pensioenen aanpassen aan stijgende levensverwachtingxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Onder deze titel waarschuwt VBO-voorzitter Pieter Timmermans in De Morgen van 2 juli voor de onbetaalbaarheid van onze pensioenen gezien de vergrijzing.
Enige tegenspraak is hem niet vreemd. Zo beweert hij de pensioenen niet te willen verlagen en tegelijk wil hij een leeftijdscoëfficiënt invoeren die volgens hem een temperend effect zal hebben op de pensioenuitgaven.
Vergelijkend onderzoek heeft aangetoond dat de Belgische pensioenen tot de laagste behoren in heel de EU, sommige uitkeringen liggen zelfs duidelijk onder de Europese armoedegrens.
Timmermans wil meer 55-plussers aan het werk houden en tegelijk is hij van oordeel dat aan het systeem van het brugpensioen niet geraakt kan worden omdat dit thema dermate gevoelig ligt. Is het niet zo dat de meeste werkgevers niet erg happig zijn om 55-plussers in dienst te nemen vanwege te duur en te weinig productief?
Timmermans zwijgt over de kern van de zaak: onze sociale zekerheid wordt voor ruim 70% betaald met belastingen op arbeid en zon systeem moet ooit imploderen, met of zonder toenemende vergrijzing. Een alternatieve financiering dringt zich dus op maar daarover wenst het VBO niet te praten omdat zon alternatief als te links wordt ervaren. Maatregelen als een hogere aanslag op vermogens en financiële transacties (Tobintaks), op energieverbruik en milieuvervuiling worden gezien als fantasieën van ecologisten en rode extremisten.
En voor een meer doeltreffende fiscale fraudebestrijding zal je het VBO ook nog niet zo gauw horen pleiten.
Belastingen zijn evenwel niet meer dan een middel: het doel is aan voldoende overheidsinkomsten te komen om een sociaal en ecologisch verantwoord beleid te kunnen voeren. Als een lastenverlaging efficiënter blijkt dan een lastenverhoging, dan moet daartoe worden overgegaan: in deze kwestie hebben we pragmatici nodig en geen Prinzipienreiter, geen hardliners van een of andere ideologie.
Wie spreekt over langer werken moet in overweging nemen dat de meeste gepensioneerden nu al langer werken, maar dan onbezoldigd: in de mantelzorg en allerlei vormen van vrijwilligerswerk. Hun statuut is te vergelijken met de ouders (meestal de moeders) die thuis blijven voor de opvoeding van hun kinderen en zo geen pensioenrechten opbouwen.
Het antwoord zou kunnen zijn aan iedereen die maatschappelijk relevant werk levert een inkomen te bezorgen zodat zij allemaal kunnen bijdragen aan het sociaal stelsel.
Als men dieper op het probleem ingaat, kan men zich de vraag stellen of mensen alleen door het verrichten van loonarbeid rechten kunnen opbouwen: in een beschaafde samenleving zou je reeds recht moeten hebben op een menswaardig inkomen gewoon omdat je een mens bent, werkend of niet. En nogmaals: werken staat niet gelijk aan het verrichten van loonarbeid; er zijn bijvoorbeeld heel wat hardwerkende kunstenaars die aan hun arbeid nog minder dan een aalmoes overhouden.
De vergrijzing doet niets anders dan de noodzaak van een fundamenteel debat versnellen: wat voor samenleving willen wij en hoe gaan we die betaalbaar houden? Het zal erop aan komen dit debat te voeren zonder taboes of ideologische vooroordelen. Men kan bijvoorbeeld in overweging nemen of onze cultus van de eeuwige jeugd wel zo lovenswaardig is. Moet men in de gezondheidszorg niet eens definitief komaf maken met behandelingen die enkel getuigen van therapeutische hardnekkigheid, behandelingen die wel het leven verlengen maar geen enkele levenskwaliteit garanderen. En het grootste taboe van allemaal: mogen mensen die hun leven als afgerond ervaren, eindelijk eens de kans krijgen weliswaar na grondig overleg met de begeleidende artsen om er op een waardige wijze een punt achter te zetten.
Niet om te bezuinigen maar vanuit een mentale hygiëne die een ander woord is voor respect.
de haan 2 jul. 09
|