Dopingzondaars zullen in de toekomst tot 4 jaar kunnen worden geschorst, als het WADA van Dick Pound zijn zin krijgt.
Toevallig had ik het boekje 'God heeft echt bestaan' van Jan Populier in handen, een samenvatting van de theorie van de Franse filosoof en menswetenschapper René Girard.
Daarin staat de zondebok centraal: de gemeenschap drijft in de persoon van een zoenoffer het kwaad uit dat ze zelf heeft bedreven.
Het gaat in essentie om een zuiveringsritueel, te vergelijken met duiveluitdrijving: de duivels van deze tijd zijn de dopingzondaars en door ze hysterisch en genadeloos te vervolgen zuiveren we onszelf van onze eigen corruptie.
Want laten we wel wezen: ik moet nog de eerste Belg tegenkomen die nooit in het zwart heeft gewerkt of laten werken, een Belg die stipt al zijn inkomsten aangeeft.
En kijk naar ons gedrag in het verkeer: een bord met 70 als maximumsnelheid doet ons 80 of 90 rijden; als we kunnen inhalen waar het niet mag maar waar de pakkans onbestaande is, zullen we het zeker niet laten.
Kortom, we zijn een volkje van anarchisten die lak hebben aan lineair opgelegde regels. Eén troost: in het buitenland zijn ze niet beter.
Toch lokt het debat over doping de meest gepassioneerde discussies uit, zowel tussen volksmensen op café als tussen universitair gediplomeerden.
Deze irrationaliteit lijkt me alleen te verklaren door het onbewuste karakter van het zondeboksyndroom: het morele onbehagen dat onze eigen fouten veroorzaken, moet worden uitgezuiverd door brandstapels en schandpalen.
Eeuwenoude rituelen van reiniging en verdringing: voor de duur van het ritueel zijn we even verlost van het knagend schuldbesef. Wij zijn immers de rechtvaardigen, de zuiveren van hart. De corrupten staan aan de overkant, in de krant of op een website: geschorste of betrapte of zelfs maar verdachte atleten.
Tegelijk valt op hoe selectief die morele zuiverheid wordt gehanteerd. Vraag niet waarom grote sportevenementen plaats vinden in landen die bekend staan om doorlopende schendingen van de mensenrechten. Het antwoord luidt voorspelbaar: we doen aan sport, niet aan politiek. Alsof de sport zich afspeelt op een eiland.
Over heel de wereld zie je het zelfde fenomeen: morele onverzoenlijkheid op één deelgebied, gewetenloos opportunisme op de meeste andere. Het leven is heilig in de moederschoot, eens geboren mag het worden uitgehongerd of plat gebombardeerd.
Of zoals een Franse chansonnier het zong: 'la morale c'est toujours la morale des autres.'
Omdat ik zelf Vlaamsgezind ben opgevoed volg ik de ontwikkeling van het flamingantisme en van Vlaanderen in het algemeen met enerzijds nogal wat emotionele verwarring en anderzijds een toenemende intellectuele afwijzing. Dit is niet het Vlaanderen waar ik 30 of 40 jaar geleden van heb gedroomd.
Een opiniepeiling in De Standaard wees uit dat 80% van hun lezers akkoord gaat met gevangenisstraffen voor 14-jarigen. Onze neofascisten kunnen nog altijd beter in het opbod inzake repressieve stoerheid: zij willen kinderen vanaf 10 jaar opsluiten. Als je de lezersbladzijden in allerlei populistische kranten leest en op de interactieve websites gaat kijken, zou je kunnen vaststellen dat onverdraagzaamheid en wraakzucht de toon aangeven.
De meest gemediatiseerde 'Vlaamse Beweger' van het laatste jaar, Bart De Wever, verzint een dubieuze psychologische analyse om racisme 'begrijpelijker' te maken en kan zelf zijn haast racistische afkeer voor alles wat links is nauwelijks verhullen.
Ik heb de stickers met 'Ik ben Vlaming en daar ben ik fier op' altijd een puberaal verschijnsel gevonden. Hoe kun je trots zijn op Rubens als je zelf geen penseel kunt vasthouden of Rubens niet kunt onderscheiden van zijn tijdgenoten en nog niet eens weet in welke tijd Rubens heeft geleefd.
Al wie in onze geschiedenis iets te betekenen heeft gehad, was zowel Vlaming als Europeaan en wereldburger. 'Willem die Madocke maakte' schreef een Vlaams én een universeel verhaal.
Wat blijft in het flamingantisme van vandaag over van August Vermeylens dubbele oproep: 'more brains' en 'Vlaming zijn om Europeër te worden' (waaraan hij vandaag 'en wereldburger' zou toevoegen)?
Waar zijn de geestelijke erfgenamen van Maurits Coppieters: jarenlang NCOS-voorzitter en sterk geëngageerd voor de Derde Wereld en samen met Norbert Debatselier onze eerste andersglobalist - zie 'Het Sienjaal'. Een open geest, een solidaire geest: volgens de tenoren van het huidige Vlaamse front ongetwijfeld veel te links.
En zonder twijfel wordt het discours van de populisten gedragen door een meerderheid bij de bevolking: een meerderheid van beleggers, Benidormbedevaarders en fiscale foefelaars. Kortom, een meerderheid die foert zegt tegen de ware, beschamende problemen: de uitsluiting van steeds meer armen en rechtelozen.
En, uiteraard, wie er niet blind voor is, merkt dat het openbaar debat wordt gemanipuleerd: kijk maar welke onderwerpen continu aan bod komen en welke niet of nauwelijks. Als een redactie voortdurend zelf beslist over welke items hun lezers of kijkers mogen stemmen of hun mening ventileren, dan gaat het om orchestratie en niet om een neutrale weergave van wat er leeft. Vlaanderen en Wallonië lijken twee ijsschotsen die steeds verder van elkaar wegdrijven, maar betreft het hier een natuurlijk en onvermijdelijk proces dan wel het gevolg van eenzijdige berichtgeving en demagogie - zie het imago dat Joelle Milquet opgekleefd krijgt in de meeste Vlaamse media.
Dit is een akelig Vlaanderen. Het wordt meer dan tijd dat ons landsdeel zijn andere gelaat toont: een gezicht zonder verkramping met een blik die verder reikt dan de eigen navel. Een Vlaanderen met een visie die essentie onderscheidt van futiliteiten, die menselijke waardigheid belangrijker acht dan taalvetes en communautaire geldstromen. Een Vlaanderen dat geen betonnen littekens kerft in eigen vel. Een Vlaanderen dat zichzelf niet opsluit achter de tralies van zelfgenoegzaamheid, arrogantie en consumentisme: Eigen Buik Eerst.
Vandaag is het zover gekomen dat het enige Vlaanderen waar ik nog vrede mee kan nemen een zeldzaam bos is, zoals Gezelle schreef: 'alleen en van geen mens gestoord.'
In De Morgen van dinsdag blikt een aantal toonaangevende journalisten terug op hun studententijd. In het bijzonder de bijdrage 'Net gemist' van Filip Rogiers heeft me getroffen: hij lijkt het zich te beklagen dat hij de woelige generaties van 68 en de late jaren 90 heeft gemist.
Ik vraag me af wat mijn generatie - die wel mei 68 bewust of onbewust heeft meegemaakt - daaraan heeft overgehouden. Hoevelen dragen nog de idealen of dromen van toen uit: de verbeelding aan de macht, verboden te verbieden, contestatie van elke vorm van machtsmisbruik en van dwaas consumentisme? Aan de recente verkiezingsuitslagen is daar niet zodanig veel van te merken.
Om te beginnen moeten we toegeven dat we een minderheid vormden, een zeer kleine al bij al: een harde kern die zich gedroeg als rode missionarissen, een ruimere kring meelopers daar omheen - en daar tegenover de grote meerderheid die net als de generatie van 80, die van 'cocooning', uitsluitend bezig was met de eigen carrière en in afwachting daarvan met zuipen, versieren, en met een minimum aan inspanning een diploma halen.
Het aanbod van de universiteit was inderdaad meestal ouderwets, duf en muf, en in hoofdzaak op memoriseren gericht: soms tot in het absurde alsof je net zo goed een telefoonboek van buiten kon leren. 'Weetjesschap' noemde een studievriend het, hij is intussen zelf prof en doet het volgens zijn oudstudenten stukken beter.
Wat ik alleszins aan de vermolmde germaanse filologie heb overgehouden is de kritische analyse van teksten, het wantrouwen van elk zelfverklaard gezag, het ziften van woorden en vaststellen dat je meestal weinig ziet schitteren op het raster.
In wezen had de generatie van 68 de zelfde droom als de huidige andersglobalisten, maar de kans dat hun alarmsignalen ernstig worden genomen lijkt me groter dan het met de dweepzucht van maoïsten en trotzkisten is gebeurd: hun oogkleppen zijn allicht eerder dan de Muur weggevallen, een eerste maandloon en zeker een eerste kind waren doorgaans voldoende als tegengif.
In elk geval, wie van oordeel is dat hij of zij te weinig wordt gestimuleerd door professoren, die moet maar stimulerende vrienden zoeken en soms vind je die op de bladzijden van een boek.
Gelukkig houdt redacteur Filip Verhoest het hoofd koel en toont hij met wetenschappelijke bevindingen aan dat jeugdgevangenissen niet zo'n goed idee zijn.
Dat 80 % van De Standaardlezers er anders over denkt, geeft mij als oudleraar een tik.
Als je niet meer gelooft in de heropvoedbarheid van 14-jarigen geloof je dan nog wel in de kracht van onze beschaving? Het kan pretentieus klinken, maar ik heb de voorbije jaren al herhaaldelijk geschreven dat de eenzijdige berichtgeving in onze massamedia, in het bijzonder in de tv-journaals, met hun overbeklemtonen van negatieve sensaties onvermijdelijk schadelijke gevolgen moet hebben op de psychologie van onze bevolking - en niet alleen bij ons uiteraard.
Op zijn minst ontstaat daardoor een 'onbehagen in de cultuur' om met Freud te spreken, erger zijn de verkrampte reacties die kenmerkend zijn voor angst- en onveiligheidsgevoelens.
Als je alleen de tv-journaals van 19 uur bekijkt en een van de populistische kranten leest, dan is het niet zo onlogisch dat je om zekerheden en bescherming roept.
Dagelijks word je bestookt met bedreigingen en voorbeelden van normenloosheid, van totale ontsporing en onheil. Probeer dan maar de wereld en vooral de toekomst met vertrouwen aan te kijken: angst inspireert altijd tot agressie en 14-jarigen opsluiten in een gevangenis is een daad van agressie.
Frank Vandenbroucke heeft eens terloops opgemerkt dat een politicus ook een soort opvoeder moet zijn: geen naloper van de publieke opinie maar soms een voorloper, in elk geval iemand die boven de waan van de dag staat en met zin voor verantwoordelijkheid leiding geeft. Populisten geven gehoor aan de roep die het luidst weerklinkt.
Noot: Wat mij al jaren opvalt is dat de Vlaamse liberalen de stoerste zijn van alle zogenaamd democratische partijen als het over repressie gaat: meer blauw op straat, strenger asielbeleid, en nu jeugdgevagenissen. Naar het schijnt zijn de liberalen humanisten. Kan iemand mij uitleggen waar het humanisme te vinden is in deze repressieve mentaliteit? Het adjectief 'Open' bij VLd lijkt alleen te slaan op de achterdeur waarlangs steeds meer VLD-leden wegsluipen naar Lijst Dedecker: stoer, stoerder, stoerst. En dat allemaal ter ere van de bange blanke man en vrouw.
Volgens Bart De Wever valt het best mee met het racisme van Hans Van Temsche: het is gewoon de in elke generatie opduikende puberale rebellie tegen het establishment dat vandaag unisono antiracist zou zijn.
Twee of drie bedenkingen.
Ten eerste is het racisme geen exclusief gedrag van jongeren en wanneer het bij jongeren voorkomt kan men de vraag stellen in welke mate het imitatiegedrag betreft.
Bijvoorbeeld de discriminatie op de werkvloer wordt niet gepleegd door jongeren; de meetings van het VB worden niet door meer jongeren bijgewoond dan die van andere partijen. Op mijn katholiek schooltje ben ik vaak op racisme gestoten: inderdaad bij leerlingen die met zichzelf en het gezag in de knoop lagen, maar vooral zeer expliciet bij oudere collega's en niet de laatste jaren maar als een constante aanwezigheid. Ontmoetingen met bejaarde Vlaamse radicalen, met name Oostfronters, leren dat ze hun afkeer voor bolsjevieken en joden hebben verschoven naar de eigentijdse vreemdelingenhaat.
Puberale rebellie begint bij verzet tegen het ouderlijk gezag en dat ouderlijk gezag wordt vandaag niet gekenmerkt door antiracisme.
Ten tweede, wat bedoelt De Wever nu precies met deze frase: 'Maar racisme is wel een onderwerp dat het verdient om op een verstandige manier benaderd te worden.'
Wil hij de wet op het racisme afschaffen, het centrum voor racisme- en discriminatiebestrijding opdoeken, het VB behandelen 'als een partij zoals alle andere' (dixit een VRT-vedette) en hun haatpropaganda alle kansen bieden in onze media?
We hebben er het raden naar en van raadspelletjes komt het vermoeden dat De Wever zich wil profileren als 'fatsoenlijk rechts': hij ziet zijn vriend Dedecker kiezers weghalen bij het VB en denkt allicht dat ook zijn partij aan het uiterste rechts van het politieke spectrum stemmen kan recupereren.
Trouwens, wat zegt volgende frase over het oordeelsvermogen van De Wever: 'Voor de linkerzijde vulde het antiracisme de ideologische leegte die na het vallen van de Berlijnse Muur zo duidelijk werd.'
Voor De Wever staat links dus gelijk met communisme en hebben linkse denkers en militanten een leeg hoofd dat enkel kan gevuld worden met het meest voor de hand liggende, met een ideologie van intellectuele gemakzucht. Etiketten kleven is een zeer efficiënte manier om een debat te versimpelen: laten we spreken van 'antiracisme' alsof het een kwaal betreft die minstens zo erg is als het racisme zelf en laten we 'de linkse kerk' van dit etiket voorzien zodat we zelf kunnen achterover leunen in het comfort van ons superieure denken. Maar wat dat superieure denken precies inhoudt, komt de lezer niet te weten.