(Foto Weg van Gheluwvelt naarBeselaere)De tegenstander lag juist over het water.Inhet begin van den nacht meent den vijand dat de bezetters van den dijk buiten strijd waren en tracht hij op veschillende punten over den Yzer te trekken: tegenover de hoeve Dupré, bij Schoorbakke, in den sector van het13° tegenover den weg van Beerst,waar kommandant Chabot een onoverwinbaren weerstand biedt tegen al de herhaalde aanvallen. Na die nachtelijke mislukkingen, houdt het bombardement op en dooft de phosforeceerende glans uit. Achterwaarts verzwakken de geweldige mokerslagen en vooral zinkt over het slagveld een ligubere,vreeswekkende stilte.Gescheiden door het watervlietje,verzamelen de beide zenuachtige partijen hun krachten en beloeren ze elkander.Tegenover den weg van Keiem sluiert een schip,tegenover een kade,waar in vredestijd de vaartuigen hun lading voor de omgeving losten.De kalmte wekt in de ziel een beng voorgevoel.Op zeker ogenblik bemerkt luitenant Severin,die de kompagnie genie aanvoert, welke voor de kade de wacht houdt,in de verte naar Keiem op een gepinkel van zwevende en dansende lichtjes."Op 1200 meter....Legt aan? "vuurt gebiedt hij. De lichtjes verwijderen zich, maar verschijnen elders weer en dwalen den ganschen nacht van de eene plaats naar de andere rond.Naarmate den tijd voorbijgaat,verhardt een lichte vordt het water en prikt in de huid.Oververmoeid en overmand door slaap,sluiten de mannen de oogen.Eenige uren gaan voorbij, en dan dooven een na een zwakke sterren uit;de nevelen zeilen in een bleekachtig licht."Wat voeren ze nu uit?Daar....en daar en daar nog eens,luitenant?" klinkt het. In de wazige schemering liet men nu traag,zonder zichtbaren motor,zonder zichbaren armen, en bewegelijk en licht opdrijvende steunstukken,twee voetbruggen naderen, waarvan de deelen te voren gereed gemaakt en in den nacht aaneen gepast zijn, in grootste stilte.Terwijl de offricieren dit duivelsch spel nog aanschouwen, beginnen de manschappen,die hun zinnen schijnen verloren te hebben, op de onkwetsbare en automatische dingen te vuren."Verspeelt uw kardoezen niet?" roepen de oversten.Maar de manschappen zijn verdwaasd, luisteren niet, en terwijl hun kogels op de bruggen terugkaatsen of er over heen glijden, verbrijzelen de goede vijandelijke schutters en de mitralleurs het hoofd van ieder, die dit boven de borstwering verheft om te vuren; en weldra liggen tal van soldaten, een adjudant en een luitenant der kompagnie daar met verpletterden schedel.wordt vervolgd op 3
|