uit Het boek der rusteloosheid van Pessoa (uitg. AP, privé-domein)
1. Ieder van ons is meerdere anderen, is velen, een uitgebreide reeks zichzelven. 2. Uiteindelijk blijft van vandaag wat er van gisteren is gebleven en wat er van morgen zal blijven: de onverzadigbare en eeuwige begeerte altijd dezelfde en een ander te zijn. 3. Ik ben het levende podium waarop verschillende acteurs lopen die verschillende stukken spelen. 4. Heimwee! Dat heb ik naar wat niets voor me betekende, omdat ik bang ben voor het vluchten van de tijd en lijd aan de ziekte van het geheim van het leven. Wanneer ik gezichten die ik gewoon was te zien in mijn straten van alledag niet meer zie, word ik bedroefd, terwijl ze toch niets voor mij betekenden, behalve dat ze symbool stonden voor het hele leven. 5. Al wat ik doe, al wat ik voel, al wat ik leef, zal niet méér zijn dan een voorbijganger minder in de alledaagsheid van de straten van een of andere stad. 6. Ik verschans mij achter mijn bureau als in een bolwerk tegen het leven. 7. Ik woon mezelf bij in de verschillende vermommingen waarin ik leef. 8. Ik heb grote ambities en grootse dromen gehad - maar ook de bode of naaister heeft die gehad, want iedereen heeft dromen: wat ons doet verschillen is de kracht om ze te verwezenlijken of het lot waardoor zij zich via ons verwezenlijken. 9. Wie van ons kan, wanneer hij zich omdraait op de weg zonder terugkeer, zeggen dat hij hem is gegaan zoals hij hem had moeten gaan? 10. Slapen, ver weg zijn zonder het te weten, liggen, vergeten met het eigen lichaam; de vrijheid kennen onbewust te zijn, een schuilplaats hebben als een stil vergeten meer tussen bladerrrijke bomen, in de uitgestrekte eenzaamheid van de bossen.