Dyaab Abou Jahjah (in Humo deze week)
Aanvankelijk had ik behoorlijk wat sympathie voor Abou Jahjah: eindelijk een trotse, weerbare moslim die met argumenten van zich af kon bijten.
Geleidelijk aan vertroebelde dat beeld: de strijdbare intellectueel werd meer strijder dan intellectueel.
In het Humo-interview zegt hij dat iedereen die zijn cultuur niet kan aanvaarden een racist is, maar een duidelijke omschrijving van die cultuur geeft hij niet. Hij noemt zichzelf eerder 'een culturele moslim' dan een koranvolgeling, maar hoe staat hij precies tegenover de sharia, tegenover de scheiding tussen kerk en staat?
In verband met het Palestijnse conflict stelt hij een onmogelijke eis: het is intussen praktisch onuitvoerbaar geworden om alle Palestijnse vluchtelingen terug te laten keren naar een toekomstig Palestina, tenzij je de meeste Joden van het grondgebied zou verdrijven. De wereldgemeenschap kan en zal dit nooit aanvaarden. Abou Jahjah zingt de lof van Libanon: kan een land dat jaren geteisterd is door burgeroorlog voor Europa een modelstaat zijn?
En wat is de democratische legitimiteit van zijn beweging in Europa: hoeveel stemmen haalde de AEL, hoeveel Belgische moslims voelen zich door hem en zijn organisatie vertegenwoordigd?Abou Jahjah probeert zichzelf te presenteren als een rationele en verzoenende geest, maar keer op keer verraden zijn uitspraken een conflictmodel, of het nu gaat om de Arabische wereld versus Israël of om de ware en valse medestanders in België: steeds spreekt hij over een wij tegen een zij terwijl hij openlijk flirt met de gewelddadigheid.
Brussel noch Antwerpen mogen een Beiroet worden, ik vrees dat deze man zijn hand overspeelt en geen meerwaarde te bieden heeft voor onze democratie.
Wat echter voor ons een aansporing zou moeten zijn om zelf de ongelijke behandeling van de Palestijnse en Israëlische regering aan te klagen: Israël gaat vrijuit voor de massamoord en grootschalige vernietiging die zijn leger in Libanon heeft aangericht, het Palestijnse volk wordt gestraft met ontbering omdat het op een democratische manier de verkeerde partij heeft gekozen. Dat hiertegen zo weinig wordt geprotesteerd - scherper geformuleerd: de laffe dubbelhartigheid van Europa -, verhoogt de kans dat iemand als Abou Jahjah toch nog wordt gezien als de woordvoerder van een rechtmatige strijd.
|