Ik weet het: ik val in herhaling. Maar gisterenavond, vrijdag 24 juli, was het weer van je dat: het VRT-journaal zowel op Eén als op Canvas was niet meer dan een catalogus van rampen, criminaliteit en ongevallen. Daarmee zakt de VRT af naar het journalistieke niveau van Het Laatste Nieuws. Iedereen kan vaststellen dat de items worden geselecteerd op hun spektakelwaarde: hoe sensationeler de beelden, hoe langer ze duren.
Ik meen dat we van een openbare omroep meer mogen en moeten eisen. Op een of andere manier moet de openbare omroep aan volksverheffing doen, zoals August Vermeylen schreef: More brains. Een journaal op de VRT zou een overzicht moeten zijn van relevante feiten die je een beeld geven van wat er werkelijk toe doet in de wereld, en aan die feiten moet een duiding worden gekoppeld die het inzicht bevordert.
Dat is de zending van een openbare zender: het creëren van een meerwaarde vergeleken bij de commerciële rotzooi die dagelijks over de bevolking wordt uitgestort. De kijker dient te worden uitgedaagd en aangesproken op zijn intelligentie, zijn sociaal-politieke en culturele belangstelling en zijn gevoeligheid voor morele kwesties.
Tot vervelens toe zal ik blijven hameren op deze opdracht: de dotaties die de VRT ontvangt houden een verplichting in tegenover de gemeenschap en die verplichting impliceert meer dan amusement of het kittelen van de sensatiezucht. De ergste vijand voor de beschaving is de onverschilligheid:collectieve misdadigers als Hitler en consorten zijn enkel denkbaar als de rest van hun land- en tijdgenoten niet in opstand komt tegen hun misdadig programma zodra dit programma zich aankondigt eens het in werking wordt gebracht is het meestal te laat.
Dat vraagt om democratische en morele waakzaamheid en die waakzaamheid wordt in slaap gesust wanneer de bevolking overvoederd wordt met sensatie en oppervlakkig vermaak.
Het morele bewustzijn moet net als het spierenstelsel worden getraind: wie zijn alertheid verliest voor zaken die er werkelijk toe doen feiten die neerkomen op een vermijdbaar lijden die zal niet meer reageren als er beslissende keuzes moeten worden gemaakt.
Democratie en respect voor de mensenrechten zijn nooit definitief verworven goederen: ze moeten dagelijks worden afgedwongen door een kritisch denkende bevolking. En dit kritisch denken moet wakker gehouden worden door de journalistiek: journalisten kunnen beter dan kunstenaars, leerkrachten en filosofen inspelen op de actualiteit, ze zitten letterlijk met hun neus op de feiten gedrukt, feiten die binnenstromen via de moderne communicatiesystemen. Uit deze lavastromen moeten ze een keuze maken die essentieel is, de door hen geselecteerde berichten dienen van die aard te zijn dat de toekomst van onze planeet en(nogmaals) het vermijdbare lijden wat iets anders is dan de spelingen van het lot die er onvermijdelijk altijd zullen zijn ervan kunnen afhangen. Daarom wordt de journalistiek terecht de vierde macht in een democratie genoemd: ze heeft een waakhondfunctie en ze verzaakt aan deze opdracht wanneer ze zich overwegend bezig houdt met onbenulligheden of sensatie.
De VRT kan zich niet verschuilen achter het argument dat we nu in juli in een komkommertijd zijn aanbeland: voor duizenden mensen in eigen land en voor miljoenen daarbuiten is het allesbehalve een komkommertijd, er wordt vandaag over hun toekomst beslist. Waar het om gaat is het besef van medeverantwoordelijkheid dat door journalisten moet worden aangescherpt. Niet om de lezers ofkijkers een verpletterend schuldgevoel aan te praten, wel om ze het inzicht bij te brengen dat ze het verschil kunnen maken, volgens het inzicht van Remco Campert dat verzet niet begint met grote woorden maar met kleine daden: bescheiden initiatieven die geen geweldige opoffering vragen maar wel een draaglijke emotionele en morele betrokkenheid.
Journalist is de naam van een beroep die men met enige trots op zijn paspoort kan plaatsen, tenminste als men zijn plicht doet. En dat zie iksteeds minder gebeuren in het VRT-journaal.
In hun verslagen van het akkoord over de regularisatie van inwijkelingen wijzen de kranten op de blokkerende rol van Karel de Gucht en zijn leerling-tovenaar Turtelboom, twee liberale excellenties. De commentatoren gewagen van electorale overwegingen: de liberalen zouden bang geweest zijn om toegevingen te doen onder druk van de rechtse concurrentie vanwege LDD en VB.
Over het VB kunnen we kort te zijn: deze bende predikt al jaren de vreemdelingenhaat en het enige wat een fatsoenlijk politicus kan doen is hen de mond snoeren of negeren.
Maar LDD is net als Open VLD een liberale partij, steunend op het humanisme en gericht op de realisatie van individuele vrijheden. Moeten we uit de halsstarrigheid van deze politici afleiden dat zij enkel aan zichzelf en hun kiezers deze vrijheden wensen toe te kennen?
Bovendien lijkt het erop dat liberalen, als pleitbezorgers van de vrije markt en de vrijhandel, meer rechtenvoorbehouden aan geld en goederen dan aan mensen. Wat de indruk wekt dat zij in de eerste plaats materialisten zijn. Tevens valt het op dat liberalen wel pleiten voor economische migratie wat betekent dat zij mensen selecteren op hun bruikbaarheid. Dit is een instrumentaliseren van de mens, een Verdinglichung: de mens als nuttig ding en gebruiksvoorwerp.
De inperking van de immigratie is noodzakelijk uit pragmatische overwegingen: ons land en zelfs ons continent zijn te klein om alle probleemgevallen van de wereld op te nemen.
Maar van humanisten en verdedigers van de individuele vrijheden zou je mogen verwachten dat zij dit probleem ruimhartig benaderen, met menselijke warmte en generositeit.
De merkwaardigerigiditeit bij de liberalen doet zich trouwens niet enkel in het asieldossier voor.Enkele jaren geleden pleitten de Vlaamse liberalen voor meer blauw op straat en traditioneel staan zij voor een harde aanpak van de criminaliteit. Sommigen vinden zelfs datburgers het recht moeten krijgen om hun bezittingen met wapengeweld te beveiligen.
Het zijn niet de liberalen die de straathoekwerkers hebben bedacht en evenmin hebben ze al ooit aangedrongen op een betere omkadering van criminelen om ze voor te bereiden op hun re-integratie in de samenleving. Liberalen zweren eerder bij een harde aanpak en daarin staan ze dichter bij de neofascisten van het VB dan bij de softe benadering van de Groenen.
Alweer krijg je de indruk dat bezit voorrang heeft op menselijkheid en dat een leuze als de wet is de wet belangrijker wordt gevonden dan het empathisch inleven dat tot een beter begrip en een aangepaste sanctie kan leiden.
Law and order zie ik nochtans moeilijk verzoenbaar met het humanistisch respect voor elk menselijk individu. Respect vraagt om genuanceerde standpunten watten onrechte als softe wordt vertaald -: de harde lijn is slechts duidelijk aan de oppervlakte, ze negeert de complexiteit die in elk menselijk gedrag aanwezig is.
Als je christenen onder vuur mag nemen omdat uit hun houding weinig evangelische christelijkheid is af te leiden, dan mag je dat ook doen met het gebrek aan humanisme inde politiek van zich humanistisch noemende liberalen.
Eindelijk is het asieldossier gedeblokkeerd: bevredigend is de oplossing niet, maar dat zal geen enkel compromis ooit zijn. Voor de sympathisanten van de vluchtelingen kan een regeling nooit ruimhartig genoeg zijn, voor de xenofoben onder ons is elke toegeving een vorm van landverraad.
In elk geval is een einde gekomen aan een schandelijke vertoning die een cynisch spelletje speelde met duizenden mensenlevens. Opmerkelijk is het feit dat het compromis werd bereikt nadat de twee bevoegde vrouwelijke ministers, Turtelboom en Arena, een stap opzij moesten zetten. Hun koppigheid hield de blokkering in stand.
Dit zou de feministen moeten doen nadenken. Al sedert de jaren 1960 zingen zij: Weg met de bokken, vooruit met de geit. Hun credo luidde: vrouwenverdedigen de zachte waarden.
Ik heb dit altijd klinkklare onzin gevonden. Maggie Thatcher, de Iron Lady,heeft op een cynische manierhet verzet van de vakbonden gebroken waardoor tienduizenden gezinnen in de armoede terecht kwamen en ze voerde tegen Argentinië een oorlog met enkele rotsblokken als inzet: ongeveer duizend mensen stierven voor de verovering van 3000 schapen, per drie schapen een dode mens. Benazir Bhutto en Indira Gandhi maakten zich schuldig aan corruptie.
Kortom, vrouwen aan de top verschillen in niets van mannen aan de top. De verklaring is simpel:de macht wordt enkel veroverd door machtsmensen om het even of ze vrouw zijn of man. De koninginnen en keizerinnen uitde geschiedenis waren als hun positie werd bedreigd niet zachtzinniger als de koningen en keizers.
Al kan men één bedenking hieraan toevoegen: grootmoedigheid is gemakkelijker op te brengen als men weet dat zijn gezag niet wordt aangetast. Joviaal is afgeleid van Jove of Jupiter, de oppergod aan wiens almacht niet werd getwijfeld. Mannen in machtsposities zijn een vanzelfsprekendheid en daarom zijn ze wellicht gemakkelijker tot mildheid geneigd. Vrouwen moeten hun tanden laten zienen bewijzen dat ze haar op hun tanden hebben.
Dat maakt henwel eens meer tot een mislukte man, maar alleszins minder vrouwelijk, voor zover we aan beide geslachten de traditionele eigenschappen wensen toe te kennen, met name hardheid versus zachtheid. Turtelboom en Arena zijn harde tantes diegeen krimp wilden geven; de mannen die hen zijn opgevolgd, blijken voldoende vrouwelijk te zijn om naar elkaar toe te buigen. En buigenisdikwijls eenbeweging met meer gratie dan de stramme onverzettelijkheid.