xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
uit Van Toen en Thuis
molendorp
lees het boek
met de verdwenen namen:
de Fikken in de Peirdestraat,
een grondzeiler die olie maalde
en droge granen, de Snuifmolen
in de Noordstraat, hier haalde
een brouwerij haar mout
bekijk het woud van peperbussen
in een Breugels landschap, kwam
jouw stap, echt waar, daar dagelijks
voorbij?
bij het veer van Sombeke
tegen Laerebekes schoor
op de schans der heren van Garsse:
al die namen zingen in een zinkend koor
lees het boek en stijg als een klamper
op de wind, staar de vergeten wieken na,
het dorp dat wentelt
de paarden, de ezels met gebogen hoofd,
de boom van hun rosmolen schrijft
als een vinger in het zand
en hoog op een heuvel wervelt een beltmolen
gewichtloos als een klamper, drijft de spot
met hun kleverig zweet
de staakmolen ten oosten van de Kele
van de Rate met hoge boten op de kalme
Durme: hoe leeg en vredig is dit land
groot 1 vaetsaet 30 roeden
nederig zijn de namen: het Grouwelgat
van de laatste kruimel, denk er magere
handen bij die aren lezen op een vlakke akker
wanneer de boer een slapende damp is,
weggedeemsterd in de schemer
bij het veer van Sombeke
tegen Laerebekes schoor
op de schans der heren van Garsse:
al deze namen zingen in koor
leer uit het boek van verdwenen namen
het ruisen van ons molendorp, sjofel, levensecht,
hoor de ratel van ons verleden: de Grote Napoleon
was geen keizer maar een knecht
|