(Foto Een zwaar gebouwde motor vrachtwagen, geschikt om moeilijk terein te berijden) En dan de opeenvolgende,plotselinge beschietingen, metde haastige vlucht naar de kelder ,onder het eetmaal, het gebed.Hoeveel omgelukken om ons heen, Een bom ontploft bij het klooster, in een kelder, er zijn dertien personen die gevlucht zijn, allen komen om't leven? Eenigen tijd nadien, valt een granaat op onzen binnenkoer, en vernielt de galerij van de eetzaal der leerlingen: 8 soldaten gedood. Verscheidene vallen in den hof, slaan de boomen ner, boren door de muren. En dat herhaalt zich honderden malen. We zijn hier immers slechts vijf kilometer van het frond en dus nabij genoeg om het gedonder der kanonnen, het geknal van de geweren te hooren, luchtgevechten te zien, stikgas te gerieken, dat onze slaap verstoort, want de ruiten zijn door hout en teerpapier slechts onvoldoende vervangen. Maar onze moed versaagt niet."Toen de moeder overste van het klooster gestorven was, kreeg men toestemming haar op Franch Komen te begraven. De zusters en vele inwoners volgden de baar. aan de grens moest de stoet stilstaan, slechts enkele zusters mochten verder gaan, de andere burgers moesten weerkeeren. En voor hen, die door mochten , moest een schepene" op zijn hoofd"beloven, dat er niets abnormaals zou gebeuren.Voor de zekerheid, zond de kommandatur nog een, peloton soldaten mee.Aan de overzijde van de brug, die daar aan de Leie, de grens vormt, wachtte de Fransche geestelijkheid."Den 28" Mei, lezen wij verder, kregen wij officieel bericht, dat Komen ontruimd zou worden. We moesten ons haasten en de bagage klaarmaken. Op de machine maken we van een twintigtal lakens zakken, om onzen voorraad in te bergen, we trekken onze beste kleeren aan, en stoken op de binenplaats een groot vuur niet een vreugdevuur, maar om aan de Duitschers te ontnemen,wat men niet voor hen achterlaten wil.De kapelaan der parochie komt het H Sakrament halen.In de kapel spreekt de overste de zusters toe, verdeelt ze in vier groepen en geeft eenige aanbevelingen.Maar de tijd dringt en we moeten het huis verlaten, dat ons zoo dierbaar was geworden. Men is geladen; overladen en vertrekt zonder om te zien.De overste wacht beneden aan de trap, twee bejaarde zusters,die moeilijk naar beneden komen.Omkijkend ziet ze vier officieren,die reeds de plaats beloeren.....'t is wel waardig? De meenigte begeeft zich naar het park, waar het appel wordt gehouden, en men uren rechtstaande wachten moet, terwijl in de omgeving granaten vallen.Onmogelijk te vluchten.Eindelijk stelt men de stoet op,want we moeten twee uur te voet gaan eer wij een trein bereiken. Als we weer voorbij het klooster komen, zien we aan alle ramen pinhelmen. Bij Meenen bestormen we de bestelwagens, die men heel genadelijk ten onzen dienste stelt en we gaan op onze balen zitten, waardoor we toch vrij van den mesthoop blijven, welken men niet noodig achtte te verwijderen.Wordt vervolgd op (7)
|