(Foto officier op zijn post door een kogel getroffen)De fusiliers presenteeren het geweer als men den doode heendraagt.Een eerewacht gaat voorop en een luitenant draagt het vaandel. Jacques heeft zijn vriend tot afscheid gekust. Samen hebben ze van Luik af gestreden. Den vijand moet den stoet ontwaard hebben en vervolgd hem,met zijn geschut. Op het kerkhof barsten de granaten op de zerken en slingeren de dooden uit de graven. Den aalmoezenier leest plat ten gronde liggende, de laatste gebeden. De aanwezigen zoeken dekking achter de grafmonumenten."Rust in vrede?." klinkt het allerlaatste. Een zwaare slag...het groote Christusbeeld op 't eind <ankelt en valt met een doffe slag neer.Diksmuide zelf brokkelt af. Een projektiel slaat daaropde markt in een huis en doodt 17 fusiliers. Rond elf uur, ziet men aan den kerktoren de eerste vlam."Men weet waarlijk niet", verhaalt Marguerrite Baulu, " hoe het alarlsein zoo snel gegeven werd, maar eker is het, dat onmiddellijk gebrekkige oude mannen en vrome vrouwen, vol heilige verschrikking, alles alles wat nog roerde onder het puin, daar eensklaps verameld was en men zwijgend, met tranen in de oogen, naar de vernieling van den toren staarde. Na eenige tijd zag men de spits onder het gewicht der klokken plooien en lang den tiren naar beneden glijden. Den Vijand mikte voortdurend op het stadhuis, waar zich dien zelfden dag ook een vreeselijk drama afspeelde.Gelijk den vorigen dag, en bijna op hetzelfde uur,-'t is half 4_-- juist op het oogenblik dat de Duitsche artillerie haar vuur verlengt, in het noorden,in het Oosten en in het Zuiden, stormt het vijandelijk voetvolk in dichte gelederen vooruit,terwijl zij luidkeels hun woeste Hoch-kreten slaken. Zij hebben geen honderd meters afgelegd of de helft van hun manschappen ligt reeds ten gronde, want achter de borstweringen,waar de aanvaller dooden te vinden dacht, zijn plots de infanteriesten van het 11Ă© linie opgerezen, van het 2Ă© jagers ven de mariniers-fusiliers, wier krachtdadigheid werkelijk aan het verhevene grenst. Met de wraak tot plicht, stoer en onverbiddelijk, denken zij er slechts aan te dooden en vuren, vuren zonder ophouden(wordt vervolgd op 3)
|