Kruidje-roer-me-niet, ijs lilin en Waterlooplein
Kruidje-roer-mij-niet, ijs lilin en Waterlooplein, een rare titel voor een verhaal, maar die drie horen in MIJN herinnering bij elkaar.
Tot maart 1956 zat ik in Djakarta (voorheen: Batavia, later Jakarta) op de HBS van de CAS (Carpentier Alting Stichting) aan het Koningsplein-Oost.
Als ik van huis naar school fietste (zie ook het artikel "Fietsend naar school" op deze weblog) dan passeerde ik (tenzij ik een alternatieve route nam, wat ook wel eens gebeurde) het Waterlooplein.
Ik naderde het Waterlooplein dan vanuit de Vrijmetselaarslaan, dus ik kwam op het hoekpunt Waterlooplein Noord Waterlooplein Oost. En ik moest dan naar de Willemslaan en die lag weer aan de overkant van het grote plein, dus aan Waterlooplein West.
Ik kon natuurlijk de noordkant van het plein pakken, maar de afstand die ik dan moest afleggen via Waterlooplein-Noord en nog een deel van Waterlooplein-West tot aan de afslag Willemslaan was volgens mijn wiskundige knobbel (en ik zat toch op HBS-B, de wiskunde kant!) veel langer dan wanneer ik het plein diagonaal zou oversteken. Dan moest ik wel over het gras rijden, maar ik was kennelijk niet de eerste die op dat idee was gekomen, want in het gras was een spoor uitgesleten, waarlangs kennelijk al meer voetgangers en fietsers waren gegaan. Er was een soort smal zandpaadje ontstaan, dat door de moessonregens tot een smal geultje was geërodeerd.
En midden op het plein had de natuur een lichtgroen kleedje gelegd dat afstak tegen het donkergroen en bruin van het gras. Een stuk grond van ongeveer 4 bij 4 meter was bedekt met kruidje-roer-me-niet-planten.
Het kruidje-roer-mij-niet of gevoelige mimosa is een lid van de vlinderbloemfamilie. Deze kruidachtige plant toont aan dat planten, ondanks het feit dat ze geen zenuwstelsel hebben toch snel kunnen reageren. Bij aanraking van het samengesteld de blad gaan blaadjes " dicht", ze vouwen zich samen. Niet de hele plant reageert, maar alleen het deel dat wordt aangeraakt. Na enkele minuten strekken de bladstelen weer en vouwen de bladeren weer open.
Omdat ik bekend was met dit fenomeen kon ik het vaak niet nalaten om, als ik door dat kruidenveld reed even van mijn fiets af te stappen en verschillende bladeren in de slaapstand te zetten. Het gebeurde wel eens dat ik daardoor bijna te laat kwam op school, maar het optreden als hypnotiseur van planten gaf me zo vroeg in de morgen toch wel een voldaan gevoel
.Tegenwoordig noemt men dat een kick.
Als ik s middags uit school kwam en dezelfde weg reed om naar huis te gaan, dan stak ik weer het Waterlooplein diagonaal over. Maar nu geen tijd voor slaapverwekkende activiteiten. Want in de verte, aan de andere kant van de diagonaal zag ik hem al aankomen, de jongen met zijn "es lilins". Letterlijk betekent es lilin kaarsvormig ijsje, waarmee een ijsje op en stokje werd bedoeld.
Bijna elke dag kwam ik dezelfde jongen tegen. Hij was ongeveer twaalf jaar en droeg een juk over zijn linkerschouder waaraan zowel aan de voor- als achterkant een
thermoskan aan touwtjes hing. Op de opening van de kan zat een dikke stop van kurk en daarbovenop was nog een deksel geschroefd. Hij had in de thermoskannen es lilins in diverse smaken van een in Batavia bekend merk, " Baltic".
Chocolade-ijsjes, ijsjes met de smaak van djeroek (sinaasappel), kelapa kopjor (jonge kokos), nangka (jackfruit) en nog veel meer.
En alsof we het met elkaar hadden afgesproken, we kwamen steeds bij elkaar op het stuk veld waar de kruidje-roer-me niet-plantjes groeiden.
En elke middag vond daar in het midden van het immens grote Waterlooplein, vernoemd naar de Slag bij Waterloo, een plein met een grootse geschiedenis , weer hetzelfde simpele ritueel plaats.
Onze blikken ontmoetten elkaar en ik stopte en stapte af van mijn fiets. Mijn fiets legde ik op de grond, want ik had geen standaard en de ijsjongen haalde het juk van zijn schouders.
Daarna opende hij de deksels en stoppen van beide thermoskannen en liet mij rustig een ijsje kiezen. Het scheen dat hij al het geduld van de wereld had. En als ik mijn keuze had gemaakt en daarna mijn zakken naliep om te zoeken naar geld, wendde hij zijn blik discreet af en zwaaide zachtjes met zijn hand door de dan nog wakkere kruidjes om hem heen om ze te laten slapen. En beiden zeiden we dan zachtjes " Selamat tidur", welterusten, tegen de slapend plantjes. Als ik mijn ijsje had betaald en hij de thermoskannen weer had gesloten, legde hij zijn juk weer op zijn schouder, pakte ik mijn fiets weer op, glimlachten zwijgend naar elkaar en gingen dan beiden onze eigen weg.
07-10-2008 om 16:17
geschreven door rene persijn
|