Het kan verkeren. Enkele jaren geleden toerde Sarah Ferri (33) nog door Vlaanderen als de frontvrouw van Misses Bombie, een garagerockband die zichzelf aanprees met de gevleugelde woorden 'three motherfuckers and a bitch in front'.Ze speelden donkere rock en haalden onder meer de finale van het Oost-Vlaamse Rockconcours. Op Youtube vindt u er nog sporen van terug.
'We hebben zelfs nog meegedaan aan Humo's Rock Rally', lacht Ferri - de finale bleek wel een brug te ver. 'We hebben het volgehouden tot we op een bepaald moment dachten: waartoe leidt het allemaal? Ach, het was jeugdsentiment. En dus zijn we ermee gestopt.'
De Sarah Ferri die zonet het café van de Vooruit binnenwandelde, lijkt in niets meer op de met haar lichaam snokkende 'bitch' van vijf jaar geleden. Smaakvol kleedje, frisse blik, en twee uur lang gul gelach, dat soms omslaat in gêne - 'maar enfin, ik zit hier heel mijn leven te vertellen'.
Ferritales, haar debuutalbum in een productie van Koen Gisen dat volgende week in de winkels ligt, is een van de meest geanticipeerde Belgische albums dit voorjaar. Al twee jaar wordt Ferri getipt door kenners, die haar live aan het werk zagen. Een maand geleden tekende ze een licentiedeal met de platenfirma Universal. De ceo van het platenlabel, Patrick Busschots, weet dat jonge vrouwen die swingen, goed in de markt liggen - denk aan Amy Winehouse en Adele - en heeft de concurrenten gedecideerd weggespeeld.
Ook Ferritales is zo'n plaat die de generatiekloof, die de rock-'n-roll er sinds 1955 inhamerde, totaal negeert. Met sprekend gemak slaat Ferri een brug van de swingjazz van de fifties naar de popkoortjes van de sixties, om het geheel te verbinden met de vrije geest van de seventies. De zangeres buitelt zo moeiteloos over en door de noten heen en surft zo makkelijk over de arrangementen, dat ze dit al jaren lijkt te doen. Maar zo eenvoudig wordt een verhaal niet geschreven.
Dit album had er al een halfjaar moeten zijn. Tevreden?
'Ja, natuurlijk. Hier heb ik jaren naartoe gewerkt. Die cd móést er komen, dit is echt naar buiten treden voor mij. Nu is het bang afwachten en hopen op wat erkenning, want dat geeft extra energie en die heb ik nodig.'
Je hebt een heel eigen stijl. Iedereen vraagt zich af waar je die vandaan haalde.
'De eerste songs die ik voor mezelf schreef, waren eigenlijk folksongs. Thuis leerde ik Melanie kennen. Ik hield van haar rauwe stem, en hoe ze bijna huilend zong. De song “This is a moment, komt uit die periode. De backing vocals komen uit de jaren 60, denk ik. Maar in “A place on the moon, klinken de swing van de fifties en de refreintjes van de sixties. Dat gebeurt allemaal intuïtief: ik denk dat ik alles wat ik mooi vind in een cocktail samenbreng.'
En wat heb je met de jaren 70?
'Dat is de rauwe emotie, de blote ziel, de organische aanpak. Vóór die jaren zat alles keurig op zijn plaats. Maar de jaren 70 maakten het mogelijk om uit te breken. Popmuziek werd overdreven, emotioneel, op het hysterische af.'
Heb je die liefde voor veel muziekjes van huis uit meegekregen?
'Nee, toch niet. Mijn vader (een Italiaan, red.) speelde wel vaak gitaar. Nogal melancholisch, een beetje Spaans. Hij had ook een eigen band, maar heeft er nooit veel in het publiek mee opgetreden. Hij is veel bezig met bossanova.'
'Van een vriend des huizes, die veel platen had, kreeg ik als kind compilatiecassetjes met muziek uit de seventies. En ik heb ook vier jaar pianoles gevolgd. Het speelt allemaal een beetje mee, net als het feit dat mijn ouders lid waren van een hippie-achtige protestantse groep. Daar gingen mijn drie zussen en ik vaak zingen, uit een songbook. “De heer is mijn herder, en zo. Ja, het wás leuk. Ik ben daarin meegegaan tot mijn puberteit, toen werd ik kritischer. (glimlacht) Maar pas op mijn achttiende ben ik op een podium gaan staan.'
En je eerste album volgt pas vijftien jaar later. Ben je zo'n twijfelaar?
'Een zoeker. Ik heb pas heel laat beseft dat ik dit wil. Het heeft er gewoon mee te maken dat ik zoveel dingen interessant vind. Ik ben biologie gaan studeren aan de universiteit omdat het me interesseerde waar we vandaan komen. En wetenschappen leek me de meest pure vorm van existentiële bevraging. Maar het lukte niet, dus ben ik een jaar gaan werken; dan ben ik de opleiding industrieel ingenieur begonnen, wat weeral niet hét was. Ik heb al die tijd niet gesnapt dat muziek in de weg zat. Ik bleef de hele tijd liedjes maken, maar negeerde tegelijk die scheppingsdrang volkomen.'
Spijt?
'Soms wel. Kon ik nu echt niet wat vroeger inzien dat ik een singer-songwriter wilde zijn? Misschien is dat lange bewustwordingsproces goed geweest, want ik heb veel geleerd. Als het allemaal vanzelf gaat, sta je misschien niet lang stil bij wat je overkomt? Maar ik zou ook wel eens wat luchtiger willen leven.'
Je ouders...
'...hebben nooit druk gezet, nee. En ja, soms vraag ik me af of ik niet te vrij opgevoed ben. Maar ik zal dat nooit in hun schoenen schuiven. Ik ben altijd een zoeker geweest.'
Hoe ben je dan 'geland'?
'Ik ben gaan werken. Acht jaar op een administratie. Dat klopte natuurlijk helemáál niet. Ik modderde maar aan, tot ik twee jaar geleden besloot om er eindelijk eens voor de volle honderd procent voor te gaan. Ik had wat gespaard, heb mijn werk laten vallen, en ben blijven bijklussen. Toen is alles in een stroomversnelling gekomen.'
Kan je ervan leven?
'Nee. Het zijn grote investeringen. Ik had ook het geld niet om een plaat op te nemen; de opnames zijn gebeurd met de hulp van een paar vrienden en een overheidssubsidie.'
Je aanpak is nostalgisch. Mag ik dat zeggen?
'Ja... dat is ook zo. Ik ben een romanticus, ik vind “nostalgie, een positief woord. Het verwijst naar gelukkige gevoelens in je prilste jeugd, naar het gevoel dat je dan van alles ontdekt. Maar het probleem met zo'n imago is dat je meteen in een vintage-verpakking zit. Je belandt in de van Duffy, Amy Winehouse, Adele... En ik snap dat vrouwen die muziek zingen, je kunt er zoveel in leggen. Het zijn vaak naïeve deuntjes, maar er zit heel wat vrije ruimte onder die je toelaat om intens te zingen over emoties. Maar ik wil met al die elementen iets nieuws doen.'
Je groove komt niet van rock of house, maar van jazz. Hoe ben je in die wereld beland?
'Via de muziekschool. Ik was op een bepaald moment gebeten door de microbe van de oudere jazz. In die tijd had je nog echte “stielmannen,, mensen die gespecialiseerd waren in enkel arrangeren bijvoorbeeld. Neem Dinah Washington en Ella Fitzgerald, die hebben prachtige melodieën en arrangementen.'
Hoorbare invloeden...
'Ja? Ik schrijf in essentie altijd eerst een zanglijn vanuit wat ik voel, en dan gebruik ik bijna intuïtief stijlelementen om ze aan te kleden. Ella's versie van “Summertime, heeft heel boeiende strijkers, maar die imiteer ik dan vocaal. Ik ben een spons: er blijft van alles hangen. En ik werk vooral graag met stemmen.'
Wanneer ik een Gentse met swingjazz hoor spelen, denk ik spontaan dat ze op de familie De Cauter gebotst is.
(lacht) 'Ik heb die swing daar gehoord, ja, in hun kleine cafeetje Hot Club de Gand. Dat was echt een ontdekking. Ik was onder de indruk van de gezelligheid die van de muziek uitging. Maar ik wil niet vastgepind worden op één stijl. Hierna ga ik weer verder.'
Je hoort eigenlijk bij een generatie die met de laptop op de slaapkamer muziek hoort te maken.
'O jee, ik wil misschien ooit wel iets doen met elektronische muziek, maar ik weet niets van die wereld. En zo'n laptop, dat is me te lastig en ik vind het tijdverlies me daarin te bekwamen. Als ik een idee heb, neem ik het meteen op. Ook al heb ik mijncassetterecorderke intussen vervangen door een digitaal opnametoestel, in essentie weet ik maar twee knoppen zitten: rec en stop.'
Voel je je deel van je generatie?
'Totaal niet. Ik heb niet veel samenhorigheids- of generatiegevoel. Ik ben redelijk sociaal, maar meedoen met mensen omdat ze deel uitmaken van mijn generatie, zo ben ik niet. Ik functioneer vanuit mijn eigen drive. Ik ben nogal een eenzaat.'
Al die nieuwe liedjes laten verschillende facetten van je zien. Je relatietwijfels, maar ook je blijdschap om nieuwe dingen.
'Vroeger maakte ik nogal donkere liedjes, maar omdat de muziek altijd voor de tekst komt, en ik veel heb opgepikt uit jazz, is dat omgeslagen. Nu zitten er meer knipogen in en kan ik mezelf meer relativeren. Vroeger zei ik ook altijd dat ik een hekel had aan liefdesliedjes, maar liefdesverdriet raakt je harder dan je denkt en dat vindt dan toch zijn weg naar buiten. Toch zing ik even graag over gelukkige momenten, zoals die twee liedjes over de lente. Dat gelukzalige gevoel dat iets nieuws begint. Kijk, dat zoek ik nog voor de concerten. Nummers waarin ik écht tot het uiterste kan gaan, waarin ik kan losbreken zodat de mensen uit hun dak gaan.'
Vertel eens iets over 'The hungry villain', zo'n geile song.
(giechelt) 'Moet ik dat nu uitleggen? Het is een stoute tekst, ja. Het liedje gaat over hetspelleke van de verleiding. Je weet wel, zo'n situatie waarin je verleid wordt, je je ongemakkelijk voelt, maar waarin je het spel toch meespeelt.'
In een paar liedjes druk je uit dat je het beu bent je te moeten inhouden.
'Dat is mijn Italiaanse temperament, zeker?'
Voel je je meer Italiaans dan Belg?
'Nee. Ik ben hier opgegroeid en heb hier schoolgelopen. Maar eerlijk gezegd, meestal voel ik me als een alien. zowel in België als in Italië. In Italië vinden ze me gereserveerd en afstandelijk. In Vlaanderen is het net andersom.'
'Ferritales' van Sarah Ferri verschijnt op Universal op 6/4
Cd-voorstelling in de Brusselse AB op 20/4 en in de Gentse Vooruit op 22/4