Cooking in the Danger Zonexml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Men zal het al hebben gemerkt dat ik uiterst kritisch sta tegenover de programmering en het journalistieke niveau van de VRT. De reden is simpel: ik verwacht van een openbare omroep zeer veel omdat hij de enige is die een tegengif zou kunnen zijn tegen al de commerciële rotzooi die op ons afkomt.
Gisterenavond heeft Canvas dit bewezen met opeenvolgend de Canvascrack, In de Schaduw van het Kruis, Cooking in the Danger Zone en The Story of India. Voor het babbelprogramma over de Tour in Barcelona ben ik overgeschakeld naar Nederland 1, al was het maar om dat liedje van Dalida nog eens te horen, de setting in de crypte van de Sagrada Familia was mooi meegenomen evenals de aanwezigheid van allesweter en orakel Johan Cruyf.
In elk geval was deze Canvasavond tegelijk ontspannend en leerzaam. The Story of India is een uitnodiging om het land eens zelf te gaan bezoeken want er zijn ervaringen die niet in beelden zijn vast te leggen, je moet ze met al je zintuigen dus ook je geurzin kunnen waarnemen.
Cooking in the Danger Zone bracht ons naar Zuid-Korea waar hondenvlees wordt geserveerd als nationale delicatesse. De Engelse kok en reporter wou er niet van eten uit persoonlijke weerzin en ook omdat hij politiek correct - een einde wou maken aan het fokken en slachten van honden voor de vleesconsumptie.
Je zit er als hondenliefhebber ook met gemengde gevoelens naar te kijken: waarom roept het eten van hondenvlees weerzin misschien zelfs verontwaardiging bij ons op en niet het eten van konijnen, geiten of kalveren wat toch net zo goed lieve dieren zijn. En in tegenstelling tot de Amerikanen eten wij Europeanen zelfs paardenvlees zonder aan dit intelligente en gevoelige dier te denken. Waarom?
Wellicht heeft het te maken met emotionele binding: honden en katten zijn bij ons huisdieren, we gaan er een emotionele relatie mee aan en we kennen deze dieren een intelligentie toe.
De emotionele binding kan twee richtingen uitgaan: die van genegenheid en die van walging.
Zo zijn de meesten van ons niet geneigd om rattenvlees te eten al wordt de muskusrat in Klein-Brabant en Antwerpen opgediend als een delicatesse, weliswaar dan vermomd als waterkonijn. Evenmin zullen wij spontaan insecten en wormen naar binnen spelen al schijnen deze bijzonder voedzaam en zelfs lekker te zijn.
Toen de presentator al te opdringerig werd met zijn morele bedenkingen riep een Koreaan uit: laat ons toch met rust. Deze uitbarsting kan ons wat leren over de termen normen en waarden of zeden en gewoonten: mogen wij er altijd van uit gaan dat onze normen en gewoonten superieur zijn aan die van andere volkeren? Hoeveel is afhankelijk van lokale traditie en gewenning en kun je daar een waarde op kleven?
Welke drempel moet worden overschreden alvorens je de noodzaak voelt om in te grijpen: we hebben tenslotte toch een einde gemaakt aan het koppensnellen en het kannibalisme.
De drempel zal zijn alles wat aan de mensen raakt en wat dieren aangaat zal er een grens worden ervaren bij het opzettelijk toebrengen van onnodig leed: wij doden ook dieren om ze te consumeren, maar we zijn al zo ver gevorderd in onze waardebeleving dat het kweken en slachten diervriendelijk moet gebeuren al kun je vragen stellen bij deze vorm van vriendelijkheid. Principieel zouden we misschien allemaal vegetariër moeten worden en afzien van het doden van wezens die gevoelig zijn voor pijn. Ons enige excuus is precies de traditie: we hebben het altijd gedaan, dus waarom zouden we er mee stoppen. Erg bevredigend is dit excuus niet in morele zin: de mens heeft ook sedert de oertijd gevochten, dat maakt de oorlog daarom nog niet moreel aanvaardbaar.
Kortom, een ethische benadering zal altijd een element van willekeur bevatten: we hebben geen voldoende grond om onze eetgewoonte te rechtvaardigen. We jagen, slachten en vissen omdat vlees en vis voedzaam zijn en lekker, en het lijden van de dieren nemen we er maar bij uit gewoonte. En van uit een ingebeelde of reële superioriteit van onze soort: onze superieure intelligentie en verbeelding geeft ons het recht om lagere soorten te doden, denken wij.
Terwijl we gewoon doen wat deze lagere soorten doen: de grote of sterkere vreten de kleinere of zwakkere op. We zijn dus zoogdieren onder de zoogdieren wat dat betreft.
Een ding lijkt me zeker: onze superieure vermogens zijn juist een reden om ons moreel superieur te gedragen, wat minstens moet inhouden het vermijden van onnodige pijn.
In concreto betekent dit: dieren fatsoenlijk behandelen en indien mogelijk - eerst verdoven alvorens ze te doden.
Het had een perfecte televisieavond kunnen zijn was daar niet die voortdurend herhaalde trailer geweest van Top Gear, het meest idiote en weerzinwekkende dat Canvas de laatste jaren heeft uitgezonden. Niet enkel is dit machoprogramma in deze tijden van milieudreigingen bijzonder politiek incorrect, mij stuit het tegen de borst dat sommige gozers hun stoerheid moeten bewijzen via een patserige machine: als je prestaties wil leveren doe het dan met je eigen lichaam of met je eigen hersenen, daar heb je geen lawaaimakend en vervuilend voertuig voor nodig.
de haan 10 jul. 09
|