De laatste vulkaanuitbarsting op de Canarische Eilanden was die van de Teneguía op het eiland La Palma en vond plaats op 26 october 1971. (Feitelijk was er nog een recentere, namelijk die van de vulkaan El Hierro die onlangs onder het wateroppevlak van de oceaan plaats vond en bijgevolg minder spectaculair was). De Teneguía spuwde langs twee belangrijke gaten lava uit. Een in de richting van de zuidpunt van het eiland en een andere (waarop we ons bevinden) in zuid-westelijke richting. Deze stroom bereikte de zee in de nacht van 26 op 27 october. De volgende dagen wisselden de uitbarstingen van de vulkaan zich af met explosies die grote hoeveelheden lapilli (korrelig fijn gesteente) en lavabommen over grote afstanden de lucht in wierpen.
De vulkaan Teneguía op de achtergrond.
De uitgespuwde lavabrokken die meegesleurd worden in de lavastroom zijn heet en rijk aan gassen, die gassen ontsnappen en laten de blokken exploderen waarbij scherpe lavapunten achterbleven die de explosies benadrukken.
Dit gebied is sinds de uitbarsting van de Teneguía een van de belangrijkste toeristische attracties van het eiland geworden. Vanuit een ooghoek zie ik in een flits een toeristenbus voorbij rijden. Niet iedereen heeft de tijd en zin om in dit door God verlaten gebied rond te struinen ;-)
Producten van de vulkaanuitbarstingen. Op het eiland La Palma komt de wandelaar ze allemaal tegen.
De lapilli is materiaal dat tijdens vukaanuitbarstingen uitgeblazen wordt en terug op aarde terecht komt, soms wel kilometers verder weg.
Met lapilli worden in de vulkanologie alle stukjes brokkelig lava bedoeld tussen de 2 mm en de 64 mm groot. Fijner dan 2 mm wordt bestempeld als vulkaanas.
Een grote vlakte lapilli.
|