschijnt: 3-0 Achter, Niks Aan De Hand. Al eerder had hij van zijn liefde voor de Rotterdamse club laten blijken in de liedjes Feyenoord Feyenoord Feyenoord Feyenoord Feyenoord, Coen! en Werkmansleed (Feyenoord Feyenoord). Sinds 1993 heeft Cox een veelgelezen column in de Feyenoordkrant.
1992 Cox is acteur en medescenarist van de comedy Toen Was Geluk Heel Gewoon. Een bewerking van de Britse serie The Honeymooners, met Sjoerd Pleisier, Jokle Bruys en Mouna Goeman-Borgesius.
1994 De musical Kaat Mossel, een gezamenlijk project van Gerard Cox en Peter Blanker uit 1986, wordt voor het eerst opgevoerd.
1995 Cox neemt een cd op met liedjes van Jules de Corte: Uit Liefde En Respect, een initiatief van Robert Long, die ook de productie doet.
1998 In november verschijnt met Andere Noten een album van Cox. De titel verwijst naar zijn optreden in reclamefilmpjes voor Duyvis. Nooit Meer Verkering is de eerste single van de cd.
1999 De tweede single (Ik Wil Vanavond Met Je Vrijen) komt uit en doet weinig. Later in het jaar worden nieuwe afleveringen van het nog altijd populaire Toen Was Geluk Heel Gewoon opgenomen. In oktober ontvangt de serie de Gouden Televizierring en verschijnt er een CD met daarop liedjes gezongen door de hoofdrolspelers.
2001 Gerard Cox speelt een van de hoofdrollen in de film De Vriendschap van Nouschka van Brakel. Het album Wat Je Zingt, Dat Ben Je Zelf bevat een overzicht van cabaret- en luisterliedjes uit de periode 1900 tot 1980.
2002 Op maandag 18 november viert Gerard Cox zijn 40-jarig jubileum samen met het Metropole Orkest en vele bekende gasten in het Nieuwe Luxor Theater in Rotterdam. Gasten zijn o.a.: André van Duin, Robert Long, Sjoerd Pleysier, Joke Bruijs en Willem Nijholt. In december verschijnt Frans Halsema & Gerard Cox : Voor Altijd, een door Kick van der Veer samengestelde boxset met drie cd's waarop een veertigtal liedjes en enkele conferences staan verzameld. De tweede cd bevat solowerk van Cox.
2003 Gerard Cox is betrokken bij het scipt voor Drie Musketiers (geschreven door André Breedland), de musical van Bolland & Bolland die 30 maart in Rotterdam in première gaat.
2006 Gerard Cox speelt een gastrol in de nieuwe versie van de door Eli Asser geschreven televisieserie 't Schaep Met De 5 Pooten.
De Gebroeders Brouwer was een Nederlands trompetduo afkomstig uit Hierden.
Het door Pierre Kartner ontdekte duo, bestaand uit de broers Rende en Henk Brouwer, was vooral in de jaren zeventig van de twintigste eeuw succesvol. Zij maakten toen samen met onder meer Ben Cramer en Jacques Herb deel uit van de De Vader Abraham Show (met diverse optredens in het Rotterdamse Ahoy') en traden regelmatig op in Op volle toeren, een televisieprogramma van de TROS vol met Nederlandstalige muziek. Ook namen ze diverse albums op en traden ze op met koren. Het duo was tot 1993 actief.
Henk Brouwer woonde vele jaren, tot zijn overlijden in oktober 1999, in Vierhouten. Rende Brouwer is tevens een verdienstelijk dammer.
Nederlands cabaretier, onder meer bekend van zijn programma's samen met Gerard Cox en het duet Vluchten Kan Niet Meer met Jenny Arean.
1960 - 1966 Frans Halsema wordt als Franciscus Aert Maria Halsema op 1 september 1939 in Amsterdam geboren. Na onafgemaakte opleidingen bij de MULO en de banketbakkersschool en diverse baantjes treedt hij op in cafés en op bruiloften en partijen, zichzelf begeleidend op accordeon en piano. Tijdens zijn militaire dienstplicht (1958-1960) krijgt hij een schrijversopleiding en is hij in de gelegenheid 's avonds naar de cabaretschool van Bob Bouber in Amsterdam te gaan. Halsema debuteert in 1960 als cabaretier in het Pauze-Cabaret in de City Music Hall te Amsterdam. Een jaar later wordt hij pianist bij cabaret Lurelei van Eric Herfst en Ben Rowold. In 1964 presenteert Halsema samen met Rowold voor de VPRO-radio het amusementsprogramma Parlando. Na Lurelei treedt de cabaretier toe tot het ABC-cabaret van Wim Kan en Corry Vonk.
1967 - 1984 Halsema verlaat het gezelschap in 1967 en start een freelancecarrière. Hij ontmoet Gerard Cox in Klein Bellevue in Amsterdam. Samen met Adèle Bloemendaal spelen ze in 1968 het succesvolle programma Met Blijdschap Geven Wij Kennis. Het duet Vluchten Kan Niet Meer met Jenny Arean uit de musical En Nu Naar Bed van Annie M.G. Schmidt en Harry Bannink wordt een grote hit. Samen met Gerard Cox speelt Halsema vanaf 1973 nog twee seizoenen het programma Wat Je Zegt Dat Ben Je Zelf. Na de breuk met Cox staat Halsema op het toneel met zijn eerste onemanshow Ik, Ik En Nog 's Ik, gevolgd door de programma's Je Moet Er Geweest Zijn (samen met Guus Vleugel geschreven), Is Die Kruk Vrij (in 1981 met het muzikale damestrio The Angels Of Hope en regisseur Bram Vermeulen) en Dag Droom (1983). Op 24 februari 1984 overlijdt Frans Halsema op 44-jarige leeftijd aan keelkanker.
2005 De dvd De Laatste Tango is een hommage aan de cabaretier, samengesteld door diens zoon Marijn Halsema. De dvd bevat opnamen van succesnummers als Voor Haar, Zondagmiddag Buitenveldert, Miriam, Ik Mis en de originele theaterversie van Vluchten Kan Niet Meer met Jenny Arean. Daarnaast zijn liedjes te zien uit het tv-programma Frans Halsema In Spanje (1968) en privé-filmpjes. Als extra is de complete one man show Ik, Ik En Nog Eens Ik met Ruut Weissman uit 1979 op de dvd gezet.
Populair duo, dat halverwege de jaren zeventig van hippie-songs overstapt naar christelijke luisterliedjes voor volwassenen en kinderen.
1965 Elly Nieman (7 april 1946) wordt geboren als oudste van vijf kinderen in een winkeliersgezin in Hilversum. Al op jonge leeftijd schrijft ze liedjes en zingt ze die op school, in de kerk of in het clubhuis. In 1965 wint ze het Cabaret der Onbekenden. Hoofdprijs is het maken van een elpee voor Philips. Naast voornamelijk eigen nummers, zingt ze ook door anderen geschreven materiaal. O.a. van Lennaert Nijgh en Guus de Bakker.
1967 Rikkert Zuiderveld (Groningen, 5 februari 1947) groeit op in een onderwijzersgezin. Tijdens de middelbare school-periode houdt hij zich bezig met het schrijven van gedichten en liedjes. Als student geschiedenis in Amsterdam leert hij Job Pannekoek kennen. Via hem komt hij in contact met platenmaatschappij Philips, waarvoor hij de elpee Achter Glas opneemt. Pannekoek brengt hem ook in contact met Elly Nieman. Al snel zijn Elly & Rikkert een paar.
1968 Samen met Boudewijn de Groot scoort Elly Nieman een grote hit met het duet Meester Prikkebeen. Het duo was bij elkaar gebracht door Lennaert Nijgh. Elly en Rikkert blijven afzonderlijk optreden maar worden steeds vaker samen geboekt, zeker als ze in 1968 in het huwelijk treden.
1969 Op aandringen van producer Tony Vos maken Elly & Rikkert een duo-plaat, Een Ander Land. Het is een typisch hippie-album, vol filosofisch-mythologische teksten waarin het duo zich afzet tegen de gevestigde orde. Het album is behoorlijk succesvol.
1970 Geheel in de tijdgeest verhuizen Elly & Rikkert naar het platteland. Met producer Tim Griek neemt het duo het album De Draad Van Ariadne op. Ook deze elpee staat vol met hippiemuziek en één kinderliedje: De Kauwgomballenboom.
1971 De Kauwgomballenboom wordt op single uitgebracht en haalt de tipparade. Deze bescheiden notering is echter geen goede afspiegeling van de enorme populariteit van dit liedje bij kinderen. Ook de opvolger Alles Is Vrij geniet grote bekendheid. Later in het jaar volgt het album Parsifal, een soortgelijke plaat als het succesalbum De Draad Van Ariadne.
1972 Samen met Dimitri van Tooren nemen Elly & Rikkert het kinderalbum Het Oinkbeest op.
1973 De elpee Maarten En Het Witte Paard is een muzikaal sprookje voor volwassenen. Ondertussen verhuizen Elly & Rikkert naar Drenthe, waar ze hun intrek nemen in een commune. De mensen daar hebben een grote inbreng in het album Adem.
1974 Het uiteenvallen van de commune vormt de inspiratie voor de elpee Sta Op En Wandel.
1975 - 1983 Elly & Rikkert laten zich bekeren. Het geloof vindt ook zijn weerslag in de songteksten op de albums Levend Water, Al Je Haren Zijn Geteld, De Late Regen en Zend Mij. Een tijdlang treedt het duo alleen in religieuze kringen op.
1984 Het duo neemt enige afstand van het geloof met het album Maskers Af. Deze staat niet meer bol van (verwijzingen naar) bijbelverzen, maar behandelt realistische items als materialisme, politici en Freek De Jonge. Voor het eerst sinds jaren is het duo weer te horen bij andere omroepen dan de EO.
1985 Voor het aan EMI geliëerde Disky produceert het duo het project In Verwondering, waaraan onder andere Hans Vermeulen en Ruth Jacott meewerken.
1986 De opvolger Het Hart Op De Tong laat eenzelfde licht-kritische toon horen.
1988 Tijdens de opnamen van het album Jarenlang verongelukt producer Tim Griek. Verschillende teksten roepen hem in herinnering.
1990 Het duo maakt een album vol kinderliedjes.
1991 Het album Koorddanser bevat het nummer Rosa, over een meisje dat seksueel misbruikt is. Elly, zelf incestslachtoffer, krijgt daar veel reacties op. Naar aanleiding van dit nummer treedt ze geregeld op tijdens manifestaties van hulpverleningsorganisaties.
1995 Deze thematiek is ook aanwezig op de cd De Tranen Van De Kleine Mensen. Het nummer Anders handelt over mensen met een meervoudig persoonlijkheidssyndroom (MPS), iets wat veel bij incestslachtoffers voorkomt.
1997 Rond het verschijnen van de cd Van Het Water En De Oever geeft het zingende duo een benefietconcert om straatkinderen in Brazilie aan adoptieouders te helpen.
1998 Toneelstichting Tosti maakt van het album Het Oinkbeest een musical. Zesenveertig kinderen voeren het stuk op. Het duo werkt mee aan Uit De Wind, een cd rond het thema incest, de psychiatrie en rouwverwerking. Het is een project waaraan ook andere vocalisten en componisten meewerken. Van Elly & Rikkert verschijnt het dubbelalbum 30 Jaar Onderweg, dat een bloemlezing biedt uit hun oeuvre. Tien nummers worden hiervoor opnieuw opgenomen, waarbij o.a. Boudewijn de Groot, Dimitri van Tooren, Ernst Jansz, Johan Verminnen en Hans Vermeulen hun medewerking verlenen. Het verschijnen van de plaat is tevens de aanleiding voor een uitgebreide theatertournee. Het duo werkt zelf mee aan Over The Ages van Dick Le Mair en het radioprogramma Andermans Veren.
1999 Voor het eerst stelt het duo op veler verzoek een kerst-CD samen met zowel oude als nieuwe nummers. In dezelfde tijd komen er twee kinder-kerstmusicals uit: Piekobello en Glitter. Ook dit jaar zijn Elly & Rikkert te horen op een album van van Dick Le Mair met de titel Pilgrimage.
2000 Elly & Rikkert treden nog steeds enkele malen per week op, zowel met kinderprogramma's als met concerten voor volwassenen. Hierbij worden ze begeleid door percussionist Dick Le Mair en Jan Borger op toetsen. Violist Peter van Essen speelt af en toe ook mee. Naast de reguliere concerten treedt het paar ook regelmatig op in kerken, scholen, instellingen voor gehandicapten etc. Het werk dat het duo verricht gaat niet onopgemerkt, ze worden tijdens de jaarlijkse lintjesregen koninklijk onderscheiden. In november verschijnt het album Reisverhalen. Hierop staan luisterliedjes, ballades en zelfs wat steviger werk. Voor kinderen verschijnt de cd De Ark Van Stekeltje Gaat Op Reis.
2002 Elly & Rikkert presenteren samen met kinderkoor Vredoza op 1 juni hun album Bûter, Brea En Griene Tsiis. De cd bevat Friese vertalingen (ondermeer door Syb van der Ploeg, de neef van de zanger van De Kast) van liedjes die eerder in het Nederlands verschenen op hun laatste drie kinderalbums. Geloven Als Een Kind is een muziekboek plus cd met liedjes voor de kinderviering.
2003 Gefeliciteerd! is een kinder-cd waarop wordt meegezongen door de Fountainkoren uit Soest onder leiding van Liesbeth en Wilma van den Akker. Het album bevat een bonus-cd met zes kerstliedjes.
2004 Elly & Rikkert zijn betrokken bij de Karungu Kids, een project voor zo'n dertig weeskinderen in Kenia, Afrika. Zang van deze kinderen is te horen op een aantal kinderplaten van het duo. Voor kinderen verschijnen ook de verhalenbundel Door Het Brilletje Van Elly, de cd Op Reis, Op Reis en de dvd Kinderconcert. Voor volwassenen verschijnt de dvd Al Die Jaren met liedjes die in de loop der tijd voor tv-specials zijn opgenomen en Een Mens Is Nooit Te Fout Om Te Leren, een boekje van Rikkert met 150 oneliners over God en mensen. Vanaf 8 december verzorgt het duo weer kerstconcerten begeleid door Jan Borger, Dick Le Mair en Rob Vermeulen.
2005 De Steen Is Weg is een compilatie van liedjes rond Pasen, zowel voor kinderen als volwassenen, samengesteld door Co Hermans van het label Disky. De cd De Omgekeerde Wereld komt voort uit het bezoek aan het weeshuis in het Afrikaanse dorpje aan de rand van het Victoriameer. Het duo vertaalt en bewerkt enkele Afrikaanse liedjes en laat ze inzingen door de Kids Crew, Spetters, Friends en de Ridderkerkse Kinderkoren. De Engelstalige versie van de cd heet Amani/Peace.
2006 Ter gelegenheid van het 40-jarig artiestenjubileum van Elly & Rikkert schrijft de journalist Herman Veenhof het boek Vrije Vogels (De Omgekeerde Wereld Van Elly En Rikkert) over het leven van het duo. Voor het geschiedenisprogramma Andere Tijden van de NPS treden Elly & Rikkert voor het eerst sinds jaren weer op in De Waag te Haarlem met naast vaste begeleiders Jan Borger en Dick Le Mair ook bijdragen van Jaap van Beusekom en Joost Belinfante van CCC Inc. Elly maakt voor de EO het kinderprogramma Elly En De Wiebelwagen. Veertien liedjes over bijbelverhalen uit dit programma, gezongen samen met De Spettertjes van kinderkoor De Spetters, verschijnen in oktober op cd.
2007 Na veertig jaar brengt Rikkert Zuiderveld zijn tweede soloalbum uit: Solo.
Leidse formatie die midden jaren '70 het Nederlandse antwoord is op de Engelse glamgolf, aangevoerd door Slade, The Sweet en Mud. Dankzij een ijzersterk imago (oogverblindende kleding en opvallende kapsels) en pakkende singles heeft de band in Nederland en België veel succes. Na het wegebben van de glitterrage gaan de muzikanten verder als het productiebedrijf Cat Music.
1973 Geertjan Hessing, Erwin van Prehn, Aart Mol en Cees Bergman besluiten kort voor een zomervakantie in Spanje tot het oprichten van een groep. De muzikanten kennen elkaar reeds enkele jaren uit de muziekwereld van Leiden. Vanaf het begin is het motto: 'wat er ook gebeurt, we blijven bij elkaar'. Het verblijf aan de stranden van Lloret de Mar wordt gebruikt om plannen te smeden, waarbij vooral het succes van Mud, The Sweet en Slade als lichtend voorbeeld dient. In september wordt de groep gecompleteerd met toestenist Michael Eschauzier. In de eerste single worden de ervaringen aan het Spaanse strand verwerkt. De titel verwijst naar de aanmoediging van de vakantievriendinnen die hoorden van de wilde plannen: (We hope you're gonna) Hit The Big Time, die opgenomen wordt met producer Jaap Eggermont (ex-Golden Earrings). De band doet nog dat jaar de eerste optredens, als voorprogramma van Golden Earring. Het is Earring-zanger Barry Hay die de bandnaam bedenkt, terwijl kunstenaar Wim T. Schippers het logo voor zijn rekening neemt. De band modelleert zich naar de Britse voorbeelden: opvallend piekhaar en matje in de nek, glimjasjes, strakke kruippakjes en torenhoge plateauzolen.
1974 In februari komt de eerste single Hit The Big Time uit. Toetsenist Michael Eschauzier besluit de band te verlaten. Hij wordt in mei vervangen door Elmer Veerhoff. Hit The Big Time bereikt de 28ste positie in de Veronica top 40. Catapult treedt veel op in Nederland, België en Duitsland. De tweede single Let Your Hair Hang Down wordt een groot succes, het nummer haalt de 5de plaats in de top 40, nadat het Treiterschijf is geweest bij Radio Noordzee. Op de golven van dit succes wordt de single ook uitgebracht in Oostenrijk, Zwitserland, Engeland en Duitsland. In augustus en september worden met Jaap Eggermont in de studio van Phonogram en Frans Peters opnamen gemaakt voor de debuut-LP. Het jaar wordt afgesloten met een top 10-succes met het Catapult op het lijf geschreven Teeny Bopper Band.
1975 In januari 1975 komt het debuutalbum Catapult uit. De plaat wordt door Muziekkrant Oor ongenadig afgekraakt, maar wordt - desondanks - een bescheiden succes. Toch is Catapult ook dit jaar een groep die het van de singles moet hebben: Seven Eleven en The Stealer.
1976 De nieuwe single Remember September wordt nog wel troetelschijf bij Hilversum 3, maar dat kan niet verhullen dat het langzaam maar zeker minder wordt met de glambands. Nieuwe rages dienen zich aan en dat ondervindt ook Catapult. Er verschijnen nog wel singles, die steeds minder succes hebben in de hitparades, en later dat jaar nog de verzamel-LP Catapult. De inspiratie om zich nog in te spannen voor het zieltogende Catapult wordt kleiner, als de groep langzamerhand steeds meer materiaal schrijft en inspeelt voor andere artiesten en groepen. Zo profiteren vanaf 1976 onder meer André Hazes, Patricia Paay, Rita Hovink, Barry Hughes, André van Duin, Imca Marina, Lia Velasco en Liberation Of Man van het hitgevoelige materiaal dat de muzikanten aanleveren. Het toepasselijk getitelde Here We Go is in november de laatste single van Catapult die de top 40 weet te halen.
1977 Terwijl de media en platenkopers het laten afweten, de single Disco Njet - Wodka Da flopt, is Catapult op het podium nog wel een succes. Ook in het buitenland, zo wordt er in mei opgetreden in Oost-Duitsland, waar zelfs tv-opnamen worden gemaakt.
1978 Nieuwe singles floppen opnieuw, maar Catapult begeleidt dit jaar wel de drie Haagse zusjes The Internationals bij het Nationale Songfestival.
1979 Vanwege gebrek aan succes heft Catapult zich op. In het Feest-paleis in Beervelde (België) wordt op 23 december het laatste optreden gedaan.
1980 Het credo 'wat er ook gebeurt, we blijven bij elkaar' blijft gehandhaafd. De muzikanten richten Cat Music op, een studio en productiebedrijf waar men artiesten begeleidt en songs aanlevert. Om de - negatieve - associatie met Catapult te voorkomen voeren de muzikanten vanaf die tijd hun eigen werk uit in velerlei vermommingen, zoals The Surfers (Windsurfin'), Snoopy (No Time For Tango), The Monotones (Mono), Master Genius (Let's Break), De Videokids (Woodpeckers From Space, met zang van Peter Slaghuis), Rubberen Robbie (De Nederlandse Sterre Die Strale Overal), Holland (Aanvallen!), Ome Henk en Irene Moors & De Smurfen (No Limits). Zo blijft Catapult, zij het meer achter de schermen, ook in de jaren '80 en '90 een stempel op de polderpop drukken. Het glitterpak wordt af en toe nog eens uit de kast getrokken om in Leiden of omgeving een reünie-optreden te doen.
Adolphus (Dolf) Brouwers (Utrecht, 31 augustus 1912 Den Haag, 23 september 1997) was een Nederlands operazanger en komiek. Hij werd op zestigjarige leeftijd ontdekt door Wim T. Schippers en groeide als Sjef van Oekel uit tot hoofdrolspeler in een televisieshow van Schippers en in een reeks stripverhalen, getekend door Theo van den Boogaard.
Brouwers werd geboren te Utrecht en groeide op in Den Haag. Op zijn twaalfde werd hij timmermansknecht in Scheveningen, maar op zijn veertiende werd hij kappersknecht. Tot de klanten van Brouwers, die in de kapsalon graag operetteliederen zong, behoorden Prins Hendrik, en de directeur van het Scalatheater in Den Haag. Toen de laatste Brouwers hoorde zingen, vroeg hij hem voor het operettekoor van het theater. Bij het koor ontmoette Brouwers zijn vrouw Greet. Na de Tweede Wereldoorlog werd hij opnieuw kapper en later reisleider. In de jaren vijftig schreef hij met tekstdichter Jack Bess liedjes onder het pseudoniem D. Goldstein, evenwel zonder succes. Toch was Dolf Brouwers vlak na de oorlog vaak op de radio te horen met het bekende lied "Eens zal de Betuwe in bloei weer staan".
In 1972 werd Brouwers ontdekt door Wim T. Schippers. Schippers zocht voor de Fred Hachéshow iemand voor een bijrolletje als de patatbakker 'S. van Oekel' uit het Belgische plaatsje Reet. (De naam had Schippers in België op een bedrijf in auto-accessoires zien staan.) Hoofdrolspeler Harry Touw dacht meteen aan Brouwers, die hij kende van de Haagse Artiesten Club. Brouwers gaf zijn personage de voornaam 'Sjefke' en kreeg vervolgens van Schippers verschillende bijrollen in het programma. In de volgende programmareeks, Barend is weer bezig, met IJf Blokker als 'Barend Servet' werd Brouwers' rol, nu als 'Sjef van Oekel', al belangrijker. Brouwers introduceerde een geheel eigen taalgebruik, vol Schippersvondsten als 'reeds', 'pardon reeds', 'dat ben ik dus' en 'ik word niet goed'. Op 9 april 1973 werkte Brouwers als Sjef van Oekel, directeur van Radio Stereo Petat, mee aan een eenmalige uitzending van klassieke muziek door het Comité Nederland Muziek vanaf het sportvissersschip MV De Morgenster, als persiflage op de een week eerder aan de grond gelopen zeezender Radio Veronica.
Af en toe barstte hij in de shows ook in zingen uit, wat Brouwers heel goed kon als ex-operettezanger, maar hier dik aanzette en met opzet net niet op toon. Nationaal bekend werd hij met het lied "Vette Jus" (1973), dat hij vanachter een volgeladen tafel zong, waarna hij tenslotte ter aarde stortte te midden van de borden en schotels. Uit hetzelfde jaar dateert "Juliana onze vorstin", een tekst van Schippers en Gied Jaspars; volgens de hoestekst van de single geschreven 'N.a.v. het 25-jarig jubileum van H.M. de Koningin'. Tenslotte kreeg hij in het seizoen 1974-1975 zijn eigen televisieprogramma: Van Oekels Discohoek.
Populairste televisiepersoonlijkheid Nadat Van Oekel tijdens de Kerstuitzending in de fietstas van zijn sidekick ir. Evert van der Pik (Jaap Bar) had gekotst, begon Henk van der Meyden een actie tegen het programma. De lezers van het tijdschrift Muziek Expres verkozen Sjef van Oekel echter tot populairste televisiepersoonlijkheid van 1974. In het seizoen 1978 was Brouwers tien afleveringen te zien als de verlopen nachtclubeigenaar 'Waldo van Dungen' in Het Is Weer Zo Laat (Waldolala). In 1979 nam hij een single op met Herman Brood (Nooit Meer Terug Naar Die Rotschool), en in 1980 volgde de carnavalskraker Oei Oei Dat Was Lekker. In 1981 speelde Brouwers in de serie De lachende scheerkwast, opnieuw geschreven door Wim T. Schippers. In 1984 speelde hij nog een bijrol in de serie Op zoek naar Yolanda.
Inmiddels was hij bezig afscheid te nemen van zijn personage. Onder zijn eigen naam werd hij in 1983 "parlementáár verslaggever van de Vara" in het VARA-radioprogramma Paviljoen Drie van Felix Meurders, en in 1985 nam hij onder zijn eigen naam de single Oh, Wat Is Het Toch Fijn Om Gelukkig Te Zijn op, die net geen hit werd. Met de show "De ondergang van de Onan" (waarmee een passagiersschip werd bedoeld waarop alle personages (in een zogenaamd toneelstuk) nog eens in allerlei idiote situaties ten tonele verschenen) werd het tijdperk Van Oekel zo'n beetje afgesloten.
In de negende aflevering van Kinderen voor Kinderen in 1988 figureerde Brouwers tijdens het lied "Sneu" als een vader die tot grote schaamte van zijn dochter in een bulderend gelach uitbarstte op een voor hem zeer typerende wijze.
In 1995 deed Brouwers nog een serie korte interviews voor de tv met bekende Nederlanders, die hij meenam ergens op een buitenlocatie om in de van hem bekende stijl met deze mensen te spreken (zoals met de operettezanger Marco Bakker: "ik heb in uw kleedkamer bij uw kostuum ook zo'n rijzweepje zien staan, is dat nou voor SM... of zoiets?")
In 1995 reikte burgemeester Wim Deetman aan Brouwers de Gouden Speld van de stad Den Haag uit. In datzelfde jaar overleed Brouwers' echtgenote. Brouwers zelf overleed twee jaar later op 85-jarige leeftijd in zijn woning te Den Haag.
Op 3 oktober 2004 vond de première plaats van de voorstelling Dolf Brouwers, Ben Ik Dat? geschreven door Rob van Dalen, met Manou Kersting als Dolf Brouwers, Marieke van Leeuwen als zijn vrouw Greet, Clous van Mechelen als zichzelf, en Johnny Kraaykamp jr. als Wim T. Schippers. De regie was van Guusje Eijbers.
Taalverrijking Ook is Dolf Brouwers verantwoordelijk voor diverse hedendaags gangbare uitspraken in de Nederlandse taal. Verreweg de bekendste daarvan zijn "Als het ware ...", "Maar ik kwam van rechts", "Dat ben ik dus" en "Pardon ... Reeds!".
Strip Vanaf 1976 verscheen de succesvolle strip Sjef van Oekel in het tijdschrift Nieuwe Revu en in stripalbums. Het scenario was van Wim T. Schippers en de tekeningen waren van Theo van den Boogaard. De strips werden goed verkocht en er verschenen vertalingen in Frankrijk (waar de hoofdpersoon Léon van Oukel heette, later: Léon la Terreur), Duitsland (Julius Patzenhofer), Denemarken en Spanje. Brouwers ontving echter niets van het met de strip verdiende geld, hoewel hij wel werd afgebeeld. Bovendien wenste hij niet langer vloekend of in pornografische situaties in beeld te worden gebracht. In 1989 spande hij een rechtszaak aan. In 1991 besliste de rechter dat Brouwers niet langer mocht worden afgebeeld in obscene of pornografische scènes. Over de financiële vergoeding bereikten Schippers en Brouwers in 1992 een schikking, waardoor het hoger beroep geen doorgang hoefde te vinden.
1978 Doe Maar wordt opgericht door Ernst Jansz en bassist Piet Dekker, die samen actief waren in de Slumberland Band en als begeleiders van Boudewijn de Groot op diens elpee Waar Ik Woon En Wie Ik Ben. Drummer is dan nog Carel Copier en het repertoire bestaat uit een mengeling van Nederlandstalige punk, rock'n'roll, calypso en ook al een flinke dosis reggae en ska.
1979 Opname van de eerste elpee voor Telstar, het label van schlagerkoning Johnny Hoes. Op de hoes van de plaat pronkt bassist Piet Dekker als potloodventer met zijn geslachtsdeel, al verhult een slim geplaatste sticker veel. De single Ik Zou Het Willen Doen haalt de tipparade en de groep is regelmatig te zien in het clubcircuit.
1980 Piet Dekker verlaat de band en wordt tijdelijk vervangen door Joost Belinfante totdat Henny Vrienten diens plaats inneemt. Ook Vrienten heeft al een behoorlijke staat van dienst. Hij heeft eind jaren zestig deel uitgemaakt van Les Cruches. In 1977 maakt hij als Paul Santos een solo-elpee en als componist levert hij met evenveel gemak werk aan voor de Twee Pinten als voor Sammy America's Gasphetti. Ernst Jansz kent Vrienten nog van een tournee met Boudewijn de Groot. Bij Doe Maar geeft Vrienten een impuls aan het songmateriaal op het tweede album in de vorm van drie door hem geschreven nummers waarvoor drie eerder geplande skanummers opzij worden gezet: Wegwerpaansteker van Joost Belinfante, Man O Man van Ernst Jansz (dat later op de B-kant van De Bom verschijnt) en het instrumentale titelnummer Skunk (een samentrekking van de termen punk en ska).
1981 De single Sinds 1 Dag Of 2 van het album van Skunk wordt pas opgepikt wanneer op advies van de toonaangevende DJ Frits Spits de titel van de eerste single wordt veranderd in 32 Jaar. De muziekpers neemt Doe Maar nauwelijks serieus. Het jongere poppubliek doet dat wel, ondanks dat de teksten regelmatig over typische dertigersproblemen gaan. Henny Vrienten maakt van een aantal nummers van het Doris Day album een eigen dub-variant op Doe De Dub. Drummer Copier maakt in november plaats voor de jeugdige René van Collum (zoon van filmprogrammamaker Simon van Collem).
1982 De grote doorbraak volgt met de singles Doris Day en Is Dit Alles? beide van het album Doris Day En Andere Stukken. Doe Maar ontketent een rage die slechts vergelijkbaar is met The Beatles in hun hoogtijdagen, compleet met flauwvallende meisjes, platina albums en een gigantische verkoop van allerlei prullaria. Binnen enkele maanden ziet het halve land fosforgroen en zuurstokroze. De single De Bom schiet binnen de kortste keren naar de eerste plaats van de hitparade. René van Collum past niet zo goed bij de andere, veel oudere bandleden en wordt op zijn beurt vervangen door Jan Pijnenburg. Als die kort na zijn toetreden tot de band een auto-ongeluk krijgt neemt Van Collum nog een half jaar lang voor hem waar. Doe Maar ontvangt de Zilveren Harp. Jansz, Hendriks en Belinfante maken deel uit van de eenmalige supergroep De Orde (ook samen met Bram Vermeulen).
1983 Release van de elpee 4Us, in muzikaal opzicht het meest gewaagde (en geslaagde) werkstuk van de groep. De mix van reggae en ska is inmiddels een volstrekt eigen geluid geworden. Oosterse invloeden en dub-effecten zorgen voor het nodige avontuur. Door titels als Je Loopt Je Lul Achterna en Heroïne Godverdomme maakt het album bij de ouders van de veelal jonge fans vaak heftige reacties los. Dit generatieconflict wordt door de band treffend verwoord in de nummer-1 hit Pa. Ondertussen neemt de Doe Maar-rage zulke vormen aan dat de band een publiciteitsstop afkondigt en het aantal optredens minimaliseert. Het effect is echter averechts: de roddelpers blijft de meest onzinnige verhalen publiceren. De fans kunnen zich, in afwachting van nieuw materiaal, laven aan de live-dubbelaar Lijf Aan Lijf, waarop zij vooral zelf te horen zijn. Van Ernst Jansz verschijnt de debuutroman Gideons Droom.
1984 In de winter van 83/84 wijdt Henny Vrienten zich aan het maken van een solo-album, Geen Ballade. De single Als Je Wint, een duet met Herman Brood, is in februari een hit. Het solo-album wordt, in tegenstelling tot het groepsmateriaal, wel door de muziekpers geprezen. Ondertussen verlopen de opnamen voor een nieuw Doe Maar-album moeizaam. Halverwege besluiten de bandleden ermee op te houden. De single Macho laat horen waarom: de creatieve pijp is leeg. De band geeft op 14 april twee emotionele afscheidsconcerten in de Maaspoort in s-Hertogenbosch, die live door de televisie worden uitgezonden. Daarna gaat ieder zijns weegs. Het dubbelalbum Het Complete Overzicht houdt aan het eind van 84 nog even de herinnering levend.
1985 - 1990 Ernst Jansz duikt samen met Jan Hendriks op in The Midnight Hour en Rienne Va Plus. Vrienten, Belinfante en Pijnenburg spelen enkele jaren met o.a. Fay Lovsky, Jakob Klaasse en Jan de Hont bekende filmthema's in The Magnificent Seven. Vrienten ontwikkelt zich tot een gevierd componist van filmmuziek (o.a. In De Schaduw Van De Overwinning, De Prooi, Spoorloos). Verder zijn zowel Vrienten, Jansz als Hendriks actief als producer.
1991 In 1991 leidt het verschijnen van de compilatie De Beste Van Doe Maar tot een heuse Doe Maar-revival en verschijnt Sinds 1 Dag Of 2 (32 Jaar) opnieuw in de hitlijsten.
1992 Slechts een zaal vol genodigden is er getuige van dat tijdens een reünie van CCC Inc., eind 92 in de Amsterdamse Melkweg, de Nederlandse fab four weer op het podium staat om nog één keer Joost Belinfantes klassieker Nederwiet te spelen.
1994 Het Doe Maar-oeuvre blijft in de jaren negentig onverminderd populair. Op dansavonden in het clubcircuit komen regelmatig liedjes als Sinds Een Dag Of 2 en Smoorverliefd voorbij. Het Complete Hitoverzicht staat enkele maanden lang in de albumlijst.
1996 De behoefte aan nieuw materiaal van Doe Maar kan worden gestild met een dubbel-cd van het afscheidsconcert in de Maaspoort in Den Bosch. Van dit concert verschijnt ook een videoband. Een reünie zit er echter niet in, zo vertellen de bandleden telkens in interviews. Wel zingt Henny samen met Herman Brood weer eens 32 jaar (ter gelegenheid van Hermans verjaardag in 50 jaar omgedoopt) de hitparade in.
1999 Op 2 november maakt Doe Maar tijdens een persconferentie in het Nationaal Pop Instituut bekend weer bij elkaar te komen. Heel Nederland is in rep en roer. Elke krant en elke (Nederlandse en Vlaamse) televisiezender besteedt er aandacht aan en de Doe Maar-hits zijn overal te horen. De band kondigt twee concerten in Ahoy aan (het worden er zestien) plus een nieuw album dat voor april 2000 staat gepland. De reünie wordt gesponsord door telefoonbedrijf Dutchtone, iets waar de bandleden vroeger altijd mordicus tegen waren.
2000 Via platenmaatschappij V2 verschijnt een compilatie-cd waarop de artiesten Postmen (met Def Rhymz), Bløf, Skik, Rowwen Hèze, Trijntje Oosterhuis, Caesar, Prodigal Sons, Grof Geschut, Daryll-Ann, Abel, Heideroosjes, Marcel de Groot, Bob Fosko en Osdorp Posse bijdragen leveren. Als voorloper van het album Klaar verschijnen tegelijkertijd twee singles, Watje en Als Niet Als. Het boek Doe Maar Het Virus - Het Boek verschijnt. Het is zonder medewerking van de band geschreven door Oor-journalist en voormalig winnaar van de pop-persprijs Tom Engelshoven. Watje berijkt de Top 10 in de hitparade. en op de dag van het eerste Ahoy' optreden ontvangt de band een platina plaat voor het album Klaar. De PTT geeft een Doe Maar postzegel uit. Supermarktketen Dirk van den Broek biedt tijdens een op=op actie de eerste vier albums van Doe Maar voor 14,95 aan. Dit schiet menig muziekwinkel in het verkeerde keelgat, maar platenmaatschappij RAM zegt er niks tegen te kunnen doen. Het live album Hees Van Ahoy verschijnt. Het Popinstituut heeft de primeur. Op haar website is het van de live-cd afkomstige nummer Belle Helène te downloaden voordat het album in de winkels ligt. Aan het eind van het jaar blijken de concerten in Ahoy' de bestbezochte van 2000 te zijn. In totaal 173.634 mensen waren bij de reünie-optredens aanwezig.
2005 In november wordt officieel bevestigd dat er een musical komt over de band Doe Maar. Bandleden Henny Vrienten, Ernst Jansz en Jan Hendriks zijn dat met theaterproducent V&V van Albert Verlinde overeengekomen. De muzikanten zullen niet zelf op het podium staan, hun rol wordt ingenomen door acteurs en vocalisten waaronder Lenette van Dongen en Kim-Lian. Volgens V&V wordt de voorstelling in de sfeer van de Abba-musical Mamma Mia gemaakt.
2006 Tekenaar Barbara Stok maakt een stripversie van Is Dit Alles? De strip maakt onderdeel uit van Strips In Stereo, een boek en cd met veertien stripversies van veertien Nederlandstalige liedjes. De uitgave wordt in maart in Paradiso gepresenteerd aan de vooravond van de Boekenweek 2006.
2007 Leden van Doe Maar zijn op 28 januari aanwezig tijdens première in Tilburg van de musical Doe Maar. De recensies zijn zeer lovend en de musical is in mei de grote winnaar tijdens de uitreiking van de John Kraaijkamp Musical Awards 2007 met naast de publieksprijs ook prijzen voor Daniël Boissevain, Annick Boer, Pieter van de Waterbeemd en Jan Elbertse. Het is 25 jaar geleden dat Doe Maar voor het eerst een nummer 1 hit scoorde met De Bom. Ter gelegenheid hiervan brengt platenmaatschappij CNR op 5 februari het nummer opnieuw uit in een gelimiteerde oplage op zowel cd als roze vinyl. Daarnaast worden alle nummers van Doe Maar voor het eerst samen in één box verzameld onder de titel Echt Alles.
2008 Doe Maar treedt 10 en 12 juli op in de Rotterdamse Kuip. Het is de eerste keer dat de band een stadionconcert geeft.
1966 De Band Zonder Naam (BZN) wordt opgericht met in de gelederen bassist Jan Tuyp, zanger Jan Veerman en gitarist/tekstschrijver Cees Tol naar aanleiding van een eerste optreden in het Volendamse jeugdhonk Pius X. BZN '66 zoals de band eerst heet, begint als Shadows-achtige groep voor feesten. De eerste paar singles worden bescheiden successen maar wanneer BZN begin jaren '70 overstapt van harmony-pop naar hardrock, breekt de band door.
1974 Zanger Jan Veerman verlaat de band en wordt vervangen door Jan Keizer (voorheen in de Q-Tips) die tot dan de drummer van de band was.
1976 Niet tevreden met de ingeslagen muzikale weg roept BZN de hulp in van producers Cor Aaftink en Roy Beltman, die ervoor zorgen dat de band een enorme koerswijziging ondergaat. De sound wordt omgebogen van hardrock naar gezellig meedeinbare volkspop. Het meest in het oog springende element is daarbij het zangduo Jan Keizer en de 17-jarige visverkoopster Annie Schilder, nadat de latere Eurovisiesongfestival-deelneemster Maribelle (Marietje Kwakman, ook bekend van Marietje & Het Volendams Operakoor) de band al na een paar maanden heeft verlaten. Met hun dubbele vocalen zingen zij de Franstalige single Mon Amour in september naar de hoogste positie in de hitlijsten (100.000 verkochte exemplaren). De ommekeer zorgt ervoor dat twee decennia lang alle door BZN uitgebrachte singles scoren en alle jaarlijks uitgebrachte albums minimaal goud behalen. Componist en gitarist Thomas Tol zorgt ervoor dat de herkenbare eigen sound gehandhaafd blijft, zelfs op de Kerstplaten die de groep uitbrengt.
1984 Annie Schilder verlaat BZN om meer tijd te kunnen besteden aan haar gezin. Een jaar later start ze een solo-carrière die vrij succesvol wordt. In de persoon van de zangeres Carola Smit van de band Friends wordt een vervangster gevonden en het succes gecontinueerd.
1987 Op tweede Paasdag wordt Carola getroffen door een hersenbloeding en komt het voortbestaan van BZN in gevaar. Gelukkig verloopt haar revalidatie voorspoedig en na slechts vijf maanden zingt ze de elpee Visions in, die binnen twee en een halve maand platina wordt. Op 17 oktober staat ze alweer op het podium in Groningen.
1988 In respectievelijk februari en mei verlaat het schrijversduo Thomas en Cees Tol de groep, moe van het vele optreden. Vervangers worden gevonden in Dirk van der Horst (ex-Dizzy Man's Band, ex-Next One) op gitaar en toetsenist Dick Plat (ex-Canyon). Wederom weet BZN deze tegenvaller boven te komen, het album Endless Dream wordt net als zijn voorganger binnen tweeënhalve maand platina.
1989 De gebroeders Tol blijven productief en komen aan het eind van het jaar met een album waarvan de single Eleni een grote hit wordt. De succesvolle BZN-afsplitsing is echter geen commerciële bedreiging.
1990 Na het album Horizon waaraan bijna de hele band meeschrijft, kan BZN een totaal aantal van maar liefst vijf miljoen verkochte platen achter zijn naam schrijven.
1991 Na een tournee door Zuid-Afrika verschijnt het jubileum-album Congratulations waarmee BZN zijn vijfentwintigjarig bestaan viert. In Volendam geeft de band op het Europaplein een gratis toegankelijk concert dat live op televisie wordt uitgezonden.
1993 Halverwege het jaar verschijnt het verzamelalbum Gold dat wederom uiterst succesvol is. Een belangrijke bijdrage aan het succes zijn de jaarlijkse tv-specials waarmee de band zijn nieuwe albums presenteert. Nadat de band deze specials veertien jaar bij de NCRV heeft laten produceren, sluit BZN aan het eind van het jaar een exclusief contract af met de TROS, zich daarmee verzekerend van een goed geoliede promotiemachine.
1996 Na de jaarlijkse releases van nieuwe studio-albums volgens het bekende stramien, verschijnt het album Symphonic Night, een live-plaat opgenomen ter gelegenheid van het dertigjarige bestaan in het Bredase Chassé Theater met medewerking van het Eindhovense koor De Toonkunst, het Groot Gala Orkest onder leiding van Harry van Hoof en het kinderkoor De Zangertjes Van Volendam. De plaat wordt het beste verkochte BZN-album in jaren en vormt de perfecte sprinkplank voor het debuterende elfjarige zangertje Jantje Smit. Niet lang daarna komt hij op de eerste positie in de hitparade binnen met zijn door BZN geschreven solo-single Ik Zing Dit Lied Voor Jou Alleen. Dit werd al snel geparodieerd door Ome Henk, waarachter de leden van Catapult zich verschuilen.
1997 In april krijgt zanger Jan Keizer een koninklijke onderscheiding. De groep ontvangt dit jaar tevens een Gouden Palm voor hun eigen repertoire en de liedjes die ze voor derden schrijven. Voor de promotiefilm voor hun nieuwste album reist de groep af naar Maleisië. Polygram brengt de BZN-video Serenade Around The Fire uit. Middels Pearls verschijnt later in het jaar een cd van de Volendammers. Er wordt een aantal singles van het album getrokken die het aardig doen in de hitparade. Met Rhythm Of My Heart wordt opnieuw een video uitgebracht.
1998 Na de uitstekende verkoopresultaten van A Symphonic Night ligt een tweede editie voor de hand. Tijdens twee optredens in theater De Flint in Amersfoort (op 19 en 20 juni) worden hiervoor opnamen gemaakt. BZN wordt dit keer bijgestaan door het Symphonic Night Orchestra en het Volendams Opera Koor, beiden onder leiding van Paul Natte. De plaat komt in oktober uit en wordt goud. Verder verschijnt de budget line verzamel-cd El Cordobes. Oud-leden van BZN komen in de zomer van 98 bij elkaar voor een optreden onder de naam BZN 66. Het optreden trekt echter weinig belangstelling.
1999 Jan Keizer, Jack Veerman en Jan Tuijp schrijven het liedje Coming Home waarmee zangeres Tamara in maart meedoet aan het Nationale Songfestival. Reünie-band BZN 66 speelt eind maart opnieuw, ditmaal voor een uitverkochte St. Jozef in Volendam. Het succes is mede te danken aan de aanwezigheid van Annie Schilder. De reguliere BZN ligt stil als Jan Keizer vier maanden moet herstellen van een open hartoperatie waarbij vier bypasses worden aangebracht. Het werk aan zijn langverwachte solo-album, waarop hij Franstalige chansons vertolkt, komt daardoor stil te liggen. Het BZN-album The Best Days Of My Life komt wel gewoon op de markt, hoewel de verkoop door een verminderde beschikbaarheid voor promotie een tikkeltje tegenvalt. Jantje Smit en BZN-producer Roy Beltman ontvangen voor hun werk een Gouden Harp.
2000 Jan Keizer is hersteld en BZN toert weer door het land. BZN ontvangt een speciale Lif Time Award voor de verkoop van meer dan 4,5 miljoen geluidsdragers. Jan Keizer brengt een Franstalige soloplaat uit.
2001 Naar aanleiding van hun bijdrage aan de nationale en internationale popmuziek ontvangt BZN in februari de Edison Oeuvre Prijs. In februari verschijnt Out Of The Blue, het dertigste studio-album van BZN. De opbrengsten van de single Where The Nightingales Sing (een aangepaste versie van het nummer When The Churchbells Still Ring) gaan naar de Stichting Slachtoffers Nieuwjaarsbrand Volendam. In april veilen ze voor hetzelfde doel persoonlijke eigendommen als muziekinstrumenten en een schilderij van Jan Keijzer. In het TV-programma BZN Ontmoet ontvangt de groep in de zomer vijf weken lang artiesten uit binnen- en buitenland op het zeilschip De Willem Barentz.
2002 De opbrengst van de single Will There Be A Time komt ten goede aan Golf Van Californië, een project van het Wereld Natuur Fonds voor het behoud van de walvis. Het nummer is afkomstig van het album Tequila Sunset dat eind september verschijnt. Vanaf september zendt de TROS zes nieuwe, in Malaga opgenomen afleveringen uit van het tv-programma BZN Ontmoet. Jaap Kwakman verlaat Jen Rog. Later in zijn carrière is hij onder meer actief in begeleidingsbands voor o.a. Sita, Jan Smit, Lange Frans & Baas B., Twarres en Leoni Jansen.
2003 Gitarist Dirk van der Horst moet wegens een ernstige ziekte stoppen met de band. Zijn plaats wordt ingenomen door John Meijer (ex-Drukwerk, ex-Next One). Op het album Leef Je Leven, dat eind september verschijnt, zingt BZN voor het eerst in het Nederlands.
2004 In navolging van artiesten als Patty Brard, Frans Bauer en René Froger wordt ook voor BZN een reality soap voorbereid. In mei maakt de band bekend toch af te zien het tv-programma, volgens Jan Keizer omdat het technisch niet haalbaar blijkt te zijn en ook niet is te betalen. Het besluit zorgt ervoor dat de uitbreng van het nieuwe album vertraging op loopt. Keizer is wel te zien als jurylid in enkele afleveringen van Een Ster In 40 Dagen, een talentenshow waarin wordt gezocht naar een nieuwe vertolker van het Nederlandse levenslied. Na een lang ziekbed overlijdt Dirk van der Horst op 22 september in een Alkmaars ziekenhuis. Van Jan Keizer verschijnt in oktober de cd Going Back In Time 3 met daarop bewerkingen van o.a. Ring Of Fire, On The Wings Of A Nightingale, Rhinestone Cowboy en The Most Beautiful Girl In The World.
2005 BZN vertrekt in januari weer naar Zuid-Afrika voor een tv-special met optredens in Johannesburg en Kaapstad. De uitzending is in februari. In dezelfde maand verschijnt het veertigste album Die Mooie Tijd met daarop Nederlandstalige liedjes geschreven door Jan Keizer en Jan Tuijp. Eind februari verschijnt hetalbum van BZN. Die Mooie Tijd, geproduceerd door Roy Beltman en BZN, is de tweede Nederlandstalige cd van de groep. Het veertigjarig bestaan van BZN wordt onder meer gevierd met de uitgave van een cd-box met daarop de A-kanten van de 54 singles van de band die de Top 40 hebben gehaald. De box komt uit in oktober uit in verschillende versies waaronder een luxe uitgave met dvd. Ook verschijnt een box met daarin alle reguliere albums die BZN ooit heeft uitgebracht, verzamelalbums uitgezonderd, maar wel met veel bonusmateriaal. De boxset BZN Moments In Time: The Essential NEGRAM Collection komt uit bij Pseudonym Records. De box belicht de periode 1966-1977 en bestaat uit twee cd's en een DVD. Onder de zeldzame opnamen onder meer de jingle die BZN ooit maakte voor diskjockey Tom Collins, een vertolking van Gilbert Bécaud's L'Important C'est La Rose plus de niet eerder op plaat verkrijgbare Engelse versie van BZN's grootste hit Mon Amour. Mon Amour verschijnt ook opnieuw op CD-single. Het eerste BZN-album The Bastard uit 1971 komt in een oplage van 100 exemplaren opnieuw uit, op zowel zwart als blauw vinyl. In november zendt de TROS een feestelijk jubileumfeest uit waar echter oudbandleden als Annie Schilder ontbreken.
2006 - 2007 Woensdag 15 februari 2006 maakt BZN op een persconferentie in hotel Spaander te Volendam bekend te gaan stoppen. In het najaar start de groep de afscheidstournee The Final Tour die loopt tot juni 2007. Tijdens de tournee wordt de band gevolgd door de Tros voor de dertiendelige reality soap Adieu BZN. Jacques Hetsen, samen met Dick de Boer manager van BZN, overlijdt op 4 mei 2007 op 61jarige leeftijd aan een hersenbloeding. Eind mei verschijnt een set postzegels die bestaat uit een speciaal ontworpen boekje met daarin een hitoverzicht, foto's en postzegels van de individuele bandleden en de hele band samen. Op 16 juni treedt de groep voor het laatst op, in Ahoy' Rotterdam. Het optreden wordt rechtstreeks uitgezonden door de Tros. De kijkdichtheid van het programma is 1.613.000. Een paar dagen later ligt het door Peter Visser samengestelde afscheidsboek BZN Tot Ziens! in de winkel met daarin verschillende columns van de bandleden. Deze columns verschenen eerder in het Noordhollands Dagblad. In november verschijnt Jan Keizers soloalbum Geef Mij Je Lach.
1974 Bots ziet het licht als afstudeerproject van zanger en tekstschrijver Hans Sanders. Deze vormingswerker aan de Sociale Academie te Eindhoven speelde in jaren zestig enkele jaren in Peter & zijn Rockets en daarna in Dirty Underwear. Hij laat Peter Koelewijn enkele zelfgeschreven nummers van zijn band De Zuid Nederlandse Fanfare horen. Koelewijn is enthousiast en vraagt hem een heel album vol te schrijven.
1975 Onder de bandnaam Bots neemt Sanders in het voorjaar met een stel muzikanten, engineer Janfred Arendsen en producer Peter Koelewijn een album op in de Phonogram Studio in Hilversum. Het resultaat Van Kwaad Tot Erger plaatst Bots meteen in de voorhoede van musici die opereren in het politiek/artistieke strijdperk. Bots zien de mensen op en achter geëngageerde manifestaties graag komen. Ook is Bots, door toedoen van de singles Het Lied Van De Werkende Jeugd em De Man, op televisie te zien. Het album zorgt er voor dat Bots vaak op het podium staat. Ook België toont belangstelling.
1976 Interesse toont ook de DDR. Uit de Internet-biografie van Hans Sanders: 'Tijdens het Festival van het Politieke Lied in Oost-Berlijn draagt de groep het lied 'Zeven dagen lang' op aan de zanger/dichter Wolf Biermann, die dan al tien jaar onder een optreed-verbod gebukt gaat. Het wordt hen niet in dank afgenomen door festival en autoriteiten.' Het nummer Zeven Dagen Lang staat op het in wederom in Hilversum opgenomen album Voor God En Vaderland. Opnieuw treedt Peter Koelewijn als co-producer aan. Zeven Dagen Lang reikt tot de plaats 23 in de hitparade. Tot de thema's van Voor God En Vaderland behoren het Dolle Mina-feminisme, racisme, solidariteit en militarisme. De muziek bevat folk- en popinvloeden.
1977 De link naar Biermann staat geen terugkeer naar het Berlijnse festival in de weg. Bots knoopt er een DDR-tournee aan vast. Sanders zet voor het project Zing In Je Moerstaal het gedicht Rond van Bert Schierbeek op muziek.
1978 Album nummer drie heet Wie Zwijgt Stemt Toe en is eveneens met Koelewijn in Hilversum opgenomen. De Bots-bezetting ondergaat een ingrijpende bezettingswijziging. Sanders en Bongaerts gaan nu de strijd aan met hulp van saxofonist en fluitist Piet Engel en de ritmesectie Peter de Vries (bas) en Frans Meijer (drums). De single Popmuzikant strandt in de tipparade. In samenwerking met leden van de Eindhovense toneelgroep Proloog maakt Bots de musical Barst.
1979 Later werkt Bots met Proloog in Bots Rood Show. Deze muzikale theaterproduktie, goed voor 140.000 gulden overheidssubsidie, staat te encyclopedie als weinig geslaagd, te sjabloon-achtig en pretentieus. De produktie wordt na ongeveer 25 voorstellingen van de weg gehaald. Bots treedt ook op West-Duitsland. Een concert met Nederlandstalige liedjes (!) op het Frankfurtse 'Rock gegen Rechts'-festival opent de deur naar de Duitse markt. Die opening is welkom, want de band is toe aan een nieuwe uitdaging. Bots wordt gevraagd om in het Duits te gaan zingen.
1980 Eerst wordt in de Wisseloord Studio in Hilversum met vaste producer Peter Koelewijn de elpee Je Voelt Pas Nattigheid Als Je Droog Komt Te Staan opgenomen. In de herfst komt de eerste Duitstalige cd uit. Aufstehn bevat verduitste versies van o.a. Zeven Dagen Lang en Ali. Voor de vertalingen staat o.a. de in die tijd bekende undercover-auteur Gunther Wallraff garant. De promotie wordt grondig aangepakt: per vliegtuig bezoekt de band een hoop Westduitse radio-stations.
1981 Ook in Duitsland frequenteren de Brabanders geëngageerde muziekmanifestaties. Het vele toeren legt Bots geen windeieren. Van de tweede Duitstalige elpee Entrustung en diens voorganger Aufstehn worden gezamenlijk meer dan 400.000 stuks verkocht. Het succes kent ook een keerzijde. De enorme werkstress en meningsverschillen vergen hun tol. Bots kent de nodige personeelswisselingen in deze jaren. In deze tijd maken o.a. Broer Bogaart (drums), de teruggekeerde Noudt Jansen (bas) en Kees Buenen (zang, piano, gitaar) deel uit van Bots.
1983 In Rosmalen wordt het derde Duitstalige album Schon Krank opgenomen. Ook nu draagt Wallraff bij aan de teksten. De band is niet van de podia te slaan. In West-Berlijn speelt Bots op het festival Kunstler Fur Den Frieden voor een half miljoen mensen.
1985 Van 1985 tot en met 1988 is Sjoerd van Bommel drummer in Bots.
1986 De release van het wederom Duitstalige Lass Die Sterne Stehen mondt niet uit in veel kassa-handelingen.
1988 Tot midden 1988 is de band veelvuldig in Duitsland te zien.
1990 Op het Free Records Label Free verschijnt in mei het Nederlandstalige album Paradijs, geproduceerd door Sanders en toetsenist/zanger Kees Buenen. Bots treedt in de loop der jaren incidenteel op in Eindhoven, waar Hans Sanders van het bij onze oosterburen verdiende geld een horeca-etablissement heeft gekocht.
1997 Ter gelegenheid van het kampioenschap van voetbalclub PSV bouwt Eindhovenaar Sanders zijn klassieker Zeven Dagen Lang voor de PSV Carnavalsclub om tot Zeven Jaren Lang.
2000 Het nieuwe album Zeven Dagen Lang komt uit.
2001 Bots speelt nog steeds live. De bezetting tijdens het Folkwoods Festival in augustus bestaat naast Sanders en Buenen uit George Koenraad (drums/zang), Erik van Donkersgoed (gitaar/zang) en Anton Wannemakers (basgitaar).
2004 Ter gelegenheid van het dertigjarig bestaan werkt Bots aan een jubileum-dvd.
2005 In januari komt de nieuwe single Je Voelt Pas Nattigheid Als Je Droog Komt Te Staan uit. Bots staat die maand ook zeven avonden in Ahoy' tijdens De Vrienden van Amstel Live. Botsproeven is het eerste album na veertien jaar. Op de cd steekt gastmuzikant Ali B. de klassieker Zeven Dagen Lang in een modern jasje.
2007 Na een lang ziekbed overlijdt zanger/gitarist Hans Sanders op 3 november op 61jarige leeftijd.
1955 Op 17 april wordt Rob Bolland geboren in Port Elizabeth, Zuid-Afrika.
1956 Op 5 augustus volgt broertje Ferdi.
1966 Hun oudere broer Ton leert ze gitaarspelen; zelf maken ze zich de banjo, bas, piano, mondharp en drums eigen. Het jonge talent wordt al snel ontdekt. Als ze respectievelijk elf en tien jaar zijn krijgen Rob en Ferdi een platencontract aangeboden. De wet die kinderarbeid verbiedt gooit echter roet in het eten.
1969 Na een jaar in West-Duitsland te hebben gewoond vestigen de Bollands zich in Den Haag. Met broer Ton beginnen ze de rockband The Swingkickers.
1971 Rob en Ferdi beginnen een duo onder de naam Bolland & Bolland. Ton maakt een aantal singles onder de naam George Riley. Ze sturen een tape met eigen werk naar platenmaatschappij Negram en krijgen een contract aangeboden.
1972 De Bollands spelen hun eerste single Summer Of '71 in het televisieprogramma Voor De Vuist Weg van Willem Duys en het nummer wordt een hit. Twee maanden later volgt de nog grotere hit Wait For The Sun.
1974 In november doet het duo mee aan het World Popular Song Festival in Tokio. Ze bereiken de finale en krijgen een prijs voor hun compositie.
1975 In het voorjaar nemen ze samen met producer Hans van Hemert en arrangeur Harry van Hoof het album Bolland & Bolland op.
1976 De gebroeders Bolland worden tweede bij de Nationale Finale van het Eurovisie Songfestival met het door Hans van Hemert gecomponeerde liedje Souvenir.
1978 Het duo produceert voor het eerst zelf een eigen single Spaceman, dat een top twintig hit wordt. Vanaf dit moment zullen Bolland & Bolland zich steeds meer gaan toeleggen op het componeren voor en produceren van andere artiesten.
1979 Op 1 april tekenen Bolland & Bolland een contract waarmee ze een onafhankelijke productie-eenheid worden binnen platenmaatschappij Bovema/Negram. Sandra Reemer, inmiddels de vriendin van Rob, doet onder de naam Xandra mee aan het Eurovisie Songfestival met een compositie van de gebroeders Bolland, Colorado. De tekst is van Gerard Cox.
1981 Het album The Domino Theory vestigt de naam van Bolland & Bolland in het buitenland, mede dankzij het hitje In The Army Now. In Nederland blijft het nummer overigens in de tipparade steken.
1982 Rob Bolland brengt de solo-single Liverpool Eyes uit.
1985 Samen met de Weense zanger Falco schrijven en produceren de gebroeders Bolland de single Rock Me Amadeus. Het nummer speelt slim in op het succes van speelfilm Amadeus, over het leven van de klassieke componist Wolfgang Amadeus Mozart. De single doet niets in eigen land maar bereikt de eerste plaats in zowel de Amerikaanse als Engelse hitlijsten. Het duo krijgt voor het eerst de Exportprijs.
1986 In Nederland wordt de volgende Falco/Bollands-single Jeanny een nummer een hit, waarna Rock Me Amadeus alsnog de hitparade bestijgt. Status Quo scoort een internationale hit met In The Army Now, een nummer dat Bolland & Bolland vijf jaar eerder schreven. Het duo krijgt voor de tweede keer de Exportprijs (voor het hele repertoire).
1987 De broers ontvangen voor het derde achtereenvolgende jaar de Exportprijs (voor In The Army Now in de uitvoering van Status Quo).
1988 Samantha Fox heeft een grote hit in meerdere Europese landen met het Bolland & Bolland-nummer Love House. De gebroeders Bolland krijgen voor de vierde keer de Conamus Exportprijs als bestverkopende Nederlanders over de landsgrenzen, en vestigen daarmee een record.
1989 Bolland & Bolland brengen voor het eerst sinds jaren weer eens een single onder eigen naam uit, The Wall Came Tumbling Down, dat begin '90 in de hitparade belandt. Opnieuw krijgen de broers van Conamus de Exportprijs.
1991 Er verschijnen twee platen van de broers: Dream Factory en The Bolland Project. Op het laatstgenoemde album doen vele gasten mee, waaronder Suzi Quatro en Colin Bluntstone
1995 De plaat Pure verschijnt.
1997 Bolland & Bolland spelen slim in op de rage van jongens- en meidengroepen met het lanceren van B.E.D. (Welles verliefd geweest), Wow! (Keer op keer) en O Die 3 (Jongens). Het zijn typische producers-acts: het duo selecteert de zangers- en zangeressen en produceert de liedjes. De drie projecten zijn succesvol: ze halen allemaal de hitparade. Tussen de bedrijven door produceren ze ook enkele nummers voor Gerard Joling en zijn ze veelvuldig in de media te bewonderen.
1998 Bolland & Bolland laten een andere kant zien met het schrijven en produceren van Daniellas Daze (100% Jesus), een Alanis Morrisette-achtige rock-act. Ook schrijft het duo drie nummers voor de plaat Smoke On The Water Rock 'n' Rap Extravaganza van Ian Gillan & Ray Slijngaard. Tevens leveren de broers enkele nummers aan voor de soundtrack van de Nederlandse jeugdfilm Abeltje.
1999 Bolland & Bolland tekenen voor de productie van het debuutalbum van David Vermeulen, de zoon van Hans (Sandy Coast, Rainbow Train).
2000 In Oostenrijk wordt de single Rock Me Amadeus door het publiek gekozen tot Plaat Van De Eeuw. De broers spelen zichzelf in een film over Falco. Ze tekenen ook voor de soundtrack. Bolland & Bolland bedenken de groep Follow That Dream voor de televisieserie Alles Voor De Band op de commerciële zender RTL4. Ex-Dolly Dots-zangeres Patty Zomers verzorgt de restyling van bandleden. De single Follow That Dream behaalt de 13e plaats in de Top 40. Voor de film Babs schrijven de broers twaalf nummers. Rob speelt ook nog een rol in deze muzikale komedie. Naar aanleiding van de Duitse musical Falco Meets Amadeus benadert Joop van den Ende de gebroeders Bolland voor de musical 3 Musketiers. Rob en Ferdi Bolland schrijven in tweeëneenhalf jaar 80 liedjes waarvan er uiteindelijk 23 in de musical terechtkomen. De arrangementen zijn van de Amerikaanse componist en dirigent Paul Bogaev.
2001 - 2002 De broers werken steeds meer afzonderlijk en geleidelijk aan ontstaat er een breuk. Ferdi Bolland gaat samenwerken met zijn vrouw en is onder meer verantwoordelijk voor de arrangementen van de liedjes in de musicalfilm Ja Zuster Nee Zuster. Rob Bolland manifesteert zich ondermeer als kunstschilder.
2003 3 Musketiers gaat op 30 maart in het Luxor Theater te Rotterdam in première. In de cast zitten onder meer Pia Douwes en Henk Poort. Het script is geschreven André Breedland. In oktober exposeert Rob Bolland zijn schilderijen in De Brood Galerie te Amsterdam.
2004 De gebroeders Bolland zijn weer gezamenlijk in het openbaar te zien, ondermeer in juni als gasten in het komische tv-programma Weltevreden Op 10 en later in het jaar bij Popquiz a Go Go.
2005 Rob Bolland zingt twee liedjes tijdens de Haagse Beatnach op Parkpop: In The Army Now en Amadeus.
Bob Scholte (Amsterdam, 21 februari 1902 - Amsterdam, 3 november 1983) was een Joods-Nederlandse zanger.
Scholte werd ontdekt door Jules Monasch, die hem in contact bracht met Bram Godschalk. Na zijn lagere schooltijd werd besloten dat Scholte voorzanger zou worden in een synagoge. Hij heeft om deze reden enige tijd lessen gevolgd op het Joods Seminarium, echter voorzanger is hij nooit geworden.
Zijn eigenlijke artiestenloopbaan begon toen hij in 1916 van Nap de la Mar een kinderrol aangeboden in de operette De Marskramer; als klein kind heeft hij vele optredens gedaan in het Tip-Top Theater in de Jodenbreestraat.
In 1931 trad Scholte in dienst van de AVRO. Bij het orkest van Kovacs Lajos kreeg hij nationale bekendheid met de liedjes Oh Monah, Goedenacht en welterusten, Een huis met een tuintje en We gaan naar Rome. Hij was regelmatig medewerker aan de Bonte Dinsdagavondtrein.
In de Tweede Wereldoorlog overleefde Bob als enige van zijn gezin en overige familie het concentratiekamp Auschwitz.
Na de oorlog hervatte Scholte zijn loopbaan met hoofdzakelijk Joodse liederen. Ook was hij, net zoals Sylvain Poons medewerker aan het in die tijd zeer gewaardeerde programma van Wim Ibo Waar blijft de tijd.
Een van de vele onderscheidingen die Bob Scholte kreeg uitgereikt was de Gouden Harp (1966).
Andreas Gerardus (André) Hazes (Amsterdam, 30 juni 1951 - Woerden, 23 september 2004) was een Nederlandse zanger die vanaf de late jaren 1970 populair was met zijn eigentijdse vorm van het levenslied. Tot zijn grootste hits behoren: Eenzame kerst (1976), Een beetje verliefd (1981), Ik meen 't (1985) en Wij houden van Oranje (1988). Hij bracht minstens 300 verschillende nummers uit, op 36 albums (exclusief compilatie-albums).[1] Ook begaf hij zich - zij het kortstondig - in de gemeentepolitiek (2002).
Eerste stappen André Hazes werd geboren in de Gerard Doustraat te Amsterdam, en bracht zijn jeugd door in de volkswijk De Pijp. Vanaf jonge leeftijd hield hij van muziek - vooral van blues en rock-'n-roll. Op achtjarige leeftijd zag hij een optreden van BB King. De basis voor een grote liefde voor blues was gelegd.
Zijn zangtalent werd op 5 mei 1959 ontdekt door Johnny Kraaykamp sr., toen André op de Albert Cuypmarkt stond te zingen, omdat hij geld wou verdienen voor een cadeau voor zijn moeder. Hierna werd hij door Kraaykamp als kindsterretje gelanceerd in het televisieprogramma AVRO's weekendshow. Er werd een single (Droomschip) uitgebracht maar de kleine Hazes brak niet door.
In 1976 werd Hazes voor de tweede keer ontdekt; deze keer door Willy Alberti. Nadat hij eerder aan de kost was gekomen als fabrieksarbeider, lichtmatroos, boekbinder, bloemenbesteller, fietsenmaker, schoorsteenveger, slagersknecht, bouwvakker, grondwerker, sloper, diskjockey, marktkoopman en kelner, werkte Hazes op dat moment als barkeeper. Zingen beschouwde hij als hobby. Door bemiddeling van Alberti verscheen er een single van het liedje Eenzame Kerst, dat Hazes samen met zijn neef Tonny le Roy schreef. De plaat werd prompt een grote hit. De opvolgers Mamma en De Vlieger waren bescheiden successen.
Gewoon André Platenmaatschappij Philips had grote plannen met Hazes. Hazes kon zich in die plannen niet vinden en werd weer fulltime barkeeper. Zo pachtte hij korte tijd een café in het Utrechtse dorp Schalkwijk. In 1980 kreeg hij bij platenmaatschappij EMI de kans om muziek op te nemen waar hij zelf achter stond. Onder leiding van producer Tim Griek werd de single 'n Vriend opgenomen. Het nummer werd een succes en de carrière van Hazes als eigentijdse levenspopartiest was begonnen. Een jaar later groeide hij met de single Een beetje verliefd en het bijbehorende album Gewoon André in korte tijd uit tot een superster. Hij maakte de reputatie in de jaren die volgden waar door een grote reeks hitsingles, discotheekoptredens en Ahoy'-gala's. In 1984 had hij bij de VARA korte tijd een eigen televisieserie: het overigens niet bijster populaire Zoals u wenst mevrouw. Vanaf 1988 scoorde hij regelmatig hits met lofzangen op het Nederlandse nationale voetbalelftal.
In februari 1988 kwam Tim Griek om het leven bij een verkeersongeval. Hazes droeg het album Liefde, leven, geven aan hem op.
In 1989 was Hazes 10 jaar aan zijn platenmaatschappij EMI verbonden. Hij mocht als dank kiezen uit of een zeilboot of het opnemen van een plaat naar eigen smaak. Het resultaat, het album Dit is wat ik wil, is een blues- en rock-'n-rollplaat waarop gevestigde namen als Kaz Lux, Herman Brood en Jan Akkerman gastrollen vervullen.
Zij gelooft in mij In de loop van de jaren negentig consolideerde Hazes zijn succes onder leiding van zijn nieuwe producers Jacques Verburgt en John van de Ven ("Sjaak en Sjon"). Hij kwam daarnaast steeds vaker in het nieuws vanwege de funeste invloed die zijn levenswijze op zijn gezondheid had; Hazes werd een paar keer in het ziekenhuis opgenomen. Met name onder roddeljournalisten werd het steeds populairder om Hazes als een drankorgel af te schilderen. Zelf gaf hij te kennen dat hij zich wel eens ergerde aan vertegenwoordigers van de pers die, na een avond op Hazes' kosten te hebben gefeest, stomdronken de door Hazes bekostigde bus inklauterden, om de volgende dag honend te berichten hoeveel bier Hazes die avond weer op had.
In 1999 kende de carrière van Hazes de zoveelste opleving door zijn rol als altijd-gewoon-gebleven artiest in een reclamespotje voor knakworstjes en door een daar sterk op gelijkende documentaire van John Appel, getiteld Zij gelooft in mij. De film liet Hazes zien als een constant door onzekerheid geplaagde artiest die in tijden van spanning een grote belasting voor zijn omgeving vormde. De huwelijksperikelen die hiervan het gevolg waren, doken regelmatig op in de roddelpers, waarin Hazes nu behalve als drankorgel ook als slechte echtgenoot werd afgeschilderd.
Op 9 juni 2001 werd de eerste website van Hazes opgezet. Le Plas Digitaal werd een interactieve site met speciaal geschoten foto's van Hazes in zijn stamkroeg de Plashoeve in Vinkeveen. De opening werd daar ook gehouden (door Edwin Evers) en er was zelfs een mogelijkheid om met Hazes te chatten. Ondanks het succes van de site, was de zanger minder digitaal te noemen.
In 2002 maakte Hazes een korte politieke carrière door: hij verwierf dat jaar een gemeenteraadszetel in de gemeente De Ronde Venen voor de partij Ronde Venen Belang. Constante kritiek van andere fracties leidde ertoe dat Hazes in juni 2002 vlak voor aanvang van een vergadering mentaal instortte. Enige dagen later stelde hij zijn zetel ter beschikking.
In 2003 leidden Hazes' relatieproblemen tot het uitstellen van zijn geplande concertreeks in Ahoy'. In hetzelfde jaar vierde hij wel zijn zilveren jubileum in de Arena in Amsterdam.
Sinds mei 2004 had Hazes last van zijn gehoor. Hij hoorde een permanente ruis in zijn oor en kon zichzelf niet meer horen spreken. Vanwege deze problemen moest hij een aantal concerten afzeggen. Op dinsdag 21 september werd Hazes met hoge koorts en benauwdheid opgenomen in het ziekenhuis Hofpoort te Woerden. Twee dagen later (op 23 september 2004) overleed hij in datzelfde ziekenhuis na twee hartinfarcten en een hartstilstand.
Hazes is drie keer getrouwd geweest. De laatste maal met Rachel Hazes en had twee dochters, waaronder (Roxeanne Hazes) en twee zonen, onder wie Dré junior.
Afscheid Op 27 september woonden ongeveer 48.000 mensen een afscheidsceremonie voor de zanger bij in de Amsterdam ArenA. Hazes had op die plek zijn afscheidsconcert willen geven. Het eerbetoon werd uitgezonden door de TROS en VTM en trok ongeveer 6 miljoen kijkers, waarvan 1 miljoen uit Vlaanderen.
In aanwezigheid van Hazes' nabestaanden en met zijn kist op de middenstip van het voetbalveld leidde Ajax-stadionspeaker Wim Bohnenn een ceremonie die bestond uit toespraken en optredens van Nederlandse artiesten. Trijntje Oosterhuis, op 17 september bevallen van een zoon, zong het lied dat Hazes ooit aan zijn zoontje Melvin opdroeg: Kleine jongen. Guus Meeuwis zong Geef mij je angst. René Froger deed zijn aandeel met Hazes' emotionele Bloed, Zweet, en Tranen. Paul de Leeuw hield een emotionele toespraak die hij beëindigde met een stukje zang van het nummer Droomland een duet van hem en Hazes. De band Hollywood Boulevard, jarenlang Hazes' vaste begeleiders bij concerten, loste een belofte in die bandleider Jan Buis aan Hazes had gedaan: ze speelden Still got the blues van Gary Moore. Tot de sprekers behoorden: burgemeester Job Cohen van de gemeente Amsterdam, Hazes' idool Johan Cruijff, producers Sjaak en Sjon, schoonvader Jan van Galen en Hazes' zoon Dré jr.
De afscheidsceremonie werd afgesloten door een rondgang van de kist door de Amsterdam ArenA, begeleid door Xander de Buisonjé, die het nummer Zij gelooft in mij bracht. André Hazes verliet de Arena door een erehaag van Ajax supporters van de F-side die Bengaals vuur ontstaken.
De single Zij gelooft in mij werd op 29 september opnieuw uitgebracht en leverde Hazes al in de voorverkoop zijn vijfde nummer 1-hit op. Het is echter wel zijn eerste nummer 1-hit in de Nederlandse Top 40. Eerder stonden Eenzame Kerst, Diep In Mijn Hart, Ik Meen 't en Wij Houden Van Oranje bovenaan in de Nationale Hitparade.
Op 23 september 2005 werd een deel van zijn as met tien vuurpijlen de lucht in geschoten op het strand van Hoek van Holland, dit conform de wens van de zanger. Deze gebeurtenis werd opnieuw live uitgezonden door de TROS. Op dezelfde dag werd ook zijn standbeeld onthuld in de Pijp, Amsterdam.
Na zijn dood Na de dood van Hazes scoorde hij postuum grote hits in de Nederlandse hitparades. Nadat Zij gelooft in mij op nummer 1 terecht, werden ook Vaag en stil en Wij houden van Oranje top 3 hits. In het voorjaar van 2007 scoort Hazes opnieuw een nummer 1-hit. Het duet Blijf bij mij met Gerard Joling kwam op nummer 3 binnen in de Nederlandse Top 40 en bleef daarna maar liefst 11 weken op nummer 1 staan.
In oktober 2007 kwam RTL met het tv-programma In duet met Hazes, waarin bekende Nederlanders samen met de overleden volkszanger een liedje zongen. Deze 14 duetten verschijnen dan op de cd Samen met Dré, die op 5 november uitkwam. De eerste single van het album wordt Bedankt mijn vriend, waarop Hazes met zijn zoon Dré Junior zingt. De tweede single is het opnieuw uitgebrachte Wees zuinig op mijn meissie, die hij samen met zijn dochter Roxeanne zingt.
De eerste Nederlandse beatband, tussen 1963 en 1966 zeer populair dankzij een wervelende show en hits zoals Dracula, Ik Heb Genoeg Van Jou en Sloppin' In Las Vegas.
1963 ZZ alias Bob Bouber (pseudoniem van Boris Blom) richt de band eind 1962 op. 'Hij koos uit een aantal orkesten de beste mannen,' zo heet het in promotiemateriaal uit 1964. De gebroeders De Hont komen uit The Apron Strings (met Rob de Nijs als zanger), De Groot speelt in Los Sylvains en Otting in The Heralds. Bouber, kleinzoon van volkstoneelspelers Herman en Aaf Bouber, is wat je noemt een duizendpoot. Voordat hij de band opricht is hij toneelkapper, keeper bij het A-elftal van DWS, toneelspeler en tegen wil en dank is hij een tijdje directeur van de eerste Nederlandse cabaretopleiding. Op 4 augustus 1963 vindt het eerste officiële optreden plaats in het Scheveningse Kurhaus, als voorprogramma in de Chubby Checker-show. Omdat er al een Jan in de band zit maakt Jan Otting gebruik van de naam Ador Otting.
1964 Met de debuutsingle Dracula breekt de band meteen nationaal door, dankzij een optreden in Willem Duys' televisieprogramma Voor De Vuist Weg. Muzikaal oriënteert de band zich vanaf het begin op de nieuwe muziek uit Liverpool en Londen. De tekst van Dracula steekt met kop en schouder uit boven wat er in die vroegste jaren van de beatexplosie uit Engeland komt. ('Het hoofdgerecht van kraakbeensnippers klaargestoofd in keldervocht, licht-geroosterd door de adem van een monsterlijk gedrocht.') De theaterachtergrond van Bouber bepaalt in belangrijke mate de presentatie van de band. Inspiratie voor de live-act doet de band onder meer op bij de Engelse Screaming Lord Sutch en Johnny Halliday.
1965 ZZ en de Maskers moet in veel opzichten worden beschouwd als pionier van de Nederlandse popcultuur. De bandleden introduceren in Nederland de nieuwe, gewaagde langhaarmode. Al in de vroege jaren werken zij met een lichtshow. Gitarist Jan de Hont maakt als eerste Nederlandse gitarist gebruik van feedback (op plaat te horen in Three's A Crowd). In juni 1965 tijdens een van de tournees door Engeland ziet de band een optreden van The Who in The Marquee. Onder de indruk van de muziek en het imago laten zij de broer van de organist, kapper Kees Otting, overkomen. Nog tijdens de tournee krijgen de bandleden een kort modkapsel, dit tot teleurstelling en verwarring van de honderden trouwe fans die de band op Schiphol welkom heten. Immers heeft Bouber zich in de publiciteit herhaaldelijk opgeworpen als beschermheer van de langharige jeugd. 1965 is het topjaar voor De Maskers. In het begin van het jaar hebben zij hun grootste hit met Ik Heb Genoeg Van Jou. Verder nemen zij twee singles op met twistkoning Chubby Checker (Slopping In Las Vegas en Baby Baby Balla Balla). De eerste langspeler van ZZ en de Maskers krijgt een Edison. Op het persoonlijke vlak botert het echter niet tussen de wat oudere Bob Bouber (geboren op 6 september 1935) en de rest van de band. De act van De Maskers alleen komt steeds losser te staan van de optredens als begeleiders van ZZ. In de loop van het jaar verlaat Bouber de groep en werpt hij zich op een nieuw project: Het. In oktober hebben De Maskers zonder ZZ een hit met een ruige uitvoering van Vince Taylors Brand New Cadillac.
1966 Na de twee 'popart'-singles Three's A Crowd en Brand New Cadillac concentreren De Maskers zich op het spelen van rhythm & blues.
1967 Met de komst van drummer Frans Smit in 1967 maakt de band opnieuw een ommezwaai: onder invloed van groepen zoals The Nice leggen De Maskers zich toe op wat later 'progressieve rock' zou gaan heten. Het publiek verwacht echter nog steeds Dracula of Shadows-achtige deuntjes zoals La Comparsa, en het succes blijft uit.
1969 Jan de Hont verlaat de band in 1969. In dat jaar neemt de band nogmaals een single op met Chubby Checker (For You For Me For You). De nieuwe vaste zanger wordt Johnny Kendall (Johan Donkerkaat), waarmee de band nog enkele jaren blijft spelen als nachtcluborkest.
1973 - 2002 De Maskers vallen uit elkaar. Gitarist Jan de Hont blijft een sleutelfiguur in de Nederlandse popmuziek. Hij doet studiowerk voor onder andere The Cats. Tussen 1973 en 1980 begeleidt hij Freek de Jonge en Bram Vermeulen en later zit hij in Vermeulens band De Toekomst. In 1985 komen de Maskers weer bij elkaar om op te treden op nostalgische jaren zestig-festivals. De band brengt in eigen beheer de LP You Only Live Twice uit. In 1986 zit De Hont in The Magnificent Seven. In de loop der jaren maakt hij verschillende platen met Jan Rot. In 1997 neemt De Hont met Boudewijn de Groot de cd Een Nieuwe Herfst op en begeleidt hij zijn generatiegenoot op een succesvolle tournee. Bob Bouber blijft tot in de jaren zeventig actief in de populaire muziek. Behalve zijn bemoeienissen met Het (dat later overgaat in Pocomania), maakt hij nog een aantal soloplaten. Zijn grootste hit is Voor Niets, dat in 1976 een derde plaats haalt. Onmiddellijk na zijn tijd met De Maskers herneemt Bouber zijn theater- en showactiviteiten, als regisseur, impresario en acteur. Dat laatste onder andere in de televisieserie De Dynastie der Kleine Luyden. Sinds halverwege jaren zeventig heeft hij samen met zijn echtgenote een dans-impresariaat in Amsterdam. In de jaren tachtig komen De Maskers bij elkaar voor een reünie. Naast Ad en Jan de Hont bestaat de groep dan uit Ador Otting, Erik Mooijman en Frans Hendriks (later vervangen door Hennie Haagsma). De groep maakt in 1986 het album You Only Live Twice en de single Dreamlover. In 2002 touren Jan en Hans de Hont en Jaap de Groot door Nederland om hun album De Maskers On Tour te promoten.
2004 Ron Bijtelaar speelde als basgitarist/gitarist in The Hunters, Blue Diamonds, Gingerale en thans bij ZZ & de Maskers . Bijtelaar heeft nu een autobiografie geschreven waarin hij terugkijkt op zijn muzikale loopbaan. In het boek - 'Ik heb ze NOOIT meer teruggezien'
Will Tura, pseudoniem van Arthur Blanckaert (Veurne, 2 augustus 1940) is een Belgische zanger, muzikant, liedjesschrijver en ridder.
Will Tura scoorde zijn eerste hit in 1963 met Eenzaam zonder jou. Vele hits volgden, van kleinkunst en chanson tot vrolijke Nederlandse pop van "Sinatra-achtige dingen" tot gospel, rock-'n-roll en country en zelfs een streepje rap.
In 1984, maakte hij een tribuutalbum aan Elvis Presley en in 1992 maakte hij het West-Vlaams rapnummer "Moa vent toch". Hetzelfde jaar bracht hij zijn eerste Tura in Symfonie waar hij zong met een symfonieorkest.
In 1990 brachten verschillende Vlaamse rockartiesten het album Turalura uit, met allemaal covers van Tura-songs.
In 1993 zong Will Tura het lied "Hoop doet leven" op de begrafenis van Koning Boudewijn. In 2001 werd hij door Koning Albert II geridderd.
Wil Tura bleef componeren en albums uitbrengen. Zijn concerten trokken na al die jaren nog steeds volle zalen. In 2002 maakte Tura zijn "mooiste droom" waar, hij nam in Londen een album op met de London Philharmonic Orchestra. Alle nummers waren door Tura zelf gecomponeerd.
In 2005 vierden de Vlaamse media uitgebreid de 65ste verjaardag van Will Tura, onder andere met de cd Viva Tura.
In 2007 viert Tura zijn vijftigjarige carrière. Hij doet dat met twee symfonische concerten met het Vlaams Radio Orkest in Vorst Nationaal. In 2006 was het album "Dank U, Vlaanderen" al verschenen, waarop hij een aantal van zijn bekende nummers en andere Vlaamse klassiekers opnieuw opneemt met het VRO.
Medio 2007 raakte bekend dat Will Tura de gouden erepenning van het Vlaams Parlement voor het genre lichte Vlaamse muziek krijgt toegewezen
Will Tura heeft een cameo in het Suske en Wiskealbum "De Krimson-crisis" waarin hij een van de Bekende Vlamingen is die meevecht tegen Krimson. In 2005 werd hij genomineerd voor de titel De Grootste Belg, maar eindigde op nr. 46 buiten de officiële nominatielijst. Zijn nummer "Ik mis je zo" won in 2007 de wedstrijd Zo is er maar één op één. Het lied werd gebracht door Udo.
Petrus Antonius Laurentius 'Pierre' Kartner (Elst (Gelderland), 11 april 1935) is een Nederlandse zanger, componist en producer van amusementsliedjes. Hij was de grote man achter het succes van talloze artiesten in het levensliedgenre. Hij woont in Breda.
Pierre Kartner won zijn eerste talentenjacht toen hij acht jaar oud was. Zijn grote doorbraak kwam onder de naam Vader Abraham met het Smurfenlied in het Schlagerfestival. Dit lied ging over de blauwe stripfiguren, de smurfen. Wereldwijd verkocht hij van het Smurfenlied meer dan 25 miljoen platen. Ruim 250 artiesten coverden zijn hit 'Het kleine café aan de haven'. Een andere bekende hit was 'Wij zijn de Wuppies'. Over de Wuppies heeft Kartner nog de nodige rechtszaken gevoerd. Albert Heijn en Johan Vlemmix die rond het WK van 2006 een Wuppie actie en Wuppie lied hadden werden voor de rechter gedaagd. Ook Ome Henk kreeg het te verduren met zijn parodie "Vader Asobram en de Wuppies - Hee ouwe lul". Kartner berekende zelf dat ongeveer 2 miljard mensen hem ondertussen moeten kennen[1].
Jonge jaren Kartner is geboren op het station van Elst, als zoon van de stationschef. Hij werkte in een chocoladefabriek als chocoladegieter in Hoboken (Antwerpen), een baan waarmee hij zo weinig verdiende, dat hij soms chocolade morste op zijn overall om er thuis hagelslag van te maken voor zijn zoontje. Verder werkte hij als banketbakker en had een patatkraam.
In de jaren zestig deed Kartner ervaring op als artiest in het trio The Lettersets. Na het uiteenvallen van die groep was Pierre een tijdje plugger voor platenmaatschappij Negram. Vervolgens werkte hij vanaf omstreeks 1967 voor die maatschappij als producer.
Onder namen als Pierre, Lord Wanhoop, The Headlines, The Lettersets, Het Rood-Wit-Blauw Trio, De Aardmannetjes, Los Vastos, Pierre en zijn Pietjes, Nol en Marie, De Uilen en Duo X (samen met Annie de Reuver) produceerde hij talloze platen voor het Dureco- en Elf Provinciën-label waarop hij vaak zelf de zang verzorgde. Ook probeerde hij artiesten als Willemien, Joke en Ben en De Kermisklanten aan een doorbraak te helpen. Het leverde enkele bescheiden succesjes op, maar de grote klapper maakte hij pas in 1970 toen de door hem ontdekte Corry en de Rekels wekenlang in de hoogste regionen van de hitlijst stonden met zijn compositie Huilen is voor jou te laat. Het plaatje bleef jarenlang de best verkochte Nederlandse single tot Marco Borsato het verkoopsucces in 1994 overtrof met Dromen zijn bedrog.
Na het succes van Huilen is voor jou te laat lijkt elke plaat waarmee Pierre zich als producer, tekstschrijver of componist bemoeit onvermijdelijk tot succes te leiden. In de loop van de jaren zeventig was hij de man achter onder meer Ben Cramer (De clown), Jacques Herb (Manuela) en Wilma (Zou het erg zijn lieve opa). Kartner schreef ook de Nederlandse inzending voor het Eurovisie Songfestival van 1973, De oude muzikant, gezongen door Ben Cramer.
"Vader Abraham" Met de carnavalskraker Vader Abraham had zeven zonen werd intussen ook de figuur 'Vader Abraham' geboren. Bij het eerste televisieoptreden bestond de in de haast bij elkaar geroepen groep van 'Zeven zonen' nog uit vijf mannen en twee (verklede) vrouwen. Hierna werd de groep Vader Abraham En Zijn Goede Zonen gedoopt en vanaf dat moment begeleidden Ad Nijkamp, Ben van Dongen, Bram Stukje en Hans Lauwe Pierre Kartner. Ze scoren een reeks van top 10-hits als Pootje Baaien, Jij En Ik Blijven Bestaan, Vader Abraham Had 7 Zonen, Olleke Bolleke en Uche Uche Uche. De groep viel door financiële perikelen rond 1973 uiteen, waarna Ad Nijkamp als enige 'Goede zoon' overbleef en het management rond Pierre Kartner op zich nam. Op dat moment stond ook De Vader Abraham Show o.a. in het Rotterdamse Ahoy. Daarin traden o.a. Jacques Herb, De Kermisklanten, Ben Cramer, De Gebroeders Brouwer, Mieke en Het Vader Abraham Showorkest op.
Kartner had ook solo-hits als Vader Abraham met o.a. Het kleine café aan de haven en Het smurfenlied. Beide liederen waren internationaal succesvol. Het kleine café aan de haven geldt tegenwoordig onder de titel The Red Rose Café internationaal als een evergreen.
Vanaf de late jaren tachtig werd Kartners succes minder vanzelfsprekend. Hoewel zijn successen uit de jaren zeventig hem tot een graag geziene gast in het Nederlandse schnabbelcircuit maken, lukte het hem niet meer om grote hits te scoren. Kartner wijt dit in de eerste plaats aan de onwil van gevestigde media om aandacht aan zijn werk te besteden. In dit verband wijst hij er graag op dat hij bijvoorbeeld in Mexico veel serieuzer wordt genomen. Daar kreeg hij in 1983 de staatsprijs voor de populairste artiest in Mexico toegekend.
Rechts Ook in de jaren '70 bleek overigens al dat Kartner bij een bepaald deel van de smaakmakers op tv en pers niet erg geliefd was, namelijk toen hij uitspraken deed over de hoge Nederlandse belastingen. Kartner werd als een 'rechtse' artiest gezien en dat was in de gepolariseerde jaren zeventig al snel aanleiding tot kritiek binnen de over het algemeen 'linkse' kleinkunstwereld. Zo kwam op 16 februari 2002 de single "Wimmetje gaat, Pimmetje komt" uit waarin Kartner samen met Pim Fortuyn een duet zingt. Het werd een bescheiden hit en kwam tot positie 88 in de Single Top 100.
Andere single-weetjes In 1992 verscheen er een single van de 7 Sons met de titel Vater Abraham Ist Tot, een parodie op James Brown Is Dead van L.A. Style; In 2004 verscheen Kartner in een door HP/De Tijd georganiseerde verkiezing van de 'ergste Nederlander'. Hij kwam op een gedeelde tiende plaats samen met Harry Mulisch; In 2005 bracht Vader Abraham zijn Smurfenlied opnieuw uit in België, samen met de groep Dynamite. Het nummer werd een succes en kwam tot de dertiende plaats in de Belgische hitparade; In 2007 schreef en zong hij (als bekende inwoner van Breda) het lied Breda jij bent de mijne, ik blijf de jouwe, speciaal voor de opening van de Haven (Breda) op 30 juni en 1 juli 2007 in Breda Centrum.
"Nog drie jaar" Op 26 mei 2007 liet Kartner via het Vlaamse Het Laatste Nieuws weten dat hij nog drie jaar, dus tot zijn vijfenzeventigste zal blijven zingen: "Ik heb veel gegeven, maar ik besef dat ik toch eens wat meer thuis zou moeten zijn. Voor mijn vrouw".
Tienerzangeres die op 15-jarige leeftijd het Cabaret der Onbekenden wint, in korte tijd een aantal hits scoort en op haar twintigste haar carrière opgeeft voor haar gezin. In de jaren '80 scoort ze nog een hitje maar maakt geen echte come-back.
1947 Trea van der Schoot wordt geboren in Eindhoven. Als kleuter van vijf verrast ze haar ouders met Olga Lowina-imitaties vanuit de wc omdat het daar het beste galmt.
1955 Van der Schoot wil zangeres worden, mede omdat haar vriendin Annelies een grammofoonplaatje heeft gemaakt en razend populair is bij de jongens.
1960 De dertienjarige Van der Schoot neemt regelmatig deel aan talentenjachten en verzamelt in snel tempo een reeks prijsbekers.
1962 Net van school behaalt Van der Schoot de vierde plaats op de talentenjacht Cabaret der Onbekenden, waarbij Annelies haar begeleidt op gitaar.
1963 In het Carlton behaalt Van der Schoot de finaleplaats in het Cabaret der Onbekenden met haar vertolking van Fiesta Braziliana. Ze krijgt een platencontract aangeboden door Phonogram. De zestienjarige zangeres brengt haar eerste plaatje uit, Cassanova Bacciami, een vrolijk deuntje van Duitse origine. Haar eerste singles verkopen goed en Van der Schoot maakt haar tv-debuut in het AVRO-programma Rooster. De derde single Parel Van De Zuidzee bereikt de hitparade en de pers spreekt over een groot talent in de lijn van Corry Brokken en Anneke Grönloh.
1964 De single Niemand Zal Mijn Tranen Zien wordt opgemerkt door Caterina Valente die besluit de jonge zangeres een handje te helpen. Van der Schoot vertrekt naar Berlijn om onder leiding van Valente's echtgenoot Eric von Aro haar eerste Duitstalige plaat op te nemen. Het VARA-orkest The Ramblers stellen Van der Schoot aan als vaste vocaliste in de wekelijkse radio-uitzendingen van The Ramblers Hitparade. Impresario Lou van Rees neemt de zangeres op in zijn ploeg voor het Knokke-festival. Het meisjesteam bestaande uit Willeke Alberti, Ilonka Biluska, Rita Hovink, Shirley Zweerus en Van der Schoot bereikt de eerste plaats. Door haar toenemende populariteit in Duitsland en de onoverkomelijke uitspraakproblemen met haar naam, verandert Van der Schoot haar achternaam in Dobbs, naar een overleden clown uit de circusfamilie van Valente. Dobbs vertrekt naar de Deutsche Schlagerfestspiele in Baden-Baden, vergezeld van Rob de Nijs. De samenwerking resulteert in een aantal duetten in het Duits en Nederlands maar de belangstelling daarvoor is minder dan voor Dobbs soloplaten. In oktober is Dobbs een van de hoofdpersonen in TV-Magazine, een serie tienershows van de VARA. Deze mini-musicals spelen zich steeds af op de redactie van een tijdschrift en rondom een bepaald thema. Eind van het jaar is de zangeres voor het eerst te gast op het Grand Gala du Disque.
1965 Dobbs blijft haar internationale repertoire uitbouwen. Haar versies van The Wedding en You've Lost That Loving Feeling weten concurrenten als Julie Rogers en Cilla Black op een afstand te houden. In het voorjaar komt Dobbs uit in de Nederlandse voorronde voor het Eurovisie Songfestival met het liedje Ploem Ploem Jenka geschreven door Pieter Goemans. Het liedje wordt niet gekozen voor de Europese finale, maar ontketent wel een rage en wordt een tophit. Het debuutalbum De Songwereld Van Dobbs verschijnt.
1966 Dobbs weet zich in de populariteitspolls staande te houden tussen de opkomende beatgroepen en de Britse bands. De singles Marmer, Staal En Steen Vergaan en Love's Just A Broken Heart verschijnen. Dobbs krijgt haar eigen VARA TV-show Licht Op Trea en treedt op in de Caterina Valente-show en de Rob de Nijs Show.
1967 Dobbs trouwt met orkestleider/pianist Harry van Hoof en reist af naar het songfestival in Sopot (Polen) waar de internationale pers haar naar aanleiding van het Cole Porter-liedje It's Allright With Me uitroept tot de ster van het festival.
1968 Dobbs is een aantal malen gastpresentatrice van het TV-programma Tien Tien en wordt door René Sleeswijk naar voren geschoven als de leading lady van de Sleeswijk Revue. Ze brengt een tour de chant met nummers in diverse talen en speelt scènes uit de musical Calamity Jane. In een poging het tiener-publiek vast te houden verschijnt de single Was Jij Maar In Lutjebroek Gebleven. Daarna besluit de zangeres een punt te zetten achter haar carrière om zich te wijden aan haar gezin.
1970 In de jaren '70 kampt Trea Dobbs met een aantal tegenslagen in haar privéleven waar vooral de sensatiebladen gretig op ingaan. Na een ontwenningskuur wordt ze bedrijfsleidster van een kledingboetiek in Maarheeze.
1981 Dobbs pakt de draad weer op. De single Laat 't Niet Verder Meer Gaan verschijnt.
1982 De single Morgen Dan Gaat 't Weer Beter verschijnt.
1986 Dobbs maakt een voorzichtige comeback in de hitlijsten met de single Een Kus Van U, Meneer.
1994 Er verschijnt een compilatie-album van Trea Dobbs. Ze treedt nog regelmatig op en plant met haar nieuwe levenspartner Hans Mortèl een nieuwe comeback.
1997 Het nieuwe album van Dobbs gaat Ik Wil Alles Voor Je Doen heten.
2003 In een aflevering van de tv-serie Single Luck van Tonko Dop vertelt Dobbs over haar hit Ploem Ploem Jenka uit 1965 dat ze het nog steeds de domste tekst vindt die ze ooit heeft gezongen.
Jean-Baptiste Thielemans (Brussel, 29 april 1922), beter bekend als Toots Thielemans, is een Belgisch jazzmuzikant. Hij is in 2001 door Koning Albert II tot baron verheven.
Thielemans speelde al vanaf zijn derde jaar accordeon. Op zijn 17e ontdekte hij de mondharmonica; daarnaast speelt hij gitaar. Zijn bijnaam Toots is afkomstig van de muzikanten Toots Mondello en Toots Caramata. In 1951 maakte hij als gitarist deel uit van de begeleidingsband van Bobbejaan Schoepen. In 1952 emigreerde hij naar de Verenigde Staten, waar hij in de band van Charlie Parker en het kwintet van George Shearing speelde.
Thielemans werd tijdens de Duitse bezetting gegrepen door de jazz, en wordt door velen als een van de grootste jazzmusici gezien. Hij heeft samengewerkt met onder anderen Benny Goodman, Ella Fitzgerald, Quincy Jones, Bill Evans, Jaco Pastorius, Pat Metheny, Billy Joel en Paul Simon.
Zijn mondharmonica speelt een belangrijke rol in de filmmuziek van Midnight Cowboy (1969), Turks Fruit (1973) en van de Zweedse animatiefilm Dunderklumpen (1974). Daarnaast is zijn spel sfeerbepalend voor de leader van de politieseries Baantjer en Witse. In 1991 leverde hij een niet onaanzienlijke bijdrage aan het eerste soloalbum van Laura Fygi, Introducing.
Zijn nummer voor mondharmonica Bluesette (1962) is honderden malen gecoverd door vele muzikanten. Thielemans pleegt het daarom schertsend zijn "social-security number" te noemen.
Op 4 oktober 2006 werd bekendgemaakt dat de jazzlegende oververmoeid is en daarom, op doktersbevel, de laatste 6 concerten van zijn tournee door Nederland liet annuleren. In het voorjaar van 2007 treedt hij echter weer enkele malen op.
In 2005 werd hij genomineerd voor de titel van De Grootste Belg. Hij eindigde op nr. 20 in de Vlaamse versie en op nr. 44 in de Waalse versie.
Op 8 juni 2003 werd Toots gehuldigd in Sint-Amands, met het benoemen van de Toots Thielemans Boulevard, het eerste muziekstraatje van de SIM-route (Schelde Internationale Muziekstroom).
Het legendarische accordeontrio The Three Jacksons, geliefd bij twee generaties accordeonliefhebbers, wacht een hernieuwde belangstelling. De op cd's overgezette muziek van de Rotterdamse helden, die triomfen vierden over heel de wereld, wordt weer volop op braderieën en sportfestiviteiten gedraaid. Het is een tweede jeugd voor Piet van Gorp, de enige van het trio die nog leeft. In hun 30-jarige carrière maakten Piet Koopmans, Harry van der Velde en de nu 86-jarige Piet van Gorp de overstap mee van de broze schellak 78-toerenplaat naar vinyl. Stapten van mono over naar stereo en zagen de geboorte van de single ofwel 45-toerenplaat, de EP en de LP. Koopmans zorgde voor de improvisatie, Van der Velde voor de ritmische akkoorden, Van Gorp voor de melodie. Ze gingen in zee met Decca, Philips en Phonogram en verkochten miljoenen platen. Van Gorp en de zijnen konden evenwel niet bogen op rijen 'goud' aan de muur. "Nee," beaamt Van Gorp, vader van de net zo beroemde Corrie. "In onze tijd was alles anders, geen videoclips. Ach, leuke herinneringen genoeg. Kijk, dit gouden horloge ontving elk van ons van Philips." Een aan een halskettinkje bevestigd miniscuul gouden schijfje met de tekst 'P. Jackson; 1 millioen' doet Van Gorp vrolijk opmerken: "Toch een gouden schijf, een kleine. Ik draag het altijd op mijn hart." In de muziekkamer - Van Gorp had 21 lesklanten -, waar The Three Jacksons je vanaf een poster vriendelijk toelachen, herinneren trofeeën aan hun vroegere succes. Bij een 78-toerenplaat licht Van Gorp toe: "Bij Decea, een tweejarig contract, drie 78- toerenplaten gemaakt.
De eerste in 1947: 'Aanhet strand stil en verlaten' meteen een grote hit." De Jacksons ontvingen ook elk een zilveren tulp, 'wegens 25 jaar (1945-1970) harmonische samenwerking met N.V. Phonogram' plus ieder een pick-up met radio. In de huiskamer pronkt een recentere trofee: een collage 'The Story-Of The 3 Jacksons", uitgereikt voor de ruim 500.000 in Nederland in 1993 verkochte exemplaren van de cd 'In opera- en operetteland'. Van Gorp pakt spontaan zijn bas en gaat zitten ("ik speel niet staand, 22 kilo is te zwaar"). Dan speelt de laatste der Mohikanen met zijn zelf ontwikkelde tweestemmige techniek een populaire medley met als toegift een musettewals."lk speel ook graag musette, componeer zelfs muziek. Mijn nummer 'lnspiratie' is door Johnny Meyer op de plaat gezet. Ik speel op een Franse accordeon; de Galanti's - ook goed, hoor - heb ik weggedaan. Deze Maugein, al 35 jaar mijn huisaccordeon, is voor musette het best. Galanti leverde ons pegels op, reclame voor de fabrikant Baldini in Cattolica. Ik ben daar eens veertien dagen geweest, ik wist waardoor de tongen verbonden aan de knoppen slecht werkten. Leuk toch, dat een doodgewone jongen uit Crooswijk toen de Galanti van een kinderziekte afgeholpen heeft?"
Zeelui
Waarom traden The Three Jacksons destijds in zeekapiteinsoutfit op? "Accordeonmuziek hoort bij zeelui. De naam is gekozen vanwege onze bewondering voor de Amerikaanse bokser Joe Jackson. Waren we met de boksers Bep van Klaveren, Luc van Dam, Theo Huizenaar in het Kralingse Bos in Rotterdam aan het sporten, dan was Jackson het gesprek van de dag." Op de vraag of hij ooit spijt heeft gehad van zijn artiestenbestaan, barst Van Gorp in lachen uit: "Nooit. Ook al was optreden in het begin een ramp in een volgepropte oude Skoda, die constant onderweg met water moest worden bijgevuld. Gelukkig zorgde Jack, de man van Annie de Reuver, toen directeur van Philips, voor een voorschot. Konden we elk apart een auto kopen. We hadden plezier in het vak, wel oerdruk, praten met platenbazen, halve dag foto's maken voor een platenhoes. We traden soms vier keer per dag op, overal, in een half verbrande fabriekshal, maar ook in de Rivièrahal van Diergaarde Blijdorp. Het in 1940 gestarte accordeontrio speelde - ook in de oorlog! - met een rode, witte en blauwe accordeon, waarvan de balg, net als de emblemen op de petten van de muzikanten, de nationale driekleur had. "Lef, hè; we hadden toen een shownummer, waarin Harry ook sax blies. Doordat Harry, die tapdanste bij The Willards, het ons geleerd had, kwamen we accordeonspelend en tapdansend het toneel op, met een prachtig begeleidingsorkest erbij. Wel jammer, dat we door die keiharde muziek al die jaren alle drie doof zijn geworden. Onze eerste grote buitenlandse reis in 1947 was naar voormalig Nederlands Indië; dë Kilima Hawaiians gingen mee. Drie maanden op toernee, optreden bij legervoorposten bij 52 graden hitte, soms vier keer per dag een schoon kostuum. Met een cordon soldaten reden we in tanks overal heen. Op het laatst had Harry buikloop, ik eczeem en Piet malaria; hij kon pas veertien dagen later naar Nederland terug. "We traden op in Scandinavië, Canada en Israël. En in Amerika, in New York en Las Vegas, in de zalen waar Frank Sinatra altijd stond te croonen. Vermoeiende vliegreizen, 36 uur naar Nieuw Zeeland, Australië, Canada, kisten vol platen mee voor de emigranten. In deze tijd zouden we als The Three Jacksons miljonair geworden zijn. De bedragen, die artiesten nu verdienen, lijken wel telefoonnummers." Volgt een opsomming van collega's die in dezelfde avondvoorstelling als Van Gorp optraden. "In Amerika was Jan Blazer mijn slapie. We werkten met mensen als Willy Alberti, Mieke Telkamp, Tony Eyk en Ria Valk samen. Accordeonist Jaap Valkhof heeft veel Piet Koopmans, die met zijn gezondheid tobde, vervangen. Johhny Meyer, echt een virtuoos op de knopaccordeon, heeft toen hij in Rotterdam optrad elf dagen bij me gelogeerd. Zó'n man; nam geen blad voor de mond. Zijn reactie toen ik wat liedjes speelde vergeet ik nooit. Kolere, man, je hebt het in je klauwen, een absoluut gehoor, speelt tweestemmig als geen ander, maar verdomt het gewoon te oefenen. Stommeling! Sindsdien ben ik een perfectionist," lacht Van Gorp. De internationale bekendheid van The Three Jacksons kreeg door de opkomst van The Beatles een grote knauw. Van Gorp: "Door hun succes doken er overal gitaarbandjes op. Leuke muziek, hoor, alleen jammer dat toen in Nederland de accordeon minder geliefd was. Dat onze muziek nu op cd's staat, is echt tof. Ik zie nu wel eens een accordeonist in een popband spelen, hoor heel goede accordeonisten op straat spelen. Een goed teken! De accordeon verdient alle respect."
Nederlandstalig duo dat in de jaren vijftig en zestig talloze hits scoort. De carnavalskraker Oh Wat Ben Je Mooi (1956) en het naar het Eurovisie Songfestival uitgezonden nummer Katinka (1962) zijn daarvan de bekendste.
1943 Huug Kok en Theo Rekkers ontmoeten elkaar wanneer ze in Bremen te werk worden gesteld in een munitiefabriek. Ze grijpen hun kans om te ontsnappen als ze in de gelegenheid worden gesteld om in Nederland kostuums uit te zoeken voor hun cabaretprogramma. Ze keren niet naar Duitsland terug maar duiken onder.
1945 Kok en Rekkers zoeken elkaar na de oorlog meteen weer op en formeren samen De Spelbrekers.
1956 Met de carnavalskraker Oh Wat Ben Je Mooi zingen De Spelbrekers zich naar een vijfde plaats in de hitparade.
1962 Beroemd worden De Spelbrekers met het nummer Katinka (geschreven door Gerrit den Braber onder het pseudoniem Henny Hamhuis). Het duo wint er het Nationale Songfestival met ruime voorsprong mee en vertegenwoordigt Nederland op het Eurovisie Songfestival. Hoewel De Spelbrekers in Luxemburg dertiende (en laatste !) worden, zonder een enkel punt te behalen, is hun naam in Nederland voorgoed gevestigd.
1975 De Spelbrekers stoppen met het maken van platen en optreden om, met succes, hun eigen managementbureau op te zetten. Zij verzorgen de begeleiding van onder andere Andre van Duin, Jan Blazer, Ben Cramer, Saskia en Serge en Joke Bruijs.
In de tweede helft van de jaren '60 zeer succesvolle beatgroep uit Zoeterwoude, een klein dorp onder de rook van Leiden, waarvan de negroïde stem van Theo van Es het groepsgeluid voorziet van een opvallende dosis soul. The Shoes scoren tussen 1966 en 1975 vijftien grote hits.
1962 - 1965 Zanger Theo van Es sluit zich aan bij Wim van Huis en de Leidse tweeling Jan en Henk Versteegen die al vanaf 1959 onder de namen The Rocking Friends en The White Shoes opereren. Na twee singles wordt de naam ingekort tot The Shoes. Gesteund door Radio Veronica, weten The Shoes zich snel een weg te banen naar de top.
1966 De groep komt onder contract bij platenmaatschappij Polydor. De debuutsingle maakt direct veel indruk. Standing And Staring staat twaalf weken in de Top 40.
1967 The Shoes zijn razend populair. In februari staat de tweede single Na Na Na twaalf weken in de Top 40. In mei volgt het nummer Peace And Privacy. In oktober scoren The Shoes opnieuw een hit met Farewell In The Rain.
1968 In commercieel opzicht blijkt dit opnieuw een succesvol jaar. De twee singles No Money For Roses en Man's Life doen het goed. Knaller wordt Don't You Cry For A Girl die de top vijf bereikt. In dit jaar verschijnt ook de debuutelpee met als titel Wie The Shoes Past. Tussendoor maken The Shoes een gratis verkrijgbaar reclamesingletje voor oliemaatschappij Esso, getiteld Tank Esso Mix/He Spoiled The Days.
1969 Ondanks de hoge productiviteit van The Shoes, lijkt het succes te stagneren. Vier singles halen weliswaar de Top 40, maar blijven steken in de onderste regionen: Emptyness/End Of The Line, That Tender Looking Angel, Happiness Is In This Beat en Daylight. De platenmaatschappij brengt alvast een Greatest Hits-verzamelaar uit.
1970 De langspeler Let The Shoes Shine levert drie singles op, waaronder de melodramatische meezinger Osaka. Het wordt een grote hit.
1971 Tot ieders grote teleurstelling verlaat zanger Theo van Es de band om een nieuwe muzikale uitdaging aan te gaan: zijn groep Teddy Lane. De resterende leden vinden in Jim ten Boske een nieuwe toetsenist en gaan verder onder de naam Double You. Beide bands maken een aantal plaatjes, die echter allemaal floppen.
1973 De meningsverschillen worden bijgelegd en aan het eind van het jaar is de heroprichting van The Shoes een feit. De compilatie The Best verschijnt. Ondertussen tekent de band een nieuw platencontract bij Negram/Bovema.
1974 De elpee Make Up Your Make-Up verschijnt. Er worden drie singles van het album getrokken die redelijk scoren: Face To Face, Up and Down en Make Up Your Make-Up. De bandleden hebben hun gedateerde beatimage omgeruild voor een hippe glamrock-variant en presenteren zich als heuse glitterboys.
1975 In februari komt de single The Hour Comes Nigh, onbetwist een van de hoogtepunten in het oeuvre van The Shoes, niet verder dan de tipparade.
1976 De band valt opnieuw uit elkaar. Theo van Es stort als Theo Vaness op de disco en tekent een contract bij een Franse platenmaatschappij.
1978 Het discoalbum Back to Music van Theo Vaness verschijnt, waarvan het titelnummer in de zomer in de tipparade belandt. In de Europese en Amerikaanse discotheken is de plaat echter een populaire `floorfiller'.
1979 Theo Vaness lanceert zijn tweede elpee Bad Bad Boy waarvan de in mei uitgebrachte single As Long As It's Love in Nederland niet meer dan een bescheiden hitje wordt. In Amerika is de elpee echter een enorm succes en belandt het album op de eerste plaats in de disco charts. Vaness krijgt het aanbod voor een uitgebreide tournee door de States, maar haakt op het laatste moment wegens heimwee af. Het momentum van het Amerikaanse succes vervliegt al snel.
1980 Het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Na een succesvol reünieconcert tijdens de Haagse Beatnach besluiten The Shoes weer samen op te treden. The Shoes spelen daarna regelmatig op nostalgische jaren zestig-feesten.
1995 The Shoes hebben bij hun in november uitgekomen comebackplaat Do It de verleiding niet kunnen weerstaan er een eigentijds sausje over te gooien. In de praktijk betekent dit echter dat de plaat klinkt alsof de tijd halverwege de jaren zeventig stil is blijven staan en dus precies biedt wat de fans van vroeger willen. Zanger Theo van Es treedt nog regelmatig solo op en figureert ook in diverse coverbands. Eenmaal per jaar komen The Shoes bijeen om op te treden tijdens het Leidse volksfeest Drie Oktober.
2005 Theo van Es zingt tijdens de Haagse Beatnach op Parkpop live de Shoes-hit Na Na Na.