(Foto nog enkele van one gefusillerden)Een der koeriers was Dustin, bijgenaamd het " kruikske"; de op fijn geschreven rapporten werden in den dubbelen wand van een koffiebus gesoldeerd door een loodgieter; als werkman verkleed begaf Dustin dan met zijn kruiksje naar de grens.Dustin werd aangehouden, maar men vond niets bij hem; toch stuurde men hem naar Duitschland. De heer Van Mierlo , hoofdingenieur der slaapwagens van Oostende, liet verslagen van ginder in een sleutel overbrengen M Kusters, dienstdoend Burgemeester van Reckheim(Limburg), wist ook menig verslag over de grens te krijgen.De Duitschers waren den dienst op het spoor en hielden Kusters en Dubois aan. Andere medewerkers ondergingen hetzelfde lot:Coppejans, Blanpain,Chantraine, stoker in de Zuidstatie, een zuster van Kusters en haar man,Merckx, een andere zuster van Kusters,Philippart, Wevekens en Goosens.Terzelfdertijd ontdekte men twee andere diensten,die min of meer samen werkten en in 't geheel hied men 62 personen aan, die te Hasselt opgesloten werden. In September 1916 werden 17 doodvonnissen uitgesproken: vier werden bekrachtigd:Dubois Kusters, Wauters en Massart. De heer Buyl bleef vrij: hij werd de "patroon" genoemd, ende Duitschers wisten er iets van, want zij boden Dubois het behoud van zijn leven aan, zoo hij den"patroon" noemde, Dubois weigerde hardnekkig. Den avond voor zijn terechtstelling, zei Dubois in zijn cel zijn medegevangene Lheureux:"Als den oorlog uit is gij vrij zult zijn, ga dan aanM Buyl zeggen, dat ik geweigerd heb zijn naam te noemen en ik als belooning voor mijn stilzwijgendheid slechts een ding vraag: dat hij voor de toekomst van mijn dochtertje zorge". Dubois werd den1*December gefusilleerd.Kusters stierf reeds een maand vroeger. Men had de ongelukkige gemaarteld, om hem tot spreken te dwingen, maar te vergeefs.'s Avonds te voren schreef hij aan zijn famillie een brief waarin hij getuigenis aflegde van zijn Cristelijke gevoelens en gelatenheid in zijn lot.Men leest er ondermeer de zinnen in:"Ik heb aan God gevraagd en den verhoord geworden: dat Zijn heilige wil steeds geschiedde. Steeds was mijn het vurige wensch mijn bloed voor mijn geliefd vaderland te vergieten, als maartelaar te sterven, teneinde ook mijn ziel te redden en eeuwig van het Hemelsch geluk te genieten.Daarom ween toch niet, wees getroost, en fier over uw zoon en broeder, die voor slechts enkele uren meer tot dezen wereld behoort. Verder schrijft hij nog,"Groot is mijn vreugde als martelaar te kunnen sterven. Ik roep u allen een laatste vaarwel toe tot in de eeuwigheid. Omhels een laatste maal voor mij de kinderen ,Albertine,Pieter en Cornelis: dat God hen zegene.Vaarwel tot in de eeuwigheid?Hoera, hoera?"De oude vader van de veroordeelde, waarvan een zoon aan het frond, een gevangene in Duitschland was die nog twee dochters tot gevangenisstraf zag veroordeelen, stierf van verdriet. Wordt vervold op 14
|