De militaire overheid weldra dat heen en weer trekken tusschen Vlamertinghe Of Poperinghe en Ieperen. Dat ondervonden bijvoorbeeld de nonnen van de Irschen Damen uit de Sint-Jakobstraat, zooals een verhaalt:"Wij kwamen van Poperinghe en naderden de stad.Toen wij den spoorweg wilden overgaan,hield een Fransche militaire politieagent ons tegen."Waar gaat je heen?" vroeg hij,"Naar Ieperen",antwoordden wij zonder de minste aarzeling. "Niemand mag de stad binnen."Hij zei dit op beleefden,maar stelligen toon.Te vergeefs zeiden we, dat we daar ons klooster hadden,dat den avond viel en wij toch nu met meer naar Poperinghe konden terug wandelen.Andere personen trachtten ons voorbij te sluipen,maar werden inselijks teruggestuurd.De politieman verontschuldigde zich tegen over ons en zei,dat de maatregel genomen was om roof in verlaten huizen te verhinderen."want",vervolgde hij,'s morgens vertrekken de menschen met ledige handen naar Ieperen en 's avonds keeren ze zwaar gladen uit de stad terug.Maar is het hun eigendom,dat ze vervoeren?"'tWas voor ons een magere troost,maar we moesten wel op onze stappen terugkeeren.Een gure wind blies ons in t gelaat en 't vroor hard..Wel schenen de sterren, doch geen maan viel te bespeuren en de weg lag in 't donker.Gelukkig ontfermde zich een officier over ons en nam in zijn auto mee naar Poperinghe".Deze maatregelen ook genomen tegen spionnage?Ook hier woedde de vrees en terecht,maar gewoonlijk bleven de waare schuldigen loopen "soms moesten weerloozen het ontgelden.men zag boeren die na hun vlucht getracht hadden hun hoeve te bereiken,om te zien wat er van hun vee geworden was,geketend naar Poperinghe voeren. Dat stuipen naar het frond was voldoende om gen verdacht te maken en tot een aanhouding te leiden.Toch greep men nu en dan ook een echten der'sneder: zo ving men er twee te Meesen.''t waren in burger verkleedij gehulde Duitsche soldaten,bij wie men aanteekeningen vond. Er werd een krijgsraad samengesteld,die de schuldigen onderhoorde en dan over hun lot besliste:het was de dood.Ze werden tegen den muur eener hoeve gefusilleerd.Een stierf moedig en riep nog,voor het salvo klonk :"Leve de keizer"De andere beefde en smeekte tot het laatste oogenblik om genade, maar de oorlogswetten zijn onbarmhartig streng.En terecht,Duitsche doldaten hadden in onze linie niets te maken en zulke bespieders kunnen een ramp verwekken en den dood van veel soldaten veroorzaken. De Duitschers namen wraak over hun mislukking bij Ieperen.Den 22" November openden een geweldig vuur op de stad.'t Was hun nu niet zoo zeer te doen om soldaten te treffen,heelemaal niet om op de toegangswegen het verkeer te belemmeren,neen, ze wilden Ieperen in zijn ziel verwonden.
|