(Begraafplaats van wel 20000 soldaten op den weg van Poperinghe naar D Boescheppe) In schijn was het slagwerk verlaten. Buiten eenige soldaten naast ons verborgen in de gracht langs den weg,zag men niets, niets dan de granaten die van alle zijden aanvlogen, en nu en dan een man snellende van den eene loopgraaf naar den andere, zooals konijnen in de duinen uit het eene hol komen en in een volgende te verdwijnen.Maar daar verder, voor de spoordam moest men man tegen man vechten, en ik zag hoe bij het nieuws dat voortduurend gemeld werd, het voorhoofd van den generaal duisterder werd:neen, ze ze zouden vandaag wel niet doorbreken, maar wat ging er morgen gebeuren als de Franschen welke men verwachtte, niet ter hulp kwamen? Tegen den avond keerde ik naar Veurne terug, het hart vol angst, toen onzen auto aan den ingang der stad stil moest houden en iemand mij zegde:"Er is een wapenschouwing op den markt."'T Was onwaarschijnlijk en toch was het waar. Inderdaad hield men revue op het schilderachtige plein, dat door de Duitsche granaten nog niet geschonden was. De Koning was daar,generaal Joffre ook, en voor hen defileerden de soldaten: eenige bataljons jagers in bestofte uniformen, maar lenig, vlug van beweging,val oorlogsvuur, de voorhoede der troepenmacht, welke ons hulp kwam bieden. Wij waren niet meer alleen...eindelijk.Frankrijk was daar, Engeland was verder bij Ieperen.En van aan Zee tot de Vogezen zou de onafgebroken,geweldigen muur opgetrokken worden. Reeds den volgenden dag, tradt een brigade der 42*divisie bij Tervate op."Tot zoover de heer Vandervelde.Feitelijk hadden de Franschen een ander plan.Ze wilden naar Oostende om dan de Duitschers op de flank aan te vallen.En een deel der troepen begaf zich dan ook naar Nieuwpoort. Wij zullen ze aan 't werk zien, wanneer we de krijgsbedrijven bij Nieuwpoort nader bespreken. Ons hoofdkwartier vroeg zchter dringend om hulp in het centrum.
|