uit Van Toen en Thuis
soms de boten over de Durme xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
soms de boten s avonds op de Durme
schoven hun trombones con sordino
ze hadden ten hoogste twee noten
op hun zang, genoeg om genadig in te slapen
liefst nog bij het pizzicato
van jonge regen op de schuine veranda
een wasbordgeluid - je dacht er de bass bij
van een skifflegroep
zoals onze Worried Potatoes Digging
Jazz Band met Tsjebo als zanger-animator
je zag dan steeds zijn oren als teljoren
en zijn brede negerlippen die schaterden:
hij bracht Jantje en de Pruimen
in de pifpoefpaftaal van John Wain
en hoe heette het groepje weer
van Pol van Geert en Engelbeen
met een drummer die zijn stokjes
had gebroken, een zoon van de Peperbus
ze traden op in de Petrus-en-Pauluskerk
na het concilie toen de oude gewaden
leken afgelegd, en de vermolmde onderpastoor
van de deken zijn mond moest houden
over de Durme gleden de boten
je hoorde ze trompen s nachts
en regen trippelde dripdrip
met drumsticks over de veranda
onverwachts kwamen de woorden
met hun triangel, hun borstels op een
trommelvel die soms je leven veranderden
als een gewicht van steen in water: ze stroomden
door de trage bochten van een gedicht
|