Waar de aanvoerders vielen,voerden onderofficieren, ja,gewone soldaten de anderen aan.Men wilde eenvoudig niet wijken.Om enkele voeten terein werd gestreden als om een veste.De dooden hoopten zich op.Gewonden zelfs verzamelden al hun laatste krachten om het verzet te steunen .met grote opoffering brachten voorlui onder het allerhevigst vuur munitie aan.Werden de paarden weggemaaid, dan stemden de mannen zelf de kaissons nader.Meesen was verloren, ja,maar verder zou den tegenstaander niet doordringen.De Duitsche officierenhuilden van woede. Ze sloegen de wijkenden met hun sabels,dreigden ze met revolvers. In den rug stonden mitralleurs om vluchtenden Pruisen het vuur in t' jagen.De Keizer wilde het,dat Ieperen genomen werd,maar de wensch van den oppersten krijgsheer brak op de heldhaftigheid van het legertje,door Wilhelm II en zijn kliek zoo geminacht .Officieren erkenden later het niet te kunnen verklaren,de plannen van Duitschland daar mislukten en noemden het eenvoudig een wonder. Het einde van de dag brak den 2è November de gevechten af.En bovendien was de Duitsche aanvaller uitgeput.Hijgend lag hij in de zoo duur gekochte stellingen en kon er niet aan denken,de bestorming den volenden dag voort te zetten.En zelfs vijf dagen lang bepaalde den tegenstaander zich tot een eenvoudige beschieting.De verpoozing kwam den britten uitmuntend te pas,en om uit te blazen,én om de geschokte eenheden weer te groepeeren.Zoo was de 7è Engelsche divisie gesmolten van 12.000 tot8.000 man.De Duitschers vervoerden hun gewonden en begroeven hun dooden.Een verslag uit die dagen over de bewoners van Becelare luidt:"0? zoo dikwijls,als als e door de kleine ramen van hun hoeve staren,zien ze een tooneel,waaraan ze trouwens reeds gewoon zijn geworden:een veldprediker en een overste rechts van een hapenden kuil; tegenover hen helpers van het Roode Kruis .En in 't groote graf liggen jonge mannen, gevallen in den hevige strijd,welke al vier maanden hier woedt.De geestelijke bidt een wije...Dan wordt haastig het graf gevuld.Zoo is de weg van Dadizeele tot Geluwvelt een kerkhof..."Van verre gezien",vertelde een boer,"zou ge peinzen aan een akker,waar't wintrgraan door 't mildig weere rap opgeschoten is.Want al die graven zijn getooid met groene dennetakken en bladeren.'t Is van een eindeke gezien een groote groene plekke." wordt vervolgd
|