In zijn oproep tot de gematigde moslims schrijft filosoof Jan De Pauw vandaag in De Standaard: 'Islam combineert een transcendentale dimensie met een uitgesproken sociale dimensie (...)Vandaar het belang van de sharia bijvoorbeeld.'
Op mijn christelijke scholen heb ik altijd geleerd dat de kern van de evangelische boodschap de naastenliefde is - vandaar christelijke ziekenhuizen, mutualiteiten en privé-initiatieven voor sociaal welzijn en ontwikkelingshulp.
Zelf heb ik in Gent zes jaren tussen de Turken gewoond en heb een grote diversiteit in gelovigheid vastgesteld: net zoals bij de katholieke landgenoten zijn er moslims die wekelijks naar de moskee gaan, zich houden aan de halalvoorschriften en andere die er vrijwel nooit naar toe gaan en graag wijn drinken. Nooit heb ik een claim gehoord om de sharia in te voeren.
Zoals altijd kan men de verschillen beklemtonen of de overeenkomsten.
Zou het geen goed idee zijn mocht de VRT naast eucharistievieringen en andere erediensten ook gebedsbijeenkomsten en predikaties in de moskee uitzenden, dan kan iedere kijker nagaan wat daar precies wordt verkondigd en of de sharia ons boven het hoofd hangt als een terugkeer naar een soort islamitische inquisitie?
Het spijt me, maar wat deze filosoof onder het mom van redelijkheid doet, is het demoniseren van andersgelovigen.
Bovendien, als je de stem van de gematigde moslims wil horen, laat ze dan meer aan het woord komen in onze media.
Bijvoorbeeld: bijna iedere keer dat moslima's in De Zevende Dag in beeld kwamen, viel het op hoe redelijk hun standpunten zijn, redelijk en ons zeer vertrouwd.
Amnesty en het Vatikaan - zie De Morgen van vandaag
De pogingen van het Vatikaan om de werking van Amnesty International te saboteren omdat deze organisatie vrouwen en meisjes het recht toekent in bepaalde gevallen een abortus te ondergaan, bewijst eens te meer dat de Verlichting aan de kerk voorbij is gegaan - in tegenstelling tot wat kerkelijke leiders zo graag beweren.
De manifestanten die tegen een 'islamisering van Europa' willen gaan betogen, zouden heel wat geloofwaardiger zijn mochten ze zich ook richten tegen elke godsdienstige aanmatiging om het leven te overheersen.
Zelfs in Europa stellen we vast dat overal waar de kerk daar nog enigszins toe in staat is - in Polen, Italië en Spanje -, zij alles onderneemt om de wetgeving te beïnvloeden en naar haar hand te zetten.
Trouwens, op internationale conferenties lopen de standpunten van alle monotheïsten wonderwel gelijk als het gaat om gezinspolitiek en seksuele moraal.
De gevolgen zagen we enkel weken geleden in een VRT-reportage over de Filippijnen: door het ontbreken van een geboortencontrole moeten daar duizenden kinderen opgroeien op vuilnisbelten. Dit is in de Derde Wereld allesbehalve uitzonderlijk. Maar in christelijke landen is de morele verantwoordelijkheid van de kerken verpletterend.
Mochten de tegenstanders van de veronderstelde islamisering spandoeken meedragen met daarop 'Neen aan het obscurantisme' of 'Neen aan een mensvijandige moraal' dan zou ik graag meelopen.
Voortdurend wordt herhaald dat Vlaanderen en Wallonië twee ijsschotsen zijn die steeds verder van elkaar afdrijven. We hebben een verschillende politieke cultuur, een verschillende levensfilosofie etc
Hoe vaker dit wordt gezegd en geschreven, hoe meer werkelijkheid het wordt.
Concreet: hoeveel Vlaamse poëzieliefhebbers kunnen 2 nog levende francofone dichters opsommen; hoeveel nog levende Waalse schilders kennen wij?
Als men de banden niet aanhaalt, is het dan zo verwonderlijk dat er een vervreemding ontstaat?
Er zijn minstens twee redenen om elkaar beter te leren kennen.
Ten eerste de kwaliteit: er wonen over de taalgrens wel degelijk schitterende dichters en kunstenaars.
Ten tweede onze gemeenschappelijke geschiedenis: of men het ontstaan van België nu betreurt of niet, we hebben samen een sociale ontvoogding meegemaakt, twee bezettingen, een koningskwestie, een schoolstrijd etc etc
Het toerisme zou een derde reden kunnen zijn: duizenden Vlamingen brengen vakanties door in de Ardennen, (te weinig) bezoeken de Waalse cultuursteden.
Meer francofonen komen naar de kust en naar steden als Brugge, Gent en Antwerpen.
En dan heb ik het nog niet gehad over de wederzijdse economische afhankelijkheid.
Kortom, we staan voor de keuze: ofwel gunnen we dit land nog een gemeenschappelijke toekomst - en intensifiëren we de contacten - ofwel kiezen we resoluut voor het separatisme - en zeggen we met Gerard Walschap: 'Salut et merci'.
Verder doen zoals we nu bezig zijn leidt alleen maar tot een cascade van nog meer irritatie en conflicten, een neerwaartse spiraal waar niemand beter van wordt.
over euthanasie, pogroms en lemmingen Je moet geen groot denker zijn om te stellen dat geboorte en dood de meest ingrijpende gebeurtenissen zijn in een mensenleven: ze markeren begin en einde van ons bestaan. Maar meest ingrijpend betekent niet het ergst. Er bestaat een lijden en een pijn die vele malen erger zijn. Toch kiest men er vaak voor om deze ellende te trotseren omdat de drang tot zelfbehoud of het levensinstinct zich nu eenmaal verzet tegen het definitieve einde. Het levensinstinct draagt dan dikwijls het masker van de hoop, van de illusie dat het morgen wel beter zal gaan etc In een aantal gevallen zie je juist het omgekeerde: de vlucht vooruit zoals krijgsgevangenen die zich in de wapens van hun overvallers storten, of in een omheining die onder hoogspanning staat. In deze gevallen zijn de wanhoop en de angst moeilijker om dragen dan het vooruitzicht van het sterven zelf: de zelfgekozen dood is dan in de eerste plaats bedoeld om aan deze kwelling een einde te maken. Euthanasie is de meest beschaafde vorm van deze vlucht vooruit: het sterven wordt milder gemaakt, men zinkt weg in een eeuwige slaap. In het grandiose boek 'De waanzinnige veertiende eeuw' vande Engelse historica Barbara Tuchman vind je voorbeelden van een gruwelijker lot. Rond 1350 brak overal in Europa een pestepidemie uit die uiteindelijk aan bijna de helft van de Europese bevolking het leven zou kosten. De jodenvervolging was al eeuwen aan de gang, vooral gebaseerd op de christelijke opvatting dat de joden van de moordenaars van Christus waren en nog altijd uit waren op de vernietiging van de christenen maar ook op de reputatie van joden als woekeraars en gewetenloze schurken. Tijdens de pest - waarvan men toen de oorzaak absoluut niet kan raden -werd hieraan het gerucht gekoppeld dat de joden vergif in het drinkwater hadden gemengd. Mede door de waanzinnige ophitsing van boetepredikanten braken toen overal pogroms uit, de laatste in Brussel waar alle 3000 joden werden afgeslacht. In Duitsland werden de joden meestal levend verbrand in hun eigen huizen, een enkele keer werd op een eiland een groot houten huis gebouwd waarin de plaatselijke joden werden samengedreven en verbrand. Merkwaardig detail: ook toen reeds moesten de joden een gele lap als herkenningsteken dragen. Meermaals gebeurde het dat de joden uit angst voor de brandstapel en de voorafgaandelijke folteringen die hen dwaze bekentenissen moesten ontfutselen, zichzelf in brand staken in hun woningen. Alweer de vlucht vooruit in de barmhartigheid van de dood. De interessantste vraag is nu of dit gedrag dat voorkomt in crisissituaties zich ook meer algemeen voordoet. En dan komen we op het lemmingensyndroom: een collectieve zelfvernietiging uit wanhoop en angst voor een schrikbeeld dat sterker is dan het vooruitzicht van de dood. Of uit domheid en gemakzucht en kortzichtigheid: is de roofbouw die onze levensstijl en onze economie plegen op de voorraden en mogelijkheden van de aarde te beschouwen als een gelijkaardig lemmingengedrag? Kiezen wij voor die ene zekerheid van het leven hier en nu en betalen we deze zekerheid af met de verspilling van de toekomst: een prijs die niet door ons maar door onze kleinkinderen zal worden afgedokt. Maar voor onze soort zou het in elk geval het einde kunnen inluiden. In welke mate is onze wereld suicidair? Is het een discussie over het halfvolle of halflege glas: de massa's die kritiekloos meelopen in de ren van de verkwistende lemmingen tegenover de groeperingen en organisaties die juist deze race willen ombuigen of afremmen. Moet je een pessimist zijn om mee te gaan in een apocalyptische toekomstvisie en, omgekeerd, een optimist om te vertrouwen op de tijdige correcties door de menselijke vindingrijkheid en door 'het gezond verstand', wat in deze context betekent: de keuze voor het zelfbehoud. Nieuw is het apocalyptisch denken niet, de naam is ontleend aan het boek van Johannes dat bijna 2000 jaar geleden werd geschreven en ook de Azteken hadden visioenen van totale vernietiging. Bij ons hoort dit spookbeeld bij het decadentisme van eind 19e eeuw en, bijvoorbeeld, de poëtische stroming in Polen van 1920 waar Czeslaw Milosz lid van was, werd 'het catastrofisme' genoemd. Past de rage van 'An unconvenient Truth' in dit rijtje van onheilstijdingen? Of is het inderdaad 'vijf voor twaalf'? In het laatste geval moeten we de bovenstaande analyse toch verruimen: het gaat dan niet louter om de zelfgekozen dood maar net zo goed om massamoord al dan niet met 'voorbedachten rade': de verantwoordelijken voor de ravage vernietigen niet alleen zichzelf maar in de eerste plaats de meest kwetsbaren en weerlozen. De volgende vraag is dan wie deze verantwoordelijken zijn: zijn wij burgers van een Westerse democratie met een markteconomie het niet allemaal in verschillende mate? Anders gezegd: is het ecologisch bewustzijn een luxe van linkse intellectuelen en bourgeois of is het een absolute noodzaak voor iedereen? Mij komt het alleszins voor dat zonder grondige correcties en bijsturingen, wij ons gedragen als joden die mak en gedwee naar de treinen lopen, ook al dringt de informatie door van wat ons te wachten staat. Of worden we, om in de beeldspraak te blijven, de geallieerden die de vijand zullen verslaan die zijzelf hebben gecreëerd???