Saeftinghexml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
de klok in de toren nog
schuin in haar schommeling
het slib over het dorp
je waadt door de kreken
zoekt naar asters op de
schorren, verliest een schoen
wanneer opeens de vloed
door de slikken spoelt
je hoort de toren onder
de zuigende muil, de klok
die schommelen zal droom
na droom en jij op zoek
alsof een gezicht verdween
uit een spiegel, je ziet het
blanke been, de kaken
gesperd: hoe lagen ze
toen de golven kwamen
de klok in de toren
klepte als een vogel
in een slagnet, welk geluid
maakt een dorp onder
je slorpende stap
welk geluid uit een huis
onder asfalt, van een speelplein
onder een snelweg, naar welke
stem keer je terug en elke stap
een echo, elke lettergreep
wat een gelui
wat voor geluid
|