priester: een knelpuntberoep?xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Ooit zei de Nederlandse cabarettier Wim Kan: Wie de sport niet beoefent, die moet zich niet bemoeien met de regels. Hiermee zinspeelde hij op de veroordeling van contraceptiva door de kerk van Rome.
Als ongelovige hond zou ik mij dan ook niet moeten uitspreken over het priestertekort binnen de Roomse kerk, maar als oud-leraar van een katholieke school doe ik het toch.
Mevrouw Kiebooms van de Sint-Egidiusgemeenschap is geen onverstandige vrouw: ze weet maar al te goed waar het schoentje wringt. Al schrijft ze in het begin van haar tekst in De Morgen van 18 juni: Het alternatief is protestantisering, een evolutie die volgens mij geen heil biedt. Na zo vele jaren van oecumenische beweging kan zon uitspraak tellen.
Belangrijker is echter wat zij zegt over het verplichte celibaat dat zij in het bijzonder een probleem vindt in een tijd die seksualiteit verafgoodt.
Dit getuigt van weinig historisch besef: de celibaatsverplichting heeft altijd voor problemen gezorgd. Reeds in Van den Vos Reynaerde is er sprake van een pape met zijn wijf Julocke, een pape die door Tybaert de Kater geraakt wordt in zijn beurse zonder naad waarmede men den beiaard slaat: de satiricus die ons fameuze dierenepos heeft geschreven, beleeft duidelijk genoegen aan deze castratie.
Enkele weken geleden werd in Ierland een rapport uitgebracht over kindermisbruik binnen de katholieke kerk: het ging om tienduizenden dossiers, sommigen gewagen van misschien wel honderdduizenden slachtoffers. En dit misbruik heeft niets te maken met eigentijdse fenomenen als porno op het internet.
Kiebooms merkt zeer terecht het volgende op: Priester-zijn is nu te vaak een veroordeling tot eenzaamheid. Geen wonder dat sommigen troost zoeken in de armen van een vrouw (of een man).
De enige fout in haar opmerking is het gebruik van het woordje nu: het is altijd zo geweest.
Het meest krankzinnige aan de celibaatsverplichting is het feit dat ze alleen in de katholieke kerk voorkomt in de andere christelijke kerken en andere monotheïstische godsdiensten bestaat deze verplichting niet en niet toevallig zien we daar ook veel minder kindermisbruik - en ten tweede vinden we in de basisteksten nauwelijks een grond voor deze absurditeit. Jezus heeft zelfs nadrukkelijk gezegd: Het is beter te huwen dan te branden.
De behoefte aan seksueel genot, aan lichamelijke aanraking en tederheid is in de gezonde mens onuitroeibaar. Afgezien van de seksuele mistoestanden en misdrijven die van het celibaat het gevolg zijn, merken we zeer dikwijls dat celibataire geestelijken hun seksuele wellust inruilen voor machtswellust: de misgelopen voldoening op het ene terrein wordt gecompenseerd door een bevrediging op een ander, namelijk op dat van de machtsuitoefening en dat maakt sommige geestelijken vaak onmenselijk zoals bewezen is in de zogenaamde Magdalene-instituten in het door en door katholieke Ierland, maar ook in Vlaanderen zullen er wel voldoende mensen zijn die te maken hebben gekregen met een dictatoriale non, pater of pastoor.
Het basisargument om het celibaat te verdedigen is meestal dat het priesterschap een volledig engagement behoort te zijn en niet kan gedeeld worden met een engagement voor een eigen gezin. Dat deze redering niet opgaat wordt bewezen door Joodse rabbijnen, protestantse dominees en islamitische imams of mollahs.
Dieper nog dan dit kromdenken ligt de negatieve seksuele obsessie van de katholieke kerk die in de seksualiteit alleen het werk van de duivel kan zien: mocht men in staat zijn om de erotiek te beschouwen als een mensenrecht en als een eerbare en onmisbare bron van levensvreugde dan zou de idiotie van het celibaat onmiddellijk worden afgeschaft.
De vraag is alleen of een instituut dat autoritair wordt geleid door oude en wellicht reeds impotente mannetjes daartoe in staat is. De apostelen waren oorspronkelijk wel getrouwd (hoe ze na Jezus dood hebben verder geleefd is niet zo duidelijk zoals het evenmin duidelijk is wat de positie was van al die heilige vrouwen in hun gezelschap: er zijn alleszins geen onomstotelijke bewijzen voor hun maagdelijkheid), maar dat waren dan ook nog vitale en te oordelen naar de bruiloft van Kana - bijzonder levenslustige kerels.
Maar mevrouw Kiebooms kan gerust zijn: er zijn nog steeds voldoende landen waar het katholieke machtsbolwerk sterk staat en waaruit men priesters kan rekruteren om dit knelpuntberoep in te vullen.
de haan 18 jun. 09
|