(Foto)( Verzorging der gewonden on de ambulancen achter het frond)Zich voortsleurend onder de regen van steenen,gruis,pannen,kalk sleepten de gewonden,die van den dijk terugkeerden,zich voort naar den hulppost van de herberg"De Pelikaan")) en zij vertelden aan de soldaten,die op de uitdeeling der soep wachtten, het noodlottig nieuws,dat ze in hun koortsachtigen angst nog overdreven." Het Duitsche leger is bezig over den Yzer te trekken met zijn kanonnen. De linie is gebroken....wij zijn er aan? " Reeds dompelden de koks den grooten lepel in den ketel om de uitgestoken gamellen te vullen, toen eensklaps een order kwam."Het bataljon moest de enkele honderden Duitschers, die over den stroom gedrongen waren, terug werpen." Met een stem als een hoorn, die de harten versterkte, riep kammandant Guffens tot zijn mannen: " Denk er aan, dat hij allen in het land een moeder, een vrouw, een verloofde of een zuster achtergelaten hebt? Voouit, mijn vrienden,om hen te bevrijden." De jonge luitenantCalmes,die van geestdrift weent, sleept eerst zijn volkje naar de Vicognestraat mee, welken welken weg men al volgen tot op de hoogte van Tervate, om dan loodrecht naar den Yzer te marcheeren."Goed geluk, vrinden, tot dezen avond," zegt hartelijk den onderwijzer van Stuivekenskerke, M Degrave, een uitmuntend man, die zich voor de soldaten uitgesloofd heeft. Bij het verlaten van het dorptrekt men zwijgend door den zijgracht van den aarden weg;de koude, welke uit den dichten nevel straalt doet nog scherper den honger gevoelen: de mannen denken aan de goede soep, die in de ketels der dorpelingen afkoelt. Rond hen is den vijand onzichtbaar ,maar het gezoem der kogels,die den mist scheuren ,verraadt zijn loensche nabijheid. ALLES GAAT GOED?ZOLANG MEN TUSSCHEN DE KANTEN WANDEN MARSCHEERT?maar bij het einde van den gracht,waar men op een groote vlakke, met de verwenselde kanalen doorsneden weide komt wordt de gang verschrikkelijk. Het is nutteloos er aan te denken kolonne gewije op te rukken.De mannen dalen neer in de vlieten, stappen tot aan de schouders door het water en hied het geweer boven het hoofd. Onzichtbaar voor de kameranen en deze onzichtbaar voor hen;dolend door al dat kruisen van grachten, geraken de mannen van elkaar af: verblind botsend tegen de oevers , verwarrend in kruid en lisch,weren de kerels ich al brommend en vloekend en hebben slechts als richtpunt de stem van kapiteinPottier, die rechtop over het gras stapt.'t wezen rood en opgeet door het roepen boven het helsche lawaai:"Vooruit, mijn vrienden, langd hier, langs hier?.Vervolg op (6)
|