(Foto op wacht te Diksmuide) Zwaar zijn de verliezen. De gewonden kermen,stervenden roepen om hulp of drinken. Vreeselijk wordt den aanblik op het veld."Grenadiers, volg mij?" klinkt de stem van den majoor. Hij stelt zich bloot aan het gevaar en zijn voorbeeld werkt verrassend. De marsch wordt voortgezet al dunt gestadig de groep.Luider schallen de hoornen. Daar ligt den dijk van den rivier, maar hem te bereiken is levens offeren."Grenadiers, volgt mij, wij zijn er roept weer d'Oultremont. En de mannen van het 8°zien dat een van van de laatste grenadiers en worden meegesleurd en karabiniers ook mengen zich in de schare...."Vooruit wij zijn er... daar den Yzer?" klinkt weer de stem van den koenen aanvoerder, om er boven wien de kogels fluiten, de granaten vallen,bersten en pletsen.En niets blijkt nu nog de Belgen te kunnen weerhouden, want daar zien ze grijze gedaanten als ratten uit de slooten en kuilen,van tusschen lich en riet,van uit het puin eener hoeve kruipen en vluchten."Daar zijn ze.?" klinkt het"Ze loopen weg? Ha ,de lafaards.?Vooruit?Dinant? Leuven?Dendermonde?"""Blaast ,klairons,blaast?" gilt 'd Oultremont, die zelf een geweer heeft genomen." Nog een sprong,vooruit, ze zijn terug geworpen?"En de weinige grenadiers, want de meesten zijn gevallen, stormen hijgend den dijk op,grijpen de Duitschers dan in een gevecht man tegen man, beuken hen het hoofd in of slingeren ze naar beneden,de helling af ,den Yzer in.Drenkelingen grijpen in doodsangst, huilend en tierend de pijlers van de brug.Anderen hechten zich aan het riet.Lijken drijven heen.Gewonden worstelen nog een wijle tegen den vloed,dompellen onder, komen weer even te voorschijn en zinken voor goed heen.De vijand is teruggeslagen en den bocht schijnt weer geheel van ons. Maar neen, ganch gezuiverd is hij niet.De vlakte is te groot voor onze wakke afdeelingen en vijanden zijn achtergebleven,groepeeren zich en bestoken nu de onzen in den rug, terwijl na een korte stilte ook van de overzijde de kanonnen huilen en de mitrailleurs knallen.En de helden, daar op den dijk, zijn nu als gegrepen tusschen twee vuren, of zelfs drie, want ook in den flank barst een hevig vuur los.Majoor d' Oultremont geeft zich rekenschap van den toestand.Is het dan nog geen zege?Even staat den kranige officier ongedekt. Dan valt hij als een boom neer....dood? Hier staat nu de schamele groep grenadiers, mannen van het 4° en het 8°grenadiers, maar samen slechts een handvol, hijgend nog van de buitengewone krachtinspanning,oververmoeid en met weinig munitie.(Wordt vervolgd op 12)
|