Waar haalt Udo Ulfkotte (de Duitse organisator van de verboden betoging in Brussel - zie De Standaard van vandaag) het toch dat het spuwen naar vrouwen in bikini eigen zou zijn aan de islam? Jaarlijks brengen duizenden Vlaamse en Europese vrouwen en meisjes hun vakantie door in Turkije, Tunesië, Egypte etc: worden zij daar bespuwd als zij in bikini aan het strand of het zwembad gaan liggen?
Ulfkotte stelt misdadig extremisme zonder meer gelijk aan de kern van een beweging of overtuiging.
Vergelijk het met nationalisme: uit Rusland komen opnieuw berichten over geweldplegingen op joden en homo's door jonge macho's die zich gedragen als neonazi's.
Is dat een reden om het nationalisme te verbieden, moet Bart De Wever zich aangesproken voelen?
Enkele jaren geleden hebben Waalse stakers een bedrijfsleider gegijzeld: moeten we het stakingsrecht afschaffen?
Er zijn in onze maatschappij fundamentele regels waarover geen discussie mogelijk is, laat staan enige toegeving, maar de overgrote meerderheid van de moslims houden zich daaraan. Behalve misschien in de privésfeer waar verschijnselen als gearrangeerde huwelijken en ongelijkheid tussen man en vrouw nog steeds voorkomen.
Maar verander je dit met een betoging of met opvoeding?
Wij hebben eeuwen nodig gehad om tot een geëmancipeerde samenleving te komen. De meeste Europese moslims zijn afkomstig uit autoritaire regimes met geringe scholing.
Is het dan niet verstandiger om de weg van de geleidelijkheid te bewandelen, zonder toe te geven op essentiële punten zoals de scheiding van kerk en staat en de plicht om zich geweldloos te uiten als men het met bepaalde meningen of publicaties niet eens is?
Bovendien valt het sterk te betwijfelen of de jonge geweldplegers nu opeens zoveel geloviger of strenger in de leer zijn dan hun ouders: zou hun baldadigheid niet eerder andere oorzaken hebben, pedagogische en sociaal-economische?
Op één punt heeft Ulfkotte gelijk: imams die haat prediken moeten opgespoord en verwijderd, het kwaad moet aangepakt bij zijn ideologische bron.
Extremisme is een bedreiging, ja, om het even uit welke politieke of godsdienstige hoek.
Oproer bij de Post na de open brief van manager Thijs die de postmannen verdenkt van profitariaat. De vakbonden melden woedende reacties van hun leden. Vandaag haalt de hoofdredacteur van De Morgen zwaar uit naar de vakbonden. En velen zullen wel grinniken of instemmend knikken want wie kent geen postbode die bij klust wanneer hij zogezegd ziek is en iedereen vergeet dat dit ook in de privé gebeurt, bij bruggepensioneerden etc Niets menselijks is ons vreemd vandaar deze vraag:
Gaat Yves Desmet niet wat kort door de bocht als hij schrijft dat de vakbonden bij de Post de sociale fraude verdedigen?
Enkele bladzijden verder lezen we dat ACOD-kopman Jozef De Doncker zegt:
'Als hij (topman Johnny Thys) dan toch twijfelt aan de echtheid van de ziektebriefjes, moet er ernstig met de artsen worden gepraat die ze schrijven.'
En verder: ''Als de directie beslist om de controles te verbeteren, zijn wij daar voorstander van.'
Dat lijkt me heel wat anders dan het verdedigen van profiteurs.
Maar een vraag die iedereen aanbelangt is die naar de oorzaken: hoe komt het dat in één bedrijf of één sector het absenteïsme duidelijk hoger ligt dan het nationaal gemiddelde?
Heeft dit te maken met de aard van het werk, met het klimaat in het bedrijf of gaat het louter om een gebrek aan arbeidsethos?
Is het niet kunnen opnemen van rechtmatige verlofdagen het gevolg van het absenteïsme of eerder een oorzaak? Ik weet het niet. De ervaring leert dat 'plantrekkerij' (om een Vlaams woord te gebruiken) aanzienlijk vermindert, als de job en het werkmilieu zelf motiverend zijn.
Misschien moet de Post eens tegen dat licht onderzocht worden???
Er werd de voorbije dagen wat afgepend over de evolutie van de studiebeurzen voor universitairen.Misschien kan een persoonlijk getuigenis de problematiek wat duidelijker maken.
Als zoon van een fabrieksarbeider ontving ik in 1969 een studiebeurs van 36 000 BEF; na de dood van mijn vader kreeg ik als zelfstandige student 64 000 BEF. Voor mijn kot betaalde ik toen 900 BEF en een warme maaltijd in de mensa kostte 25 BEF. Gelukkig kon ik in het eerste jaar rekenen op een bloedbroeder die de boeken van onze verplichte lectuur doorgaf en zodra dat ze vernam dat ik er alleen voor stond deed mijn kotmadam mijn was. In ruil voor urenlange gesprekken over literatuur en psychologie. Een vakantiejog diende niet om mijn pintjes te betalen vermits ik zeker de eerste jaren nauwelijks op café ging. De universiteit bood een abonnement op 5 klassieke concerten aan voor amper 120 frank. In een huishoudboekje hield ik bij hoeveel ik dag na dag uitgaf aan voeding. En deze opsomming is geen zelfbeklag: ik had nooit het gevoel iets te missen. Integendeel, verwend worden door vrienden en een mooie kotmadam is best een aangename ervaring. Vandaag vind je in Gent nog nauwelijks een kot beneden de 200 euro en de prijs van de warme maaltijden in de universitaire restaurants is minstens verviervoudigd. De maximale studiebeurs is volgens een artikel van Pieter Lesaffer in De Standaard slechts verdubbeld ( 3 000 euro).
Iedereen kan hieruit de voor de hand liggende conclusies trekken.
Het is inderdaad alle verhoudingen in acht genomen duurder geworden om aan een universiteit te studeren.
de verdedigers van het recht op vrije meningsuiting
Het zou vermakelijk kunnen genoemd worden - als het niet zo ernstig was - wie de advocaten van de vrije meningsuiting zijn als het gaat om het schofferen van moslims.
Was het niet Filip Dewinter en zijn fractie die er in de Antwerpse gemeenteraad op aandrongen om het Toneelhuis zijn subsidies af te nemen omdat daar volgens hen een 'onzedelijk' toneelstuk werd vertoond?
Die zelfde Dewinter stond op de Brusselse Grote Markt grijnzend toe te kijken, samen met zijn bloedbroeder Annemans, toen hun stoottroepen Willem Vermandere aanvielen die zijn liedje 'Bange blanke man' aankondigde. Op de IJzerbedevaart werden Vlaamsgezinde mensen ondersteboven gelopen door deze specialisten van de mensenrechten onder leiding van hun Obersturmbahnführer Wim Vereycken.
Van beide incidenten waren beelden te zien in het VRT-journaal: mij is het een raadsel waarom die beelden nog nooit zijn gebruikt om de demagogen te confronteren met hun leugens.
Wie ooit de uitzendingen van 'Zwart-Wit' heeft gevolgd, het zondagmiddagprogramma van Jurgen Verstrepen, heeft talloze keren kunnen vaststellen dat hij opbellende kijkers die vragen stelden die hem niet bevielen, de mond snoerde en kleineerde.
Maar goed, het VB gaat bloemen leggen aan het monument van priester Daens, eist 1 mei op als zijn feestdag: dus de mensenrechten kunnen er ook nog bij. Al klinkt het alsof een pedofiel een weeshuis opricht.
In het artikel over hangjongeren vinden we allerlei vormen van wangedrag en repressie, maar over de oorzaken van het fenomeen lezen we niets.
Tot begin de jaren 1960 was ons straatje verkeersvrij en buiten spelen of rondhangen was een evidentie. Maar ook de ouders kwamen naar buiten: om te kaarten en te babbelen.
De ergste vandalenstreken bestonden uit het omgooien van een hooiopper, het binnendringen in een boomgaard en 'vuile manieren doen' - wat afgezien van een paar bleekscheten met een te klein pietje niemand overlast bezorgde.
Vandaag stellen we twee zaken vast: diverse gradaties van vernielzucht en agressie, en een schijnbaar totaal verschillende leefwereld van ouders en kinderen.
De vraag is wat de oorzaken hiervan zijn.
Vernielzucht en agressie zijn vrijwel altijd een uiting van psychisch onbehagen en frustratie. En ten tweede kunnen we ons afvragen wat deze jongeren voortdurend het huis uit drijft.
Ervaren ze het gezin als verstikkend, hen totaal vreemd? Zijn zij zo mentaal leeg dat zij geen plezier kunnen beleven aan boeken en ander huiskamervermaak? Eisen hun ouders het tv-toestel op zodat er alleen programma's te zien zijn die hen geen lor interesseren? Is er een computer in huis?
Al deze vragen lijken me veel interessanter en wezenlijker dan louter de oppervlakte van het wangedrag beschouwen.
En repressie is altijd het meest gemakzuchtige antwoord: een leraar hoeft een lastige leerling maar de klas uit te sturen en de rust keert weer. Maar die lastpost omturnen tot een geïnteresseerde die wil meewerken, is veel moeilijker. De grootste voldoening vindt de leraar dan ook wanneer dit lukt met een persoonlijk gesprek waarbij de ordeverstoorder heeft kunnen ondervinden dat er minstens één persoon zich om hem bekommert, niet enkel als leerling maar als jonge mens.
Al moeten we niet naïef zijn: hoe vroeger deze remediërende aanpak wordt toegepast, hoe meer kans op succes. Als men te lang wacht, kan het wangedrag en de maatschappijvijandigheid zo diep ingeworteld zitten dat schadeperking de eerste doelstelling wordt.
Niettemin lijkt het me twijfelachtig of de hangjongeren het gevoel hebben dat zij 'erbij horen', dat zij volwaardig deel uitmaken van onze maatschappij. Wat de breuk heeft veroorzaakt, kan sociologisch onderzoek uitwijzen. Maar alleen met een politiereglement dat getuigt van stoerdoenerij, zal het probleem niet worden opgelost.
Vroeger werden burgemeesters nogal folkloristisch 'burgervaders' genoemd: alleszins bij Rambo Antheunis van Lokeren zie ik weinig vaderlijks.
Vandaag verdedigt de Oostendse brulboei JM Dedecker in zijn bekende Rambostijl het recht op vrije meningsuiting. (in verband met de verboden anti-islambetoging in Brussel) Het is geen toeval dat Jean-Marie Dedecker, die er zo prat op gaat 'rechts voor de raap' te zijn, het recht op vrije meningsuiting absoluut stelt met als axioma: 'Een opinie is geen delict.'
In werkelijkheid staat geen enkel moreel principe op zichzelf: het moet in vrijwel alle gevallen worden afgewogen tegen andere. Dedecker geeft zelf het voorbeeld van een eigenaar die weigert te verhuren aan een homokoppel: hier komen de rechten van de eigenaar in botsing met het recht op wonen en het recht om niet gediscrimineerd te worden.
Ons rechtssysteem hanteert onder meer de notie 'laster en eerroof': men mag over een persoon niet om het even wat verkondigen. En racisme kunnen we beschouwen als 'laster en eerroof' aan het adres van een hele groep.
Lukraak gekozen citaten worden in de retorica afgewezen als een vervalst beroep op autoriteit. Dedecker citeert de huidige paus maar het is zeer twijfelachtig of zij allebei hetzelfde bedoelen.
En Chomsky heeft in de VS mooi praten: de joden zijn daar zo onaantastbaar dat zij niet moeten vrezen voor racistisch geweld. De feiten bewijzen dat dit in Europa en elders niet altijd zo is en de ontkenning of minimalisering van de holocaust is meer dan een denkfout: het wordt meestal gebruikt als een vergoelijking voor nieuw racisme.
Een paar jaar geleden verklaarde een Nederlandse imam: 'homo's zijn nog erger dan varkens.' Ook die uitspraak werd door tolerant Nederland geduld als een vrije mening, maar wie een kind van 15 heeft dat tot de ervaring van zijn 'anders zijn' is gekomen, die denkt daar allicht anders over.
Trouwens, de laatste tijd stelt men in het om zijn tolerantie geprezen Amsterdam steeds meer geweldplegingen op homo's vast.
Is dit verwonderlijk of toeval? Als je kijkt naar het molesteren van joden en joodse winkels in het Duitsland van de vroege jaren 1930: steeds is het verbale geweld aan het fysieke vooraf gegaan.
De vrijheid van meningsuiting kan nooit een vrijgeleide zijn om mensen tot in het diepst van hun ziel te kwetsen, zoniet keren we terug naar het recht van de sterkste wat in dit geval betekent: het recht van de meest mediatieke of meest verbaal begaafde om de minder weerbare ongestraft psychisch geweld aan te doen. Het recht van de sterkste is inderdaad geen 'dorpsethiek', het is de ethiek van de jungle.
recht op beledigen? In De Standaard van maandag betoogt Oscar van den Boogaard, in navolging van Ayaan Hirsi Ali, dat het recht op vrije meningsuiting een recht op beledigen impliceert. Strict genomen is dit juist; en het is eveneens waar dat bepaalde mensen op een bijna ziekelijke manier overgevoelig zijn voor beledigingen. Maar deze overgevoeligheid is ons niet vreemd. Denk aan het proces dat modeontwerpster Ann de Meulemeester aanspande tegen volksschrijver Herman Brusselmans. Naar mijn mening een dwaze zet want de beledigende passages uit het boek van Brusselmans stonden integraal in De Morgen, maar de oppergod van de Vlaamse literatuur werd wel veroordeeld. De vraag is of een cultuur van (wederzijds) beledigen onze beschaving vooruit helpt. Ik maak een onderscheid tussen contestatie, provocatie en opzettelijke smaad. De contestatie is noodzakelijk en eerbaar wanneer ze gericht is tegen om het even welke vorm van machtsmisbruik of leugenachtigheid. De provocatie kan het inzicht aanscherpen en de tegenpartij dwingen zich te verantwoorden. Maar de opzettelijke smaad is een daad van agressie en lokt meestal een agressieve reactie uit. Hoe moeten we deze abstracte analyse nu toepassen op de overgevoeligheden van de moslims? Naar mijn inzicht is de ontvlambaarheid van moslimmassa's te wijten aan een gebrek aan democratische traditie. De meeste moslims leven in autoritaire of dictatoriale landen, of zijn daaruit afkomstig. Een 'opendebatcultuur' kennen ze dus niet. Zeker in deze autoritaire landen is de scholingsgraad meestal pover, wat de bevolking des te ontvankelijker maakt voor demagogen, haatpredikanten en ophitsers. Voeg daar hun precaire sociaal-economische situatie aan toe en je begrijpt hoe laag de drempel is om zich gefrustreerd te voelen. Het eerste wat de arme zich aanschaft is een radio- of tv-toestel en zo ziet hij heel scherp het schrijnend en tergend verschil tussen zijn eigen situatie en die van de rijkeren. Zijn enige houvast, zijn enige waardigheid ontleent hij aan zijn geloof, en wanneer dat dan - zoals het hem door de demagogen wordt ingelepeld - belasterd wordt, dan ontploft hij. Nogmaals, helemaal vreemd is dit gedrag ons niet, als we 50 of meer jaren terug gaan in de tijd. Toen had je in het overwegend katholieke Vlaanderen een boekenindex - zelfs de bijbel mocht door de gewone gelovige niet worden gelezen - en tijdens de schoolstrijd zagen we betogingen voor 'de ziel van het kind'. Om al deze redenen sta ik huiverig tegenover 'een recht om te beledigen' wat naar mijn smaak wijst op een verruwing van de zeden, op een toenemende onbeschoftheid, maar tegelijk zie ik hierin geen reden om te zwichten voor elke dreiging met geweld vanwege de zich beledigd voelende partij, in casu de moslims. Moslims zullen moeten leren op een democratische, geweldloze manier op te komen voor hun rechten: in een democratische rechtsstaat geldt dit voor iedereen. Uiteindelijk gaat het om doelmatigheid: de islam heeft net als het katholicisme, creationisme (en andere -ismen van politiek-ideologische aard) een aantal eigenschappen die moeten aangevochten worden, maar met welke middelen? Is schelden en beschimpen de kortste weg naar een 'verlichte' islam, naar de emancipatie van de moslims van de letterlijke interpretatie van hun heilig boek en naar hun ontvoogding van een bekrompen geestelijkheid? Wanneer Vlaanderen vandaag in grote mate geëmancipeerd is, dan is dit niet te danken aan de ruimdenkendheid van de katholieke kerk: in die Europese landen waar ze nog voldoende macht heeft - Polen, Italië, Spanje - probeert de kerk nog steeds de wetgeving te beïnvloeden. Maar door de toegenomen welvaart en scholingsgraad hebben de meeste burgers zich losgemaakt van de vroegere hersenspoeling en - in extreme gevallen - psychische terreur. Ruimdenkende moslims zullen geschoolde en welvarende moslims zijn met democratische rechten.