Inhoud blog
  • Kruidje-roer-mij-niet, ijs lilin en Waterlooplein
  • Toen er nog geen rookverbod was!!
  • De toekang bami
  • Zijt gij het die komen zou?.....
  • de TOEKANG BOTOL
  • De nieuwe schoenen van neef Leo
  • Kepitings vangen
  • De Tjiliwoeng
  • Djagoeng bakar,adoeh enak sekali!!..
  • In de kampong
  • Laan Trivelli( anno 2008: Jalan Tanah Abang II)
  • Hoera, de rantang!
  • Als de avond valt..................
  • De kapper knipt en knipt!!.
  • Obat-obat
  • Wajang wong
  • Daar bij de waterkant!!
  • Adoeh, die katapult !!
  • Topeng monjet of tandak bedes
  • De jacht op muskieten en larons
  • De betjak, HET vervoermiddel in het Batavia van na de oorlog
  • Het stond in de kranten geschreven!!
  • Sinterklaas, goed heilig man!
  • Het mooiste meisje van de school
  • Stoomvaart Maatschappij Nederland
  • Henkie, de vliegerjager
  • Cultuursnuiven
  • De sapoe lidi
  • Koeda loemping
  • Het witte doek..... To the movie...
  • Goelali tioep
  • Djadjan
  • Kemajoran I
  • Kemajoran II
  • De Chinese warong
  • Keesie, (Hollandse) voetbalvriend uit mijn jeugd.
  • Ondel-Ondel
  • Theresiakerk( weg)
  • Aanvallen!!!!
  • Menteng
  • 1948 Leve de Koningin!
  • Op de CAS
  • Gang Scott ( Anno 2008: Jalan Budi Kemuliaan)
  • Dick Bos, de held uit mijn jeugd
  • Lopend naar school
  • Fietsend naar school
  • De Haantjeskerk
  • Oedjan deres!!.
  • De straten stonden blank!.
  • Decapark, recreatiepark.
  • Tandjong Priok
  • De eerste A-A-conferntie
  • Pasar Senen
  • De Bersiap-periode
  • Waterlooplein
  • Pasar Baroe
  • De Stadsschouwburg (Batavia)
  • Societeit "De Harmonie"
  • KEMAJORAN, Vliegveldlaan 56
  • Terug naar Batavia
  • In het kamp
  • Cultuuroverdracht
  • Bij opa en oma in Cheribon
  • Naar Cheribon
  • Geboren in Kemajoran
  • Vliegveldlaan 110
  • Waarom deze weblog?
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Mijn favorieten
  • seniorennet.be
  • Mijn genealogische weblog
  • MOESSON, Indisch Maandblad
  • KITLV
  • TEMPO DOELOE (Vroegere tijden)
    Herinneringen aan mijn geboorteland
    Ik werd in 1938 geboren in het toenmalige Nederlands-Indië, in Batavia. In 1956 ben ik met mijn ouders, broer en zuster naar Nederland gerepatrieerd. De verhalen op deze weblog gaan over herinneringen aan mijn LAND VAN HERKOMST. (Door op de foto's bij de artikelen te klikken worden deze enigszins vergroot)
    10-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zijt gij het die komen zou?.....
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Zijt gij het die komen zou?.....

    Na de tweede wereldoorlog woonden we in Batavia op Vliegveldlaan 56, Kemajoran.

    Mijn vader was een tijdje ouderling geweest in de gemeente van de Pniëlkerk (Haantjeskerk) vlak bij Pasar Baroe. Daar ging ik ook op zondagschool..

    Elk jaar op het Kerstfeest werd in de kerkdienst op kerstavond een lekenspel opgevoerd.

    De regie was in handen van zuster Abels, een diacones van de gemeente.

    Op een dag vroeg ze aan mijn broer Johan ( voor mij Boengke ) en aan mij of we mee wilden doen in het kerstlekenspel van dat jaar. Dat wilden we graag, want het leek ons wel spannend.. Ik zei direct ‘Ja’, omdat ik wist dat ook Maaike Ripassa mee zou doen en ik zag haar wel zitten…….Ze zou de rol van Maria krijgen en in stilte hoopte ik die van Jozef te krijgen. Maar helaas, ik zou één van de herders worden. Minder eervol, maar het vooruitzicht van de vele repetities met Maria / Maaike stemde me toch blij.

    Boengke kreeg de rol van Johannes de Doper, die Jezus in een latere fase van diens leven zou ontmoeten bij de Jordaan en , omdat hij er niet zeker van was of Jezus inderdaad de lang verwachte en voorspelde messias was, hem de vraag zou stellen: "Zijt gij het die komen zou of hebben wij een ander te verwachten? "

    Boengke zegde toe mee te doen al voelde hij zich eigenlijk al een beetje te volwassen voor een kinderlekenspel. Hij werkte immers al en hoorde dus tot de wereld der volwassenen. Hij had onlangs een baan gekregen bij de Stoomvaart Maatschappij Nederland (zie ook het artikel " Stoomvaart Maatschappij Nederland" op deze weblog) en ook al zijn eerste salaris ontvangen. Hij had voor zichzelf een groot en blinkend horloge gekocht met een stalen band, die net zo hard glom als het horloge.

    Maar goed, hij zou de rol van Johannes op zich nemen en hij leerde driftig die woorden "Zijt gij het die komen zou of hebben we een ander te verwachten?", woorden die nu niet bepaald behoorden tot zijn dagelijkse Indische vocabulaire….

    Toen hij de woorden uit zijn hoofd kende werkte hij aan zijn houding tijdens het spreken en de intonatie. Voordat hij de woorden uitsprak ging hij in een licht spreidstand staan, strekte zijn linkerarm schuin omhoog en wees daarbij als het ware naar de hemel en bulderde: "Zijt gij het die komen zou of hebben we een ander te verwachten?". Ik kreeg er kippenvel van….

    Ik hoefde in mijn rol gelukkig niets te zeggen.

    Eindelijk was het zover. Kerstavond. We verkleedden ons in de consistoriekamer van de kerk. De kerk zat al vol en er stond een grote kerstboom met heel veel witte lichtjes.

    Het spel begon en de mensen keken ademloos toe. Ik speelde, vond ik zelf, met overtuiging mijn rol. Maria vond ik adembenemend.

    Toen moesten de inmiddels volwassen geworden Jezus en Johannes de Doper opkomen. Boengke zag er echt uit als een woestijnprofeet. Een staf in de hand en een ruige mantel om met wijde mouwen. Een aangeplakte baard maakte hem haast onherkenbaar.

    Toen Jezus op het toneel verscheen, hief Johannes zijn arm op en riep met bulderstem:

    "Zijt gij het die komen zou of hebben we een ander te verwachten?"

    Plots hoorde ik gegrinnik in de kerkbanken en ik zag hoe veel toeschouwers hun lachen niet konden bedwingen. Ik volgde hun blikken en zag toen waarom zij zo moesten lachen. In het stemmige licht van de kerstboomverlichting zat aan de pols van de uitgestrekte arm van Johannes de Doper een nieuw en kolossaal horloge als een schoolvoorbeeld van een anachronisme te fonkelen!

    10-09-2008 om 10:09 geschreven door rene persijn


    09-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.de TOEKANG BOTOL
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    de TOEKANG BOTOL

    Wie in Indië ( en zeker in Batavia) kende hem niet, de toekang botol, de opkoper van lege flessen.

    ’ s Middags, vaak als de zon nog hoog aan de hemel stond, liep hij langs de stoffige straten en liet schallend zijn roep horen: " Botol……"

    Zijn beroep bestond bij de gratie van het feit dat er nog geen glasbakken bestonden en zelfs nog geen statiegeld werd geheven bij het kopen van een flesje met inhoud.

    Hij was vaak de redder in nood voor menig Indische jongen, die platzak was en toch iets wilden kopen, djadjan (snoeperijen) of zoals dat bij mij vaak het geval was, een stripboek van Dick Bos (zie ook het artikel " Dick Bos, de held uit mijn jeugd" op deze weblog).

    Meestal wandelde ik ’ s middags na schooltijd, als mijn moeder haar middagdutje deed, langs de straten van Kemajoran, de wijk waar we na de oorlog woonden op zoek naar lege flessen. Vaak vond ik ze gewoon langs de kant van de weg, zowel in de grote straten als in de kampongs in Kemajoran.

    Als je een lege eau de colognefles vond dan was je de koning te rijk, want die brachten het meeste geld op.

    Als je tijd en zin genoeg had ging je de huizen af vroeg je aan de mensen die daar woonden of ze lege flessen hadden, die ze kwijt wilden. En aangezien de meeste, veelal oudere Indische dames verzot waren op de geur van eau de cologne ( 4711 of Boldoot) gebeurde het niet zelden dat ik bij zo’ n ‘ persoonlijke benadering’ een lege eau de colognefles kreeg.

    Zo’ n fles erbij en Dick Bos was nabij!.....

    Had je genoeg flessen verzameld, dan was het wachten op de toekang botol, die de flessen van je opkoopt.

    Natuurlijk moest er flink worden onderhandeld, want hij wilde zo min mogelijk betalen, maar jij wilde een nieuwe Dick Bos of een portie gado-gado met lontong.

    Als je beiden tot een akkoord was gekomen wat betrof de ‘gewone’ flessen, dan liet je meestal als een soort verrassing als laatste de eau de colognefles zien. Surprise!. Want je wist dat de toekang botol daar een goed prijs voor wilde geven.

    Had je het geld in je zak, dan was het meestal snel op de fiets springen en naar Pasar Baroe rijden voor een nieuwe Dick Bos, die ze daar verkochten in een stalletje links achter in de marktloods aan het einde van de Pasar Beroeweg

    En met het geld van de eau de colognefles kon er (op weg naar huis en met je nieuwe aanwinst in je zak) ook nog wel een portie gado-gado met lontong af.

     

     

    09-09-2008 om 16:55 geschreven door rene persijn


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De nieuwe schoenen van neef Leo
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    De nieuwe schoenen van neef Leo

    Na de oorlog met Japan woonden mijn ouders met hun 3 kinderen in Batavia (Djakarta/ Jakarta),

    Ons adres was: Vliegveldlaan 56 ( na de soevereiniteitsoverdracht in 1949 werd de straatnaam veranderd in Jalan Garuda).

    Op een keer kwamen mijn neven Leo en Rudy uit Soerabaja bij ons logeren. Zij waren zonen van oom Coen, een broer van mijn vader.

    Eigenlijk heette neef Leo, die in 1931 in Koedoes werd geboren, voluit José Leonardo. Een mooie naam, vond ik.

    En Rudy, geboren in 1933, heette officieel Rudolf Alexander.

    Neef Leo vertelde ons dat hij sinds kort een baan had en dat hij al enkele malen loon had ontvangen. Verder vertelde hij dat hij van zijn laatst ontvangen loon speciaal voor zijn logeerpartij bij ons nieuwe modieuze schoenen had gekocht. Hij had ze aan en liet ze met trots zien. Ze waren zwart en glommen heel mooi. Ze hadden ook een elegante vorm. "Heel mooi, Leo" zei ik dan ook uit de grond van mijn hart.

    Na het eten zou ik Leo en Rudy wat van de omgeving laten zien. Aangezien ik zelf graag door de kampong achter ons huis zwierf, stelde ik Leo en Rudy voor door de kampong naar de markt te lopen. Ze vonden het prima en dus liepen we naar de kampong. Het had die ochtend flink geregend en in de kampong lagen er op de paadjes nog wat plassen en de grond was tamelijk drassig.

    "Tabeh, sinjo" riepen de inwoners van de kampong me toe . Ik liep trots naast Leo met zijn glimmende zwarte schoenen.

    Plotseling bleef Rudy staan en keek achterom. Leo en ik stonden ook stil en vroegen Rudy wat er aan de hand was. "Kijk", wees Rudy, "er lopen kippen achter ons aan, een hele tijd al".

    Hij had gelijk. Er volgden ons een paar magere kampongkippen. Ze pikten daarbij driftig op de grond en bleven toen bij de schoenen van Leo staan. Zij pikten nu driftig naar zijn zolen. Leo vroeg: "Wat heb ik nou aan mijn schoen hangen" en bekeek de zolen van zijn schoenen. Wat bleek? Deze waren niet van leer of rubber gemaakt, maar kennelijk van geperste rijstschillen ( de schillen die overblijven bij het pellen van de rijst worden vaak in plakken geperst en voor eenden- en kippenvoer gebruikt. De plakken hebben iets weg van zachtboard). Door het regenwater waren de zolen week geworden en zo liet Leo een spoor van rijstschillen achter, voer voor de hongerige kippen.

    "Waar heb je die schoenen gekocht? " vroeg ik aan Leo. "Op de pasar in Soerabaja en ze waren nogal prijzig", antwoordde hij sip.

    "Dan ben je behoorlijk bedonderd…." zei ik.

    "Dat zie ik"antwoordde Leo.

    Aangezien hij nu praktisch op zijn kousen liep trok hij zijn schoenen, of wat er nog van over was, uit en ook zijn kousen en liepen we maar naar huis. Leo op blote voeten.

    Die avond zijn we nog met vader gympies wezen halen voor Leo bij de Bata, want je kunt beter op goede gympjes lopen dan op en paar mooie zwarte glimmende schoenen zonder zolen, ja toch?

    09-09-2008 om 14:51 geschreven door rene persijn


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kepitings vangen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Kepitings vangen

    (Krabbenvangst)

    Toen we nog in Kemajoran (een wijk van Batavia) woonden lag aan de weg naar de haven Tandjong Priok een tamelijk moerassig gebied, Antjol (nu Ancol) met vele "empangs" (meertjes).

    En die meertjes wemelden van de kepitings (krabben.

    Hendrik Jellema, die bij ons inwoonde, was toen (in 1950) 25 jaar en ik 11. Hij viste graag en ik ging graag mee. Toen hij me vroeg of ik mee wilde gaan op kepitingvangst zei ik uiteraard geen neen. Hij ging altijd op de brommer en ik zat dan achterop. Op die dag dus ook. We hadden een plunjezak meegenomen om de vangst in te doen, want je hebt bij de krabbenvangst al snel een heleboel gevangen, aldus Hendrik, de eraveren kepitingvanger.

    We gebruikten een speciale techniek. Hendrik had bamboe stokjes gemaakt van ongeveer een pink dikte en 1 meter lengte. Aan één van de uiteinden hadden we touwtjes gebonden van ongeveer 1,5 meter lang. Dit werden onze "kepitinghengels". Op de vismarkt op Tandjong Priok gingen we naar de afvalhoop, waar vissen, die niet meer geschikt waren voor consumptie, werden gedumpt. We verzamelden (met een zakdoek voor de neus voor de stank) in een grote blik wat visjes en palingen en reden toen naar Antjol. Daar bonden we aan elk touwtje van een ‘kepitinghengeltje’ een klein visje of een stukje paling.

    Het aas werd in het water gegooid en het andere uiteinde van de hengel in de oever van het meer gestoken. Zo liepen we het hele meer rond. Als je weer terugkwam bij de eerst geplaatste hengel, dan kon je met een schepnetje in de hand al meteen kijken of je beet had. En aan heel veel "hengels" zat al een krab te bungelen.

    Eén van ons hield de krab boven het netje en de andere opende de schaar waar het beest het aas mee vast hield en dan viel de kepiting in je net. Als het net vol was gooiden we de krabben in de plunjezak. Thuis zouden ze dan worden gekookt en door het hele gezin worden opgepeuzeld… njami, njami…

    We waren ongeveer anderhalf uur bezig geweest en de plunjezak was al aardig vol. "Zullen we naar huis gaan? , vroeg Hendrik. "

    "Ok"’ zei ik en we knoopten met een stevig touw de plunjezak dicht.

    We stapten op de brommer en ik gooide met een zwierige zwaai de plunjezak over mijn schouder. De bodem van de zak rustte achter mij op de bagagedrager, dus ik kreeg niet het volle gewicht van de volle plunjezak op mijn schouder. En daar gingen we, met een rijke buit op weg naar huis. Dat wordt straks smullen geblazen!

    We hadden ongeveer 5 minuten gereden, toen ik plots een felle pijn in mijn linkerbil voelde. "Stop!" schreeuwde ik luid en Hendrik remde geschrokken uit alle macht. "Wat is er?" vroeg hij toen we waren gestopt. Ik wees op mijn linkerbil. Hij keek en begon hard te lachen. Eén kepiting had dwars door de plunjezak en mijn broek heen zich in mijn bil vastgebeten.

    Hendrik bevrijdde me van de scharen van de hongerige krab en we reden verder naar huis.

    Thuisgekomen werden de krabben gekookt. Met een wreed genoegen heb ik de grote krabbenscharen gekraakt en met een triomfantelijke grijns het vlees eruit gezogen, want mijn linkerbil, waarop een blauwe plek zat, deed nog steeds zeer……Zo, ik zal jullie leren!

     

    09-09-2008 om 14:27 geschreven door rene persijn




    Foto

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Archief per maand
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 04-2008
  • 03-2008
  • 02-2008
  • 01-2008

    Blog als favoriet !

    Startpagina !



    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!